Radom is eenstad in hetPoolsewoiwodschapMazovië, gelegen in depowiatRadomski. De oppervlakte bedraagt 111,80 km², het inwonertal telt 193.777 inwoners (31 december 2024). Radom ligt zo'n 100 kilometer ten zuiden van de Poolse hoofdstadWarschau. De stad telt momenteel 7hogescholen. De stad is een belangrijk verkeerspunt op de routes tussen Warschau enKrakau alsook tussenLublin enŁódź.
De eerste vestigingen in Radom dateren terug tot de 8e-9e eeuw. Op de locatie van het toenmalige vroegmiddeleeuwse dorpje in de vallei van de Mleczna-rivier is nu ook het oude stadscentrum van Radom gelegen. In de tweede helft van de 10e eeuw werd Radom onder de naamPiotrówka het eengord met eenringmuur en eenslotgracht. Door de geschikte ligging van Radom aan de rand van een grote wildernis en de nabijheid met de grenzen vanKlein-Polen enMazovië werd de stad vlug een administratief centrum van het jongeKoninkrijk Polen. Radom werd voor het eerst vermeld in eenbul vanpaus Adrianus IV in 1155. In 1233 werd Radom de woonplaats van eenkasztelan. De naam Radom komt waarschijnlijk van de Slavische naamRadomir, waarbij Radom dangord van Radomir betekent.
In 1376 werd Radom de hoofdplaats van eenstarost en begon zo een tijdperk van grote vooruitgang. KoningWladislaus II Jagiello verleende verschillende rechten aan de stad. Hijzelf verbleef af en toe in het kasteel van Radom, tijdens zijn reizen tussenKrakau enVilnius. Op 18 maart 1401 werd hier dePact van Vilnius en Radom ondertekend.
In de tweede helft van de 13e eeuw verleendeBolesław V van Polen stadsrechten aan Radom, hoewel er geen documenten bestaan om een echte datum hiervan te kunnen bevestigen. Radom maakte een grote vooruitgang mee in de 14e eeuw, wanneer in 1350Casimir III van Polen de zogenaamdeNieuwe Stad liet bouwen. In deze nieuwe stad was er een koninklijk kasteel, een verdedigingsmuur en een stadhuis. Er was ook een marktplein en straten die inschaakbordpatroon aangelegd werden. De Nieuwe Stad was negenhectare groot en de verdedigingsmuur was 1.100 meter lang. Radom had toen drie poorten, elk genaamd naar een handelsroute:Iłżapoort,Piotrków Trybunalskipoort, enLublinpoort. Bovendien was de verdedigingsmuur uitgerust met 25 verdedigingstorens. Het koninklijk kasteel werd gebouwd tussen de muur en deslotgracht.
De periode van welvaart eindigde met deZweedse Zondvloed. Het Zweedse leger veroverde de stad zonder enig gevecht in november 1655. Aanvankelijk gedroegen de indringers zich goed aangezien koningKarel X Gustaaf van Zweden nog allianties zocht bij de Pools-Litouwse adel. De situatie veranderde echter toen in het zuiden van Klein-Polen in het voorjaar van 1656 opstanden uitbraken tegen de Zweedse bezetting, die zich al snel over het land verspreidden. Radom werd geplunderd en bijna volledig verwoest in augustus 1656. De bevolking kromp van ongeveer 2000 voor de oorlog naar 395 in 1660. Slechts 37 huizen bleven na de oorlog in Radom over. De Zweedse soldaten verbrandden ook het koninklijk kasteel en het klooster. Met de Poolse bevolking van Radom in verval, groeide het aantal Joden in het begin van de 18e eeuw. In 1682 kwamen dePiaristen in Radom aan en bouwden er een college tussen 1737 en 1756.
Radom was een onderdeel van het voivodschap Sandomierz in dePools-Litouwse Gemenebest tot dederde Poolse deling (1795). Gedurende een paar jaar (1795 - 1809) lag Radom in de Oostenrijkse provincieWest-Galicië, om vervolgens (1809 - 1815) deel uit te maken van hetHertogdom Warschau. Vanaf 1815 hoorde de stad door het door Rusland gecontroleerdeCongres-Polen. Het bleef wel een administratief centrum. In 1816 - 1837 was het de hoofdstad van de voivodschap Sandomierz waarvan de hoofdstad, ondanks de naam, Radom was. De stad speelde een belangrijke rol in deNovemberopstand. Tussen 1837 en 1844 was het de hoofdstad vanGouvernement Sandomierz, en van 1844 tot de uitbraak van deEerste Wereldoorlog, de hoofdstad vanGouvernement Radom. In het begin van deJanuariopstand bezochtMarian Langiewicz Radom om er de opstand voor te bereiden. In 1867 werd er riolering aangelegd. Straten werden geleidelijk aan verhard en in 1885 was de spoorlijn vanDąbrowa Górnicza naarDęblin klaar met Radom als belangrijke stopplaats. In het begin van de twintigste eeuw werd een elektriciteitscentrale gebouwd. De stad werd bezet door hetOostenrijks-Hongaarse leger in juli 1915. Een Oostenrijks garnizoen bleef in de stad tot november 1918.
Stadhuis van Radom
In deTweede Poolse Republiek werd Radom een onderdeel vanwoiwodschap Kielce. In 1933 werd de spoorverbinding metWarschau in gebruik genomen. Door een economisch investeringsprogramma van de overheid in de jaren '30 van de twintigste eeuw, namelijk hetCentraal Industrieel Gebied werden in Radom verscheidene fabrieken gebouwd. Tegen 1938 was het bevolkingsaantal al gegroeid tot 80.000. De stad was ook een militair garnizoen. Op 8 september 1939 werd Radom bezet door deWehrmacht. De Duitse bezetters voerden verscheidene executies uit op de burgerbevolking en richtten hetGetto van Radom op. Zo'n 34.000 Joden woonden in dit getto en bijna allemaal werden ze naar hetconcentratiekamp in Treblinka overgebracht. Radom was ook een centrum van Pools verzet tegen de Nazi's, met verscheidene fracties van deArmia Krajowa die in de stad en haar omgeving opereerden.
Tot aan deTweede Wereldoorlog leefde er in Radom, net als vele andere Poolse steden, een grote joodse minderheid. Volgens deVolkstelling in het Russische Rijk van 1897 woonden er in Radom 11.200 Joden, wat overeenstemde met 39% van de toenmalige totale bevolking van 28.700.
Tot 1989 werd het economisch profiel van de stad sterk bepaald door de metaalverwerkende industrie. Na de val van het communisme is deze sector niet meer in dezelfde hoge mate in de stad aanwezig. Volgens onderzoek van Eurostat had Radom in 2004 met 30,8% de hoogstewerkloosheid van alle Europese steden[1].Charleroi (28,3%) enLuik (25,8%) vervolledigden de top drie. In november 2015 bedroeg de werkloosheidsgraad in Radom nog 18,6%.