Depijnladder is een stappenplan voor de medicamenteuze behandeling vanpijn. Het is oorspronkelijk ontwikkeld door deWereldgezondheidsorganisatie (WHO) voor het behandelen van pijn bijkanker.[1] Dit behandelschema wordt tegenwoordig bij de behandeling van allenociceptieve pijn gevolgd.
De pijnladder van de WHO bestaat uit drie treden. Bij onvoldoende pijnstilling gaat men over op de volgende stap.[1][2]
Stap twee wordt bij de behandeling van pijn bij kanker vaak overgeslagen. De meerwaarde van deze tussenstap is niet bewezen en geeft relatief gezien meer bijwerkingen dan de sterkere opiaten uit stap drie. Bij andere vormen vanchronische pijn kan stap twee eventueel wel worden toegepast.[2][6]
Middelen uit stap drie worden vaak gecombineerd met middelen uit stap één vanwege de verschillende werkingsmechanismen van deze groepen pijnstillers. De pijn wordt zo op verschillende manieren bestreden.[2][6]
Vaak wordt er in stap drie nog onderscheid gemaakt tussen orale, rectale en transdermale toediening en ‘stap 4’,parenterale toediening van opiaten.[2]
Neuropathische pijn reageert vaak niet op de klassiekepijnstillers die gebruikt worden bij nociceptieve pijn. Uitzonderingen zijn tramadol en oxycodon. Verder worden onder andereanti-epileptica,antidepressiva encapsaïcine toegepast voor de behandeling van neuropathische pijn.[7] Wanneer er sprake is van een combinatie van nociceptieve pijn en neuropathische pijn, kunnen dezegeneesmiddelen worden toegevoegd aan de klassieke analgetica uit de pijnladder.