Otterspitsmuizen | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||
Grote otterspitsmuis (Potamogale velox) | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Familie | |||||||||||||
Potamogalidae Allmann, 1865 | |||||||||||||
Typegeslacht | |||||||||||||
Potamogaledu Chaillu, 1860 | |||||||||||||
![]() | |||||||||||||
Verspreidingsgebieden van de 3 soorten otterspitsmuizen. | |||||||||||||
Afbeeldingen op![]() | |||||||||||||
Otterspitsmuizen op![]() | |||||||||||||
|
Deotterspitsmuizen (Potamogalidae) zijn eenfamilie van semi-aquatischezoogdieren binnen de ordeAfrosoricida die voorkomen inSub-Saharaans Afrika. De wetenschappelijke naam van de familie werd in 1865 gepubliceerd doorGeorge James Allman.[1] Ze zijn het nauwst verwant aan detenreks vanMadagaskar, waarvan wordt aangenomen dat ze zich ongeveer 47-53 miljoen jaar geleden hebben afgesplitst. Ze werden vroeger beschouwd als eenonderfamilie vanTenrecidae.[2]
Otterspitsmuizen hebben kleine ogen en oren, net als bijna allespitsmuizen. Ze hebben een brede, platte snuit die grotendeels bedekt is met gevoelige snorharen en eindigt in een leerachtig kussentje. De randen van de achterpoten hebben huidfranjes en de tweede en derde teen zijn versmolten. Alle soorten otterspitsmuizen hebben een dichte, waterafstotende vacht.[3]
De familie omvat de 3 soorten in 2 geslachten:[4][5]
De relaties tussen de verschillende ordes binnen deAfrotheria worden nog bestudeerd. Otterspitsmuizen zijn eenzustergroep van detenreks (Tenrecidae) en daarna het nauwst verwant aangoudmollen (Chrysochloridae).[6][7]
Afrotheria |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||