Primatologie is dewetenschap die deprimaten bestudeert. Het is een onderdeel van demammalogie. Het betreft onderzoek naar halfapen, apen en mensapen, met focus op hun natuurlijke leefomgeving, habitatgebruik, eetgewoonten, sociaal gedrag en groepsstructuren.[1]
Primatenonderzoek gebeurt regelmatig in het wild, maar de meeste studies worden uitgevoerd in dierentuinen of in omgevingen die hun natuurlijke leefgebied deels nabootsen, zoals opvangcentra. Om ethische redenen worden primaten nauwelijks als testdieren gebruikt, met uitzondering van derhesusmakaak, die een belangrijke rol speelt in medisch onderzoek. Vooral het bestuderen van apengedrag levert waardevolle inzichten op voor deevolutiebiologie, aangezien primatologie zich voornamelijk richt opgedragswetenschap.[1]
Apen vertonen de grootste genetische overeenkomst met mensen; bijvoorbeeld, resusapen en mensen delen ongeveer 93% van hungenetisch materiaal. Net als mensen kunnen bepaalde apensoorten besmet raken met dezelfdeziekteverwekkers. Bovendien zijn veel moderne geneesmiddelen en therapieën zo specifiek ontwikkeld dat ze alleen effectief zijn bij mensen of apen. Hierdoor worden apen bij uitstek gebruikt om de veiligheid en werkzaamheid van nieuwe vaccins, medicijnen en behandelingen te testen. De beslissing om een aap in te zetten voor onderzoek wordt altijd zorgvuldig overwogen.[2]