|
Eenoverblijvende,polycarpische ofiteroparezaadplant is eenhoutige plant (
) ofoverblijvend kruid (
), die meer dan eenmaal tijdens zijnlevensduur kan bloeien[1], en niet afsterft na de eerste bloei.
De groep van overblijvende planten staat tegenover die van demonocarpische planten, die afsterven na de (eenmalige) bloei.
Overblijvende planten zijn te herkennen aan de vertakte hoofdwortel, aan de al of niet verhoute stengels (stammen entakken) en aan de aanwezigheid van vegetatieve (niet-bloeiende) stengels, die bij kruidachtige planten meestal aan de basis van bloeiende stengels ontspringen.
Overblijvende planten zijn verhout of kruidachtig, in zeldzame gevallen is het niet erg duidelijk, zoals bijboksdoorn (Lycium barbarum).
De kruidachtige overblijvende planten worden "vaste plant" of "overblijvend kruid" genoemd.
De "houtige planten" zijn overblijvende planten met verhoute takken en stammen: debomen,struiken of heesters enlianen.
De term overblijvende plant moet niet verward worden met "meerjarige plant" (
). De term "meerjarige plant" verwijst naar planten die verscheidene jaren doen over hun ontwikkeling, maar aan het eind daarvan slechts eenmaal bloeien (monocarpische plant of hapaxant).