Pellegra Bongiovanni (Palermo, eerste helft 18e eeuw - ,1770) was eenItaliaansedichteres enlatiniste.
Bongionvanni werd geboren in Palermo, in hetkoninkrijk Sicilië. Haar vader was een rondtrekkende schilder. Zo belandde ze als jong meisje inRome, hoofdstad van dePauselijke Staat. In Rome leerde ze schilderen, muziek, dans en poëzie.[1]
Bongiovanni geraakte beroemd door het gedichtRisposte a nome di Madonna Laura alle rime di messerFrancesco Petrarca in vita della medesima (1763).[2] Hierin diende ze Petrarca tot antwoord onder de pseudoniem Madonna Laura. Ze gebruikte in haar gedicht dezelfde rijmtypes als Petrarca.[3]
Een jaar later, in 1764, was ze een van de lofdichters op het feest van kardinaalAlessandro Albani; de kardinaal hield in zijn villa een feestbanket ter gelegenheid van de verkiezing van keizerJozef II tot koning van de Romeinen in het Heilige Roomse Rijk. In Rome kreeg haar werk verder lof toegezwaaid vanFrancesco Saverio Quadrio (1695-1756), jezuïet en literatuurcriticus. Bongiovanni hielp markies Casimiro Drago bij zijn vertaling vanBucolica vanVergilius. Aan de dichter Bernardo Bonaiuto, die haar vroeg wat ze vond van zijn poëzie, stuurde ze een lang antwoord in versvorm.
Bongiovanni huwde met Iacopo Rossetti, een advocaat.
Zij werd als vrouwelijke dichter toegelaten tot de literaire verenigingAccademia dell’Arcadia, weliswaar niet in hun hoofdzetel in Rome maar wel in een nevenstichting in Palermo. Ze nam er het pseudoniem Ersilia Gortinia aan.