HetOsmaans ofOttomaans-Turks was een variant van hetTurks die in hetOttomaanse Rijk werd gebruikt. De taal was vooral voor administratief en literair gebruik en bevatte veelleenwoorden uit hetPerzisch, dat op zijn beurt weer veel uit hetArabisch heeft overgenomen.
De vervanging van het Osmaans door het moderne Turks voor officiële doeleinden kadert in de Osmaanse nederlaag in deEerste Wereldoorlog, die leidde tot de stichting van deTurkse Republiek in1923. In het kader van zijn verstrekkende politieke hervormingen voerde presidentAtatürk in 1928 ook eenschrifthervorming door, die het tot dan toe gebruiktePerzisch alfabet (Arabische alfabet) door hetLatijnse alfabet verving. In de jaren 1930 werd het Turkse Taalinstituut (Türk Dil Kurumu, TDK) gesticht, dat onder meer als taak had de talrijkeArabische enPerzische leenwoorden uit het Turks te verwijderen en de Turkse volkstaal te bevorderen. Vele Arabische en Perzische leenwoorden zijn echter in gebruik gebleven naast hun Turkse synoniemen. Onderstaande tabel geeft enkele voorbeelden.
Het laatste voorbeeld toont overigens aan dat de taalhervorming soms paradoxale resultaten opleverde. Zo iskent weliswaar een woord dat al in hetOudturks gebruikt werd en dus "oer-Turks" is, maar ook in het Oudturks waskent al een leenwoord uit deSogdische taal.[1] Lang vóór de komst van de eerste Turken is het woord al betuigd in plaatsnamen zoalsMarakanda (=Samarkand, in het huidigeOezbekistan). Het Oudturks had weliswaar ook een eigen woord voor "stad", namelijkbalïq, maar dit woord overnemen zou een storendehomonymie opgeleverd hebben met het gewone Turkse woordbalık, dat "vis" betekent.[2]
Het Osmaans werd met hetArabische alfabet (الفباelifbâ) geschreven. Hieraan werden vier door dePerzen ingevoerde letters toegevoegd: ﭖpe, ﭺçim, ﮒgef en ﮊje. De letter ﯓñef werd door de Osmanen zelf ingevoerd. De letters ﮒgef en ﯓñef komen amper in handschriften en eerder zelden in gedrukte teksten voor, aangezien in het eerste geval het diakritische balkje en in het tweede geval de diakritische puntjes vaak weggelaten werden. Ten slotte komt de ﮊje alleen voor in vreemde woorden, zoals اژدرejder ("draak") of ژورنالjurnal ("tijdschrift").
↑Zie de woordenlijsten in Annemarie von Gabain,Chapter 17: Irano-Turkish Relations in the Late Sasanian Period, blz. 617 e.v. passim, in:The Cambridge History of Iran, vol. 3: Seleucid, Parthian and Sasanian Periods, Ed.E. Yarshater. Cambridge University Press. 1983.