Pieter Balling (? - 1664) was een Nederlandsdoopsgezindkoopman,schrijver,vertaler en lid van decollegianten, eenvrijzinnig protestants gezelschap waarmeeBenedictus de Spinoza in contact stond. Balling vertaalde werk van zijn vriend Spinoza in het Nederlands en correspondeerde met hem.[1][2]
In zijn jeugd was Balling vertegenwoordiger in Spanje en Portugal voor Haarlemse en Amsterdamse kooplui en later werkte hij als makelaar te Amsterdam.[3] Spinoza schreef hem op 20 juli 1664 een ontroerendebrief (Epistolae 17) om hem te troosten met het overlijden van een kind. Balling wordt metJarig Jelles enSimon Joosten de Vries genoemd als vriend van Spinoza. Korte tijd daarna, op 20 december 1664, stierf hij zelf: vader en zoon werden vrijwel zeker slachtoffer van de toen te Amsterdam woedendepestepidemie.[3]
Tijdens een conflict in deDoopsgezinde Gemeente in Amsterdam, de zogehetenLammerenkrijgh, koos Balling de kant van de aanhangers van Galenus Abrahamsz. tegen die vanSamuel Apostool. Als "P.B." schreef hij hieroverVerdediging.. (1663) en eenNadere verdediging..(1664). Hij riep op tot verdraagzaamheid en gehoorzaamheid van kerkdienaren en bestuurders aan de kerkgemeente en bestreed de vorming vanfacties in de kerkgemeente. Uit een andere anonieme publicatie[4] bleek dat deze P.B. Pieter Balling was.
Ballings bekendste werk isHet licht op den kandelaar (1662, 1684). Hij vertaalde Spinoza'sRenati des Cartes Principia philosophiae (1663) in het Nederlands en mogelijk gebruikte Spinoza's andere vertalerJan Hendrik Glazemaker later een vertaling van Balling van de eerste twee delen van deEthica voor deNagelaten Schrifte (1677) van Spinoza.
In 1669 wordt zijn vrouw weduwe genoemd, dus Balling overleed vóór 1670.[1]
Ballings bekendste werk isHet licht op den kandelaar, dat eerst in 1662 anoniem, maar bij herdruk in 1684 onder eigen naam verscheen bij Jan Rieuwertsz., die ook Spinoza uitgaf. Met dit boekje wilde hijHet licht dat in de duisternisse schijnt van de AmsterdamseQuakerWilliam Ames bestrijden, maar ging er nauwelijks op in.[5] Hij besprak de "zee van verwerring" over godsdienst door spraakverwarring en "schoolse geleerdheid", die men kan vermijden door gebruik van het verstand. In enkele bladzijden legde Balling uit, dat "het licht der waarheid, dat een ieder in de wereld verlicht" in ons de bron van alle kennis en godsdienst is. Dit licht omschrijft Balling net alsRené Descartes als de "klare en onderscheidene kennisse [...] in het verstand van ieder mens". De formulering lijkt op Spinoza'sKorte verhandeling van God, de mensch, en deszelvs welstand en verder op ideeën vanDirck Volkertsz. Coornhert.[6] Bij Balling leidt het licht de mens naar God door zonden te vermijden en een schoon geweten te krijgen. Balling verwierp het idee van eenvrije wil, want alles heeft een oorzaak. Maar door het licht kunnen we het goede en God kennen. Anders danJarig Jelles verwees Balling niet naar deBijbel ofopenbaring.
"Licht der waarheit, het waarachtige Licht, 't welke verlicht een yder mensche komende in de werelt. Hier moet gy zyn niet buiten u. Hier zult gy vinden een beginzel dat zeker is en onfeilbaar en waar door gy toenemende en voortgaande eindelyk tot een gelukzaligen standt zult konnen geraken
"Het Licht (dan zeggen wy) is een klare en onderscheidene kennisse van waarheit, in het verstant van een ygelijk mensch, door welk hy zodanich overtuigt is, van het zijn, en hoedanich zijn der zaken, dat het voor hem onmogelijk is, daar aan te konnen twijffelen."
"Welaan dan, o Mensch, buiten u hebt gij geen middel te zoeken om God te leeren kennen; in u zelve moet gij blijven, u wenden tot het Licht dat in u is: daar zult gij ze vinden en nergens anders. God is in u, en een iegelijk mensch, in zichzelve aangemerkt, het allernaaste. Die buiten zich gaat, om door de schepselen God te leeren kennen, die wijkt van God af, en zooveel te verder, naarmate hij zich meer aan de schepselen komt te vergapen. Dit staat u dus te vermijden, het tegendeel te betrachten. Geeft acht op het Licht dat in u is, laat u daardoor leiden, weest daaraan met volharding getrouw."
— Balling:Het licht op den kandelaar, 1662[7]
Onder meer[8]: