Palmzegge | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||||
Palmzegges in hetMorton Arboretum inLisle | |||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Carex muskingumensis Schwein. (1824) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op![]() | |||||||||||||||||||
Palmzegge op![]() | |||||||||||||||||||
|
Depalmzegge (Carex muskingumensis) ofparapluzegge is eenoverblijvend kruid die behoort tot decypergrassenfamilie (Cyperaceae).[1] De soort komt van nature voor in deVerenigde Staten enCanada. Ze is vooral te vinden op enigszins natte en openstandplaatsen.
Palmzegges worden veel gekweekt alssierplant voor tuinen en plantsoenen. InNederland werd de palmzegge in 2003 voor het eerst verwilderd aangetroffen inBemmel (Lingewaard).[2] Daarna werd de soort ook in andere, nabijgelegen plaatsen inGelderland verwilderd waargenomen. Nadien volgden er nog waarnemingen uit de provinciesLimburg enZeeland. Palmzegge staat anno 2020 in Nederland te boek alsadventief.
De palmzegge wordt in Nederland gemiddeld 60–80 cm hoog en vormt vrij flinke, lossepollen met korteuitlopers. De soort iseenhuizig en bloeit van juni tot en met september. Palmzegges produceren in de Lage Landen geenzaden, maar vermeerderen zich metuitlopers.[2] Jonge exemplaren kunnen soms lijken opruige zegge (Carex hirta).
De Nederlandse naam van de plant verwijst naar de lange, spitsebladeren, die als een krans langs destengel lijken te staan. Dezebladstand wordt vergeleken met eenhandpalm. Desoortaanduidingmuskingumensis verwijst naar de Muskingum (eenzijrivier van deOhio), waar de soort werd ontdekt.