Rode paardenanemoon | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Actinia equina (Linnaeus, 1758) Originele combinatie Priapus equinus | |||||||||||||
![]() | |||||||||||||
![]() | |||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||
Lijst
| |||||||||||||
Afbeeldingen op![]() | |||||||||||||
Rode paardenanemoon op![]() | |||||||||||||
(en)World Register of Marine Species | |||||||||||||
|
Derode paardenanemoon (Actinia equina) is eenzeeanemoon uit de familieActiniidae. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 voor het eerst beschreven doorCarl Linnaeus alsPriapus equinus maar later plaatste hij het in het geslachtActinia.
De zuil van de rode paardenanemoon wordt tot 4 centimeter hoog, de tentakels zijn tot 3 centimeter lang. De zuil is meestal effen roodbruin, ook wel groen of bruin. De 192 puntige tentakels zijn meestal roodbruin of hebben dezelfde kleur als de zuil. Langs de rand rond de tentakels zijn de kenmerkende licht- tot fel donkerblauwe knobbels (acrorhagi) zichtbaar, dienetelcellen bevatten en worden gebruikt ter verdediging of aanval tegen andere zeeanemonen. Paardenanemonen voeden zich met kleine vissen, krabben en weekdieren. Ze kunnen in kleur vervagen als er onvoldoende aanbod vancarotenoïde is.
De rode paardenanemoon komt verspreid voor over heelWest-Europa, inclusief deMiddellandse Zee, van het noordpoolgebied tot de westkust van Afrika, bijna tot aan de evenaar. het is een van de meest voorkomende zeeanemonen in het getijdengebied van de Middellandse Zee, de Atlantische Oceaan en deNoordzeekust.
De paardenanemoon leeft vooral hoog in de getijdenzone, en wordt in kleinere aantallen tot ongeveer 8 meter diep aangetroffen. Bij laag water is hij langs de waterkant te vinden, vastgehecht aan bijvoorbeeldstrekdammen. De soort leeft alleen op harde ondergrond met weinig zandtransport.