Dereconquista (Arabisch:الاسترداد al-ʼIstirdād) was een periode van 780 jaar in demiddeleeuwen waarin enkele christelijke koninkrijken op hetIberisch Schiereiland er naar streefden met militair geweld de islamitischeMoren van het schiereiland te verdrijven, nadat deze vanaf711 hetgrondgebied hadden veroverd, op een smalle strook in het noorden na.
De termreconquista komt uit het Spaans en Portugees en betekent "herovering", het perspectief van deRooms-Katholieke Kerk en de Spaanse koninkrijken. Volgens sommige historici is gebruik van de term "herovering" in historisch-politieke samenhang niet juistː er zou nooit een "Spanje" bestaan hebben vóór de komst van de Moren in 711, tenzij men deGermaanseVisigoten als "Spaans" wil zien. Schrijvers alsLucas Catherine en historici alsMaría Rosa Menocal erkennen de term reconquista niet en geven de voorkeur aan de term "conquista" (verovering).
Men spreekt ook wel eens van 'kruistochten op het Iberisch Schiereiland' of 'Iberische kruistochten' om te verwijzen naar de christelijk geïnspireerde veldslagen en zeeslagen tijdens dereconquista.
DeRots van Gibraltar waar generaal Tarik ibn Zijad en zijn troepen voet aan wal zetten.
Tijdens deGrote Volksverhuizing, die mede deVal van het West-Romeinse Rijk veroorzaakte,[bron?] werd het Iberisch schiereiland bezet door deVisigoten die er hun koninkrijk vestigden. Rond 700 brak er een burgeroorlog uit onder verschillende Visigotische edelen en een van de partijen nodigde de islamitische Moren in Noord-Afrika uit om hen bij te staan in de strijd. Aldus stak in711 deBerberse generaalTarik ibn Zijad deStraat van Gibraltar over om te profiteren van de ontstane onrust en chaos ten gevolge van de burgeroorlog onder de Visigoten. De Visigotische koningRoderik werd in hetzelfde jaar vermoord waarmee het koninkrijk ophield te bestaan en de Moren maakten van de gelegenheid gebruik om te trachten het hele schiereiland te bezetten. In718 was het grootste gedeelte van het Iberisch Schiereiland in de handen van de moslims. In722 behaalden de christenen hun eerste overwinning onder leiding vanDon Pelayo in deSlag bij Covadonga, waardoor Asturië niet bezet werd. Aan deinvasie van de Omajjaden in Frankrijk werd een einde gemaakt doorKarel Martel in deSlag bij Poitiers in732.[1]
Tussen 711 en 750 wasAl-Andalus (het islamitischeSpanje enPortugal) een deel van hetkalifaat van de Omajjaden, met als hoofdstadDamascus. Nadat in het Midden-Oosten de Abbasiden deOmajjaden verslagen hadden en de heersende klasse verdreven, vluchtte het enig overgebleven lid van de Omajjaden,Abd al-Rahman I, in756 naar Iberië. Hij verenigde er demoslims en maakte vanCórdoba een nieuwe hoofdstad. Hij verbrak de banden met de Abbasidische kalief inBagdad en stichtte hetemiraat Córdoba. In929 riep zijn nakomelingAbd al-Rahman III zich uit totkalief. Onder hetkalifaat Córdoba kende Al-Andalus grote welvaart. Er was een zekere mate van tolerantie ten opzichte van christenen en joden.[2]In het noorden van Iberië was in de negende en tiende eeuw een aantal kleine christelijke staten ontstaan, elk met hun eigen koningen:Castilië,León,Aragón,Navarra,Portugal enCatalonië. Gaandeweg fuseerden sommigen (bijvoorbeeld Aragón en Catalonië) maar veel macht verwierven ze niet.
Volgens de overlevering werd er toen reeds door christenen tegen de Moren gestreden, zoals in deSlag bij Clavijo, waarbijSint-Jacobus (Santiago) de overwinning bracht.
Tussen 1002 en 1031 viel het kalifaat uiteen in de zogenoemdetaifa-rijkjes. Deze verdeeldheid leidde tot een definitieve kentering na een paar eeuwen patstelling tussen de christelijke rijkjes en de moslims. Voorheen waren er voornamelijk defensieve veldslagen tegen de moslims, maar in deze eeuw krijgen ze een meer offensief, progressief en continue karakter. In 1063 gafpaus Alexander II zijn zegen aan dekruistochten van dereconquista.
Deze eerste periode van het christelijke offensief wordt het vaakst beschreven inridderromans. Bekend is onder anderen El Cid, de legendarische ridderRodrigo Díaz de Vivar, die nu eens met de christenen, dan weer met de moslims meevocht, en uiteindelijkValencia voor de christenen veroverde.
Het jaar1085 was een sleuteljaar in dereconquista. In dat jaar bezette de Castiliaanse koningAlfons VI de oude Visigotische hoofdstadToledo. DeSlag bij Las Navas de Tolosa (tussen Toledo en Córdoba) in1212 was een zware nederlaag voor de moslims en een echte doorbraak. De christenen boekten hierna in relatief korte tijd grote successen: Córdoba werd in1236 veroverd,Sevilla in1248 enCádiz in1260. In1280 was vrijwel het gehele schiereiland in christelijke handen. Alleen hetEmiraat Granada bleef islamitisch onder heerschappij van deNasriden. Het was schatplichtig aan de koningen van Castilië. Interne machtsstrijd was de oorzaak van verval. Vanaf1421 begonnen de opeenvolgende pausen op te roepen tot kruistochten tegen de moslims in Granada.
Standbeeld van Geraldo sem Pavor (Gerard zonder Vrees), een Portugese kruisvaarder met een hoofd van een Moor
Kort na de herovering van Granada braken Ferdinand en Isabella de belofte van hetVerdrag van Granada (1491) om de joden en moslims van die stad met rust te laten.[3]Op31 maart1492 tekenden Ferdinand en Isabella hetEdict van Granada. De joden werden op straffe van de dood gedwongen zich te laten dopen. Veel joden bekeerden zich onder deze druk tot het christendom. Sommigen van hen bleven in het geheim hunjoodse geloof voortzetten. Over het aantal joden dat emigratie verkoos verschillen de meningen, maar men neemt aan dat tussen de 160.000 en de 400.000 personen Spanje verlieten. Enkelen vestigden zich in Portugal en Italië en sommigen weken uit naar Nederland. Het grootste deel ging echter naarNoord-Afrika en hetOttomaanse Rijk. De verspreiding van deSefardische Joden over heel Europa is tot op de dag van vandaag te zien en ze vormden vaak hun eigen gemeenschappen.
DeKatholieke Kerk sprak zich negatief uit over joden en moslims. De naar eenheid strevende staat en de intolerante kerk versterkten elkaar. De band tussen koning en kerkelijke macht was extreem groot in het Spanje van de 15e tot de 17e eeuw. De belangen van staat en kerk vielen samen.
In1499 dwong de Spaanse kardinaalFrancisco Jiménez de Cisneros de moslims (toentertijdMudéjares genoemd) zich te bekeren tot het christendom. Hij verbrandde publiekelijk deKoran. Vele duizenden lieten zich onder dwang dopen. Wie geen christen wilde worden moest het land verlaten. De bekeerde moslims worden numoriscos (morisken) genoemd.
OnderFilips II worden de joden, die als scheldnaammarranos ('zwijnen') kregen en de Moren (Spaans:moriscos) met harde hand vervolgd. DeInquisitie liet 13.000 bekeerde joden ombrengen, omdat zij in het geheim het joodse geloof waren blijven aanhangen. De uitvoering van door de kerkelijke rechtbanken uitgesproken doodstraffen gebeurde door de wereldlijke macht.
DeMozaraben: christenen in door moslims bezette gebieden. Sommigen van hen migreerden naar het noorden van het schiereiland in tijden van vervolging, waardoor elementen van de stijlen, voedsel en landbouwpraktijken werden geleerd van de Moren, terwijl ze hun christendom bleven praktiseren met oudere vormen van katholieke eredienst en hun eigen versies van de Latijnse taal.
DeConversos: joden en moslims die zich tot het christendom hebben bekeerd.
DeOude christenen: de Spaanse en Portugese christenen die niet afstammen van moslims of joden en die hun "bloedzuiverheid" bewaarden.
Farfan: een groep christelijke soldaten, voornamelijk afkomstig uit de Iberische koninkrijken, die in de late middeleeuwen als huurlingen dienden voor de verschillende islamitische dynastieën van de Maghreb.
DeNieuwe christenen: joden die zich tot het christendom bekeerden, werden conversos (bekeerlingen), of pejoratief marranos (varkens) genoemd. Joden bekeerden zich vrijwillig of onder dwang tot het christendom. Sommigen waren cryptojoden die in het geheim het jodendom beoefenden. Alle overgebleven joden werden uit Spanje verdreven als gevolg van het Edict van Granada van 1492 en uit Portugal in 1497. Conversojoden werden onderworpen aan de Spaanse en Portugese inquisitie, ingesteld om het christelijk geloof en de praktijk te handhaven, wat vaak leidde tot geheim onderzoek en openbare straffen van conversos in autos-da-fé ("daden van geloof").
Marrano: denigrerende naam voor joden die zich tot het christendom bekeerden.
DeSefardische Joden: joden die afkomstig zijn uit Spanje en Portugal.
DeWulayti: de eerste generatie Arabieren geboren in hun thuisland.
DeMuladis: christenen onder islamitische heerschappij die zich na de komst van de Moren tot de islam bekeerden.
DeMudéjares: moslims in door christenen bezette gebieden.
DeMorisken: moslims die zich veelal gedwongen tot het christendom bekeerden. Een aanzienlijk aantal waren cryptomoslims die de islam in het geheim bleven praktiseren. Ze varieerden van succesvolle bekwame ambachtslieden, gewaardeerd en beschermd in Aragón, tot verarmde boeren in Castilië. Na het Edict van Granada werd de gehele islamitische bevolking gedwongen zich te bekeren of te vertrekken, en aan het begin van de 17e eeuw werd een aanzienlijk aantalverdreven.
DeMonfis: moslims die na de Val van Granada vluchtten en in de bergen van Granada leefden.
DeSaqaliba: slaven en nakomelingen van slaven uit Oost-Europa die op het Iberische Schiereiland leefden.
Renegaat: een christen in de middeleeuwen die zich bekeerde tot de islam.
Ferdinand II van Aragon: koning van Aragon, trouwde met Isabella I, samen vormen ze de Katholieke Koningen. Vaardigde het Verdrijvingsedict uit tegen de joden en de moslims.
Jaarlijks is er in verschillende steden in Spanje een reeks festivals die de overwinning van de kruisvaarders (christenen) op de Moren (de moslims) vieren. Deze staan gekend alsMoros y cristianos (Moren en christenen). Daar worden de gevechten nagebootst als kleurrijke parades met uitgebreide kledingstukken en veel vuurwerk, vooral in de centrale en zuidelijke steden van de autonome regioValencia, zoalsAlcoi,Ontinyent enVillena. Volgens de populaire traditie herdenken de festivals de veldslagen en gevechten tussen de Moren en kruisvaarders in de periode die bekend staat als reconquista (van de 8e eeuw tot de 15e eeuw).
De festivals verhalen de verovering van de stad door de Moren en de daaropvolgende christelijke herovering. De deelnemers aan het festival worden meestal aangetrokken door lokale verenigingen, filaes (enkelvoud: filá) of comparses (bedrijven die de christelijke of Moorse legioenen vertegenwoordigen). De festivals duren een aantal dagen en zijn voorzien van feestelijke parades met bombastische kostuums losjes geïnspireerd door middeleeuwse mode. Christenen dragen bont, metalen helmen en harnassen, schieten haakbussen af en rijden op paarden. Moren daarentegen dragen oude Arabische kostuums, dragen boegbeelden en rijden op echte kamelen of olifanten. Het festival ontwikkelt zich tussen schoten van buskruit, middeleeuwse muziek en vuurwerk en eindigt met de christenen die een gesimuleerde veldslag rond een kasteel winnen.
711: Deislamitische invasie van het door de christelijke Visigoten bestuurde Iberië door de legers van het kalifaat derOmajjaden begint.
717: Eerste tocht van de Omajjaden over de Pyreneeën naar het Visigotische Gallië.
719: De islamitische Omajjaden heersen nu niet alleen over vrijwel het gehele Iberische schiereiland maar ook overSeptimanië met onder meer Narbonne.
718 of 722: Visigotische overwinning in de slag bij Covadonga in het noordwesten van Iberië leidt tot oprichting van het christelijk koninkrijk Asturië.
739: Moors garnizoen verdreven uit Galicië.
742: Moorse garnizoenen geven hun posities ten noorden van de rivier de Duero op om zich bij de Berberopstand aan te sluiten.
759: Pepijn de Korte herovert de laatste moslimbolwerken in het huidige Frankrijk.
801: De Karolingers onder leiding van Lodewijk de Vrome heroveren Barcelona, plunderen Lleida en vestigen deSpaanse Mark.
809: De Karolingers slagen er niet Tarragona en Tortosa in te nemen en trekken zich terug tot de Spaanse Mark.
868: Herovering van de stad Porto, leidend tot de oprichting van het graafschap Portucale (Latijn voor later Portugal).
871: Herovering van Coimbra door de Asturiërs, het graafschap Coimbra gevestigd.
914: Moren hernemen kort Barcelona.
929: Abd al-Rahman III richt het kalifaat in Córdoba op en neemt de titel van "bevelhebber der gelovigen" (kalief) aan.
1085: Met de herovering van Toledo door Castilië is meer dan de helft van Iberië in handen van de christelijke koninkrijken.
1086: De Almoraviden onder leiding vanYusuf ibn Tashfin verslaan Alfons VI van León en Castilië in de slag bij Sagrajas en brengen de christelijke opmars tijdelijk tot stilstand.
1097: Eerste kruistocht; twee derde van het Iberisch schiereiland heroverd door christelijke koninkrijken.
1118: Navarro-Aragonese troepen heroveren de islamitische bolwerken van Tudela en Zaragoza.
1147: Beleg van Lissabon, onderdeel van de Tweede Kruistocht, de Almoraviden staan Lissabon af aan het koninkrijk Portugal.
1148: Beleg van Tortosa, onderdeel van de Tweede Kruistocht.
1195: De Slag bij Alarcos vestigt het gezag der Almohaden over het zuiden van het Iberisch schiereiland.
1212: De nederlaag in de crucialeSlag bij Las Navas de Tolosa luidt het gestage politieke verval in van de Iberische islamitische koninkrijken.
1236: Cádiz en de voormalige hoofdstad van het kalifaat Córdoba worden heroverd door de Castilianen.
1248: Christelijke legers onder Ferdinand III van Castilië nemen Sevilla na een beleg van zestien maanden.
1249: Koning Alfonso III van Portugal neemt Faro (Algarve) en voltooit de Portugese reconquista.
1249: Het emiraat van Granada is nu de enige islamitische staat op het Iberisch schiereiland.
14e en 15e eeuw: De Mariniden nemen de controle over enkele steden aan de zuidkust over, maar worden snel verdreven, waarna er nog slechts enkele geïsoleerde steden in het zuiden van Granada in handen blijven van de Moren.
1492: Na het Verdrag van Granada (25 november 1491) geven de Moren de stad over. De militaire fase van de reconquista was daarmee voltooid.
1492: Edict van Granada uitgevaardigd door de katholieke vorsten op 31 maart tegen de joden van Spanje.
↑Op gebruik van begrippen als "christenen" of "opmars van de moslims" is uit historisch politieke zicht eveneens kritiek te leveren.
↑María Rosa Menocal,Ornament of the World – How Muslims, Jews, and Christians created a culture of tolerance in Medieval Spain, Little, Brown and Company: New York 2002
↑Peter Linehan & Janet L. Nelson (eds) (2001),The medieval world, vol. 10, p.61