DeRhynie Chert (genoemd naar het dorpjeRhynie;Engelschert =hoornsteen) is een gesteentelaag diedagzoomt in hetSchotseAberdeenshire. De Rhynie Chert is eenlid van deDryden Flags Formation, eenformatie gevormd tijdens hettijdperkEmsien (407 tot 397 miljoen jaar geleden, in het Vroeg-Devoon). De Rhynie Chert is een belangrijke vindplaats vanfossielen van voorallandplanten. Fossielen uit de Rhynie Chert hebben sterk bijgedragen in de kennis over de vroegeevolutie van planten.
Tijdens de vorming van de Rhynie Chert was Schotland onderdeel van hetpaleocontinentEuramerika, dat gevormd was tijdens deCaledonische orogenese. In het Devoon was deze gebergtevorming ten einde en begon erkorstextensie op te treden.
De Rhynie Chert werd gevormd in hetRhynie Basin, een langgerekteintramontanehalfgraben waarvulkanisme actief was. Het bekken werd opgevuld doorfluviatiele enlacustriene sedimenten:cross-bedded zand in de rivierbeddingen en klei in despoelvlaktes enmeren. Doormagmatische activiteit in de aardkorst onder de halfgraben ontstond stroming van hetehydrothermale vloeistoffen. Dankzij deze stroming trad in de zanden en kleienverkiezeling op, waardoor het gesteente omgevormd werd tot hoornsteen.[1]
Of de in de zanden en kleien aanwezige fossielen bewaard bleven, hing af van twee factoren: de graad van verkiezeling en de staat van het fossiel ten tijde van defossilisatie.
Door middel vanbiostratigrafie enpalynologie plaatste men de Rhynie Chert vroeger in hetPragien.Radiometrische datering met deargon-argonmethode leverde een ouderdom van 396 ± 8Ma.[2] Recente correlaties geven het Pragien echter een ouderdom van 411 tot 407 Ma, ouder dan de Rhynie Chert. Daarom wordt de Rhynie Chert tegenwoordig in het Emsien (407-397 Ma) en/of zelfsEifelien (397-392 Ma) geplaatst.
De Rhynie Chert is vooral bekend om de fossielen van primitieve landplanten. Sommige fossielen zijn zo goed bewaard gebleven, dat decelstructuur onderzocht kan worden. Behalvevaatplanten zijn er ook fossielen vanalgen,schimmels en de oudst bekendekorstmossen gevonden. Zeven van de in de Rhynie Chert gevondensoorten waren echte landplanten metcuticula,sporangia,huidmondjes, intercellaire ruimtes en stengels opgebouwd uitlignine.
Aglaophyton was nog geen echte vaatplant omdat deze soort nog geentracheïden had.Nothia aphylla had ook nog geen tracheïden en groeide op zandige bodem.Asteroxylon mackiei wordt gezien als een vroege vertegenwoordiger van deLycopodiopsida.Horneophyton lignieri,Rhynia gwynne-vaughanii,Trichopherophyton teuchansii enVentarura lyonii waren echte vaatplanten, die vanuit eenwortelstok vertakten in bladloze stammetjes. Denematofyten zijn een groep planten die mogelijk half in het water leefden, waar maar weinig over bekend is.
In de Rhynie Chert komen ookblauwalgen voor, diestromatolieten vormden. Ook komengroenwieren enkranswieren voor.
Onder de schimmels uit de Rhynie Chert bevinden zich de oudste goed bewaardeendotrofeMycorrhyza.Winfrenatia reticulata is de oudst bekende soort korstmos.Paleopyrenomycites devonicus was eenascomyceet metperithecium-achtigesporocarpen. Deze schimmel leefde alsparasiet op de plantAsteroxylon en werd op zijn beurt weer door andere schimmels geparasiteerd.[3]
Er komen in de Rhynie Chert ook fossielen vandieren voor, met name vangeleedpotigen.Lepidocaris was eenkreeftachtige met elf paar platte poten en lange antennes, die in stilstaand water leefde.Gifkaakdragers van de groeptrigonotarbiden (een soort spinnen) leefden op het land en zijn veel in de Rhynie Chert gevonden. Alle vijf aanwezige soorten behoorden tot defamiliePachygnathidae, die ook tegenwoordig nog vertegenwoordigers heeft. De in de Rhynie Chert gevondenspringstaartRhyniella behoorde tot de familieIsotomidae.Heterocrania rhyniensis is een lid van de uitgestorven groepEuthycacinoidea, die zowel overeenkomsten metinsecten als met kreeftachtigen had. Ook zijn twee soortenduizendpoten gevonden:Crussolum enLeverhulmia mariae. Van de laatste was de darminhoud bewaard gebleven, zodat we weten dat ze zich voedden met plantenresten in sediment.
Voetnoten
Literatuur