Eenoverlaat is eenwaterbouwkundige constructie omhoogwater te reguleren en zo kritieke waterhoogten te voorkomen. Overlaten komen voor indijken bij rivieren, kanalen en dammen. Overlaten kunnen van militair belang zijn, zoals deBaardwijkse Overlaat die belangrijk was bij de verdediging van's-Hertogenbosch, of de overlaten vanPolder Noordwatering Veurne bij deSlag om de IJzer. Een andere belangrijke overlaat van maar liefst 40 km lang was deBeerse Overlaat tussenBeers enDen Bosch. Het gebied achter de overlaat waar ten tijde van activering het water doorheen stroomt wordt eengroene rivier genoemd.
Ook in het buitenland bestaan dergelijke constructies, zoals deDay bijHanoi inVietnam.
In delate middeleeuwen zijn de meeste grote rivieren in Nederland bedijkt. In het relatief smalle stroomgebied tussen de dijken werd daarna veelsediment in de vorm vanzand enklei afgezet waardoor de rivierbedding ten opzichte van het omringende gebied steeds hoger kwam te liggen. Een zwakke plek in een dijk, die bijvoorbeeld werd veroorzaakt doorkwelwater, leidde bij hoge waterstanden gemakkelijk tot eendijkdoorbraak waarbij grote hoeveelheden rivierwater afstroomde naar het naast gelegen lagerecultuurland. Ook vormden zich in de winter tussen de dijken regelmatigijsdammen die de rivier grotendeels afsloten. Bovenstrooms kwam het dan tot dijkdoorbraken op onvoorziene plaatsen.
Omdat doorbraken niet goed waren te voorkomen verlaagde men de dijk op een bepaalde gunstig gelegen plaats. Hierdoor was tevoren duidelijk waar bij hoge waterstanden het water zich een weg zou banen. Ook kon zo worden bereikt dat een watervloed achter een stad langs ging in plaats van dat het bewoonde gebied onder water kwam te staan.
De meeste overlaten werden aangelegd in het oosten van Nederland, daar was het gevaar van opstuwing van water uit hetstroomgebied van de rivieren het grootst. BijDeventer was er een overlaat in deSnipperlingsdijk waardoor het IJsselwater ten oosten van de stad richting Zwolle werd afgeleid. In het gebiedGelderse Poort zijn verschillende voormalige overlaten aanwezig.
In de jaren 1960 is een nieuwe grote overlaat aan deRijn aangelegd die een waterstroom parallel aan hetPannerdensch Kanaal mogelijk maakt zodat bij hoogwater meer Rijnwater naar de IJssel kan stromen. In de 21e eeuw worden overlaten naarretentiegebieden nog steeds toegepast om de stand van regenrivieren in bijzondere situaties te kunnen beïnvloeden.[1]
Een overlaat in eenstuwdam dient om de waterstand in eenstuwmeer te beheersen door een teveel aan water te lozen. Eenstuw die hetverval in een waterloop beperkt houdt wordt ook een overlaat genoemd.
De hoeveelheid water die over een overlaat kan stromen hangt vooral af van de waterdiepte boven de drempel van de overlaat. Er zijn twee situaties, eenvolkomen overlaat en eenonvolkomen of verdronken overlaat. Bij een volkomen overlaat is de waterstand achter de overlaat zo laag dat deze geen invloed meer heeft op het overlaatdebiet. Bij een onvolkomen overlaat is dat wel het geval. Voor een onvolkomen overlaatsituatie geldt dan[2]
In bovenstaande formules hebben de symbolen de volgende betekenis
Uo | snelheid over de overlaat [m/s] |
g | versnelling van de zwaartekracht [m/s2] |
H1 | energiehoogte bovenstrooms van de overlaat ten opzichte van het drempelniveau [m] |
h2 | waterstand boven de overlaat ten opzichte van het drempelniveau [m] |
h3 | waterstand benedenstrooms van de overlaat ten opzichte van het drempelniveau [m] |
d | drempelhoogte van de overlaat [m] |