Paschalis I (Rome, ? - aldaar,11 februari824) waspaus van25 januari817 tot11 februari824.
Hij was de zoon van een man genaamd Bonosus. Hij was voor zijn pontificaat benedictijner abt van het Sint-Stefanusklooster vlak bij het Vatikaan maar was niet erg geliefd bij het volk. Toch werd hij gekozen kort na de dood van zijn voorganger,paus Stefanus IV (V). Ook had hij niet de beste contacten met deFranken en hun koningLodewijk de Vrome. Hij verkreeg wel van Lodewijk de Vrome de onafhankelijkheid van de kerkelijke staat. Ook had Paschalis I geen beste banden met een aantal van de Romeinse edelen: hij werd zelfs beschuldigd van medeplichtigheid in een moordzaak.
De Griekse medechristenen verdedigde hij tegen deiconoclastische Byzantijnse keizers en verleende hun bescherming.
Onder hem werden de kerken deSanta Cecilia in Trastevere en deSanta Maria in Domnica, die dreigden in te storten, herbouwd. Ook bouwde hij de basiliekSanta Prassede. Hij liet in een bergingsprogramma al de gebeenten van de gesloten catacomben overbrengen naarossuaria in de Santa Prassede. De mensen uit Rome wilden hem na zijn dood niet laten begraven in deSint-Pietersbasiliek. Uiteindelijk werd hij begraven in de door hem gebouwde basiliek Santa Prassede waar hij naast vele andere ook de gebeenten van de catacombenpausen had laten bergen.
Op het plaatje hiernaast heeft hij de basiliekSanta Prassede vast.
Hij is nooit formeelgecanoniseerd geweest, maar zijn feestdag is op11 februari (vroeger14 mei).