Rijsel ligt 25 km ten zuidwesten van de Belgische stadKortrijk, waarmee het een transnationaalEurodistrict vormt: de Frans-BelgischeEurometropool Rijsel-Kortrijk-Doornik. Op die manier is Rijsel, in bredere zin, met ook de omgeving van Kortrijk enMoeskroen in België, het centrum van een dichtbevolkte regio met circa 2,1 miljoen inwoners.[6]
De stad is gesticht onder de Latijnse naamAd Insulam, die letterlijk ‘op/bij het eiland’ betekent. Dit werd in hetMiddelfrans vertaald alsà l’isle en in hetMiddelnederlands, met gebruik van het Romaanseleenwoord, alster ijs(s)el (uitspraak [tər i:səl]). In beide talen trad verkeerde woordscheiding op. Dat gaf in Nieuwfransà Lille en in Nieuwnederlandste Rijsel (met de klankwettige ontwikkeling van Middelnederlands [i:] tot Nieuwnederlands [ɛɪ]; de uitspraak in hetFrans-Vlaams heeft nog steeds een [i]-klank,Rysel). Beide namen zijn ongeveer even oud.
Kaartje van de taalgrens tussen de Germaanse en Romaanse talen (meer bepaald tussen Nederlands en Frans) inFrans-Vlaanderen in de 7e-8e eeuw (blauwe lijn) en in de 20e eeuw (rode lijn). Rijsel lag in de vroege middeleeuwen nog op de taalgrens, maar is al sinds de 12e eeuw in hoofdzaak Franssprekend.
Op grond van de misvatting dat de Franse naam van de stad afkomstig zou zijn van het Latijnselilium, dat "lelie" betekent, is de lelie sinds 1199 op het wapenschild terug te vinden.
De Franse naam heeft ook niets met de Vlaamse plaatsnamenLille enLillo te maken, die beide naarlindelo verwijzen.Ook niet met het FrieseLangelille in Nederland.
De stad is in Vlaanderen voornamelijk bekend alsRijsel (of in de oudere Nederlandse spellingRijssel) en in Nederland onder de Franse naamLille.[7] De Nederlandse schrijfwijze is met één -s-. De vroeger in Nederland gebruikelijke schrijfwijze ‘Rijssel’, met dubbel -ss-, is in onbruik geraakt.[8] In Nederland vindt men de oude schrijfwijze 'Rijssel' nog terug in de familienaamVan Rijssel.
Rijsel werd de hoofdstad vanRijsels-Vlaanderen, het zuidelijke deel van hetgraafschap Vlaanderen. In 1297 werd de stad ingenomen door het Franse leger, na verwoede gevechten waarbij de inwoners zich wegens gebrek aan proviand overgaven. Na deslag bij Pevelenberg in 1304 werd Rijsel, samen met de rest vanPicardisch Vlaanderen een deel van Frankrijk, tot de streek in1369 als huwelijksgeschenk aanFilips de Stoute geschonken werd. In de16e eeuw werd Rijsel een bolwerk van hetcalvinisme[11]. Dopers kwamen op de brandstapel terecht.[12]. Na de inval van de Spaanse troepen werd de stad weer homogeenrooms-katholiek, en werd herhaaldelijk bestookt doorprotestantse rebellen uit Moeskroen (de zogenaamdeHurlus).
18e-eeuwse kaart van de oude binnenstad en decitadel
In1667 werd de streek door de Franse koningLodewijk XIVbelegerd en ingenomen, tegen de wil van haar Spaansgezinde bewoners. Van1708 tot1713 was de streek in handen vanNederlandse troepen maar werd bij hetverdrag van Utrecht aan Frankrijk teruggegeven. Na deFranse Revolutie lag de stad in de frontlinie en werd zij aangevallen vanuit deOostenrijkse Nederlanden. Het beleg mislukte en de Franse generaalDumouriez zag de kans de gehele Zuidelijke Nederlanden te veroveren.
In de19e eeuw kenden Rijsel en omstreken een snelle bevolkingsstijging doorindustrialisatie. De textielindustrie trok veel immigranten aan, vooral Vlamingen enPolen. De stad stond bekend als "het Manchester van Frankrijk". Het van oudsher rooms-katholieke Rijsel, waar in1881 het Eerste Internationale Eucharistische Congres werd gehouden, werd een 'linkse' stad. In1888 componeerdePierre De Geyter er deInternationale, en in1896 werd Gustave Delory er de eerstesocialistische burgemeester van een Franse stad.
Tijdens deEerste Wereldoorlog had de stad zwaar te lijden van bombardementen. Een groot deel van het stadscentrum werd door brand verwoest. De ineenstorting van de textielhandel na1929 zorgde voor grote armoede in Rijsel. Toen na 1980 een nieuwe crisis in de textielindustrie, maar ook een crisis in demetaalindustrie en het stopzetten van de steenkolenwinning in het heleDépartement du Nord voor grote werkloosheid zorgden, koos de stad voor uitbreiding van dedienstenindustrie. Na 2000 begonnen de bevolkingscijfers weer te stijgen. Nadat het inwonertal tussen 1936 en 1982 daalde van 240.747 tot 168.424, ondanks de aanhechting vanHellemmes enLomme, was het in 2004 weer gestegen naar 226.800.
Rijsel is van oudsher een kruispunt geweest van autowegen, waterlopen en spoorwegen, waardoor de stad zich tot economisch centrum kon ontwikkelen. In de 18e en 19e eeuw was het daarnaast de textielindustrie die Rijsel deed uitgroeien tot 'het Manchester van Frankrijk', zowel in positieve als negatieve zin. In deze periode kende Rijsel namelijk niet alleen een bloeiende economie, maar ook bijbehorend enkele sloppen- en krottenwijken waar de leefomstandigheden vaak slecht waren.
Het toerisme draagt bij aan de florerende economie. In 2004 bezochten 9 miljoen toeristen de stad en zorgden 1,4 miljoen toeristen voor in totaal 2,4 miljoen overnachtingen.
In 2004 was de stad samen metGenua deculturele hoofdstad van Europa. Er bevinden zich diverse musea in de stad, waaronder hetPalais des Beaux-Arts, een van de grootste kunstmusea van Frankrijk.Rijsel is verder de zetel van het gelijknamige in 1913 gestichte rooms-katholiekebisdom Rijsel. De Christ Church Lille is een (Engelstalige) Anglicaanse kerk.
In veel huizen in Rijsel zijn zowel Frans-Picardische alsVlaamse invloeden te herkennen. Zo is er vaak gebruikgemaakt van rode en bruine baksteen, iets wat in Frankrijk een stuk minder gebruikelijk is dan in België. Ook zijn er veel wijken, in het bijzonder in groter Rijsel, waarrijtjeshuizen niet ongewoon zijn. Deze in Frankrijk ongewone kenmerken maken van Rijsel wat architectuur betreft tot een overgangsstad tussen de Franse bouwstijl en die van Vlaanderen, Nederland en Engeland.
Rijsel telt een aantal bouwwerken en pleinen die het bezichtigen waard zijn. Het grootste deel hiervan ligt dicht bij elkaar in het centrum van de stad.
Het belfort van de Kamer van Koophandel
De Kamer van Koophandel en haarbelfort. Deze is gelegen aan het Theaterplein (Plâce du théatre).
DePlace du Général-de-Gaulle, ook bekend alsGrande Place, waaraan onder andere het oude beursgebouw is gelegen. Dit beursgebouw lijkt van de buitenkant een groot gebouw, maar is in werkelijkheid opgebouwd uit 24 kleine handelshuisjes rond een binnenplaats.
Het operagebouw, eveneens gelegen aan het Theaterplein. Het neoklassieke gebouw werd in 1924 in gebruik genomen en heeft een grote zaal met een capaciteit van meer dan duizend mensen.
Het stadhuis (hôtel de Ville) met belfort. Het belfort is meer dan 100 meter hoog en de trap die naar de top leidt telt ruim vierhonderd treden.
DeCitadel van Rijsel, een 17e-eeuwsecitadel, gebouwd in opdracht vanmaarschalkSébastien Le Prestre de Vauban. De citadel is onderdeel van een grote verdedigingsgordel langs de Franse noordgrens, de zogenaamdepré carré, waarvoor Vauban ook nog enkele andere citadellen ontwierp. Het is nog steeds in gebruik als militaire kazerne, beneden is een park met een dierentuintje.
Het monument “Au pigeon voyageur”[14] is een herdenkingsmonument voor de circa 20.000 postduiven die omgekomen zijn tijdens deEerste Wereldoorlog. Ook de gefusilleerdeduivenmelkers worden er geëerd als verzetshelden: Duiven houden tijdens de Eerste Wereldoorlog was immers verboden.[15]
Ieder jaar vindt in het eerste weekend van september deBraderie van Rijsel plaats. De braderie is een van de grotere jaarlijkse Franse evenementen en is tevens de grootste rommelmarkt van Europa. De Braderie van Rijsel trekt ieder jaar één à twee miljoen bezoekers. Datzelfde weekend vindt ook de internationaal hoog aangeschrevenhalve marathon van Rijsel plaats.
Sinds 2006 wordt in de stad het jaarlijkseLille Comics Festival gehouden. Dit is een belangrijk en bekend tweedaagsstripfestival dat tijdens het eerste weekend van november plaatsvindt.
Voor de muziekliefhebbers is er onder andere het jaarlijkse pianofestival.
Het verkeersnetwerk in de omgeving van RijselEen metro van het typeVAl-208
Rijsel is een verkeersknooppunt in de regio Noord-Frankrijk. De stad wordt omringd door enkele belangrijke "autoroutes" en beschikt over een eigen luchthaven, een TGV/Eurostarstation en een rivierhaven die behoort tot de drie grootste van Frankrijk.
Demetro van Rijsel is de eerste van het typeVéhicule Automatique Léger (VAL), een volautomatischemetro op luchtbanden die zonder machinist op het metrostel wordt bestuurd. De afkortingVAL stond aanvankelijk voorVilleneuve d'Ascq – Lille, de eerste route van de metro. Sinds 1989 is er een tweede metrolijn, naarRoubaix enTourcoing, die vlak bij de Belgische grens eindigt.
Naast het metronet is er eentramverbinding tussen Rijsel, Roubaix en Tourcoing.
Rijsel vormt eenspoorwegknooppunt voor het noorden van Frankrijk. Er zijn twee grote stations:Lille-Europe, waar op wat lokale treinen na enkelTGV- enEurostar-treinen stoppen, en hetkopstationLille-Flandres, waar de meeste andere treinen vertrekken of hun reis beëindigen. Het grootstedelijke gebied rond station Lille-Europe,Euralille, is ontworpen door de architectRem Koolhaas.
Vanuit de Belgische stedenKortrijk enDoornik vertrekken internationaleNMBS-treinen naar het station Lille-Flandres.
Op ongeveer 15 minuten van het stadscentrum ligtluchthaven Lille-Lesquin. De luchthaven van Rijsel is in bezoekersaantallen het op elf na grootste vliegveld van Frankrijk en in vrachtvervoer het op drie na grootste vliegveld van het land.
Binnen de Universiteit van Rijsel: De overheid nam het initiatief tot de oprichting van de Campus Lille I (USTL), Campus Lille II en Campus Lille III : 74.000 studenten.
Lille OSC is de professionele voetbalclub van Rijsel, maar speelt in buurgemeenteVilleneuve-d'Ascq. Lille OSC speelt doorgaans inLigue 1, het hoogste Franse niveau. De club werd meermaals kampioen van Frankrijk.
Rijsel is negentien keer etappeplaats geweest in de wielerkoersRonde van Frankrijk. In 1960, 1994 en 2025 startte de Ronde van Frankrijk in Rijsel.
La Voix du Nord, de regionale krant van Noord-Frankrijk heeft haar zetel op deplace du Général-de-Gaulle in Rijsel. Andere dagbladen in Rijsel en omgeving zijn deLiberté-Hebdo, deMetro Lille en deNord Éclair. OokFrance Bleu, het Franse netwerk van regionale radiozenders, is actief in de stad onder de naamFrance Bleu Nord.
↑Brigitte Meijns,Aken of Jeruzalem? Het ontstaan en de hervorming van de kanonikale instellingen in Vlaanderen tot circa 1155, vol. 1, 2000,p. 479-481
↑Declercq Georges, "Le comte Baudouin V de Flandre et les origines urbaines de Lille", in:Revue belge de philologie et d'histoire, tome 89, fasc. 1, 2011, p. 228.DOI:10.3406/rbph.2011.8169
↑M.-P. Willems Closset,Le protestantisme à Lille jusqu'à la veille de la révolution des Pays-Bas (1521-1565), in:Revue du Nord, 1970, p. 199-216[3]
↑J. Decavele,Dopers uit Zuidwest-Vlaanderen op de brandstapel in Rijsel in 1563: de broederschappen van Niepkerke, Zwevegem en Halewijn, in:Biekorf, 116, 2016, p. 12-26[4]