Eenrede(voering) oftoespraak (Engels:speech) is een voordracht door eenspreker, over een bepaaldonderwerp voor een bepaaldpubliek. Deretorica is hetvakgebied dat redevoeringen bestudeert en probeert te ontdekken hoe een goede redevoering is opgebouwd. In deoude humaniora werd het laatste schooljaar "retorica" genoemd, omdat het bestuderen van beroemde (klassieke) redenaars een belangrijk leerstofonderdeel vormde. Redevoeringen werden populair tijdens deklassieke oudheid, in deAtheense democratie en deRomeinse republiek, waar het publiek - althans vrije burgers van het mannelijke geslacht, geen vrouwen en slaven - mocht oordelen over juridische en politieke zaken.
Een redevoering of toespraak is een gestructureerde, overwogen voordracht, en wil de toehoordersinformeren,beïnvloeden ofvermaken. Een toespraak kent, als elke vorm vancommunicatie, vijf basiselementen:wie zegtwat tegenwie, met gebruikmaking vanwelk middel, en metwelke effecten? Een redevoering kan eenvoudige informatieoverdracht behelzen, of het vertellen van eenkortverhaal, maar kan ook worden gebruikt om de toehoorders tot actie aan te sporen. Begaafde sprekers laten het niet bij informatieoverdracht, maar weten ook in te spelen op de emoties van de luisteraars.
Met name politici, advocaten enopenbaar aanklagers houden redevoeringen. Ook in informelere contexten, bij een bijzondere gelegenheid, is het in sommige culturen gebruikelijk een toespraak te houden. Veel beroepen vereisen enige bekwaamheid in hetopenbaar spreken. Bekende, retorisch begaafde sprekers uit het verleden zijnWinston Churchill,Bossuet,Adolf Hitler,Martin Luther King,John F. Kennedy,Barack Obama enBenito Mussolini. Zij waren in staat grote menigten te beroeren en achter zich te krijgen. Legendarisch van King waren de woorden "I have a dream" en van Kennedy "Ich bin ein Berliner".
Beroemde werken over de retorica zijn geschreven door onder meerAristoteles,Cicero enQuintilianus. Meer recentelijk schreef schrijverGerard Reve verschillende bundels met toespraken.
Dealgemene angst om publiekelijk te spreken wordtglossofobie genoemd, of ook welplankenvrees.Jerry Seinfeld zei: "De gemiddelde persoon zou tijdens een begrafenis liever in de kist liggen dan een toespraak houden".
Aristoteles onderscheidde drie soorten redevoeringen:
Grofweg hebben deze genera betrekking op respectievelijk het verleden, de toekomst en het heden.
Een redevoering heeft in het algemeen de volgende opbouw:
Een spreker beschikt over drie soortenpisteis entechnoi, ofwel technische overtuigingsmiddelen:
Vaak komen deze middelen in deze volgorde in de redevoering voor, waarbij delogos in deargumentatio en hetpathos in deperoratio gehoord kan worden.
Een spreker kan voorts gebruikmaken vanpisteis atechnoi, ofwel niet-technische overtuigingsmiddelen, zoals wetsteksten en getuigenverklaringen.
Met name bij een groter publiek kan het moeilijk worden zichzelf kenbaar en verstaanbaar te maken. Bovendien wil een spreker de kans dat zijn boodschap overgebracht wordt vergroten en de aandacht vasthouden. Hiervoor staan, naast de verschillende spreekechnieken, verschillende hulpmiddelen ter beschikking.
Spreken voor publiek is een vaardigheid die niet iedereen even makkelijk afgaat. Er zijn mensen die er een natuurlijke aanleg voor hebben, anderen moeten het leren. Veelvoorkomende fouten waardoor een spreker de aandacht van het publiek kan verliezen zijn:
Componisten van teksten op muziek in met name de 16de en 17de eeuw hanteerden daarin de principes van de klassieke retorica. Deze praktijk heeft zich tot in de 19de eeuw doorgezet, bij wijze van uitloper. Dit was in het onderwijsprogramma waarmee de jongeAnton Bruckner in de kloosterschool vanStift Sankt Florian bijLinz inOostenrijk te maken had (o.a. metAthanasius Kirchners traktaatMusurgia Universalis).De bekendste beoefenaars van retorica-in-muziek zijn geweest o.a.Giacomo Carissimi,Marc-Antoine Charpentier,Claudio Monteverdi,Heinrich Schütz,Matthias Weckmann,Christoph Bernhard enJohann Sebastian Bach.