In dewiskunde is eenoperand een invoerwaarde voor eenoperator. In

is '+' de operator en '4' en '5' zijn de operanden.
Het aantal operanden van een operator wordt deplaatsigheid of ariteit van de operator genoemd. Op basis daarvan kunnen operatoren onderverdeeld worden. Zo zijn er deunaire operatie enbinaire operatie, en operators die een bewerking op meer dan twee operanden uitvoeren.
Inprogrammeertalen is de betekenis van operator en operand gelijk aan die van de wiskunde. Inassembleertaal wordt de term 'operand' gebruikt voor een gegeven dat eeninstructie nodig heeft. De operand kan de naam van eenregister van deprocessor zijn, eengeheugenadres, een waarde, zoals een getal, of een label.[1] Een voorbeeld uit dex86-instructieset is:
MOV DS, AX
Hierdoor zal een waarde in registerAX
worden verplaatst naar registerDS
. Afhankelijk van de instructie kunnen er nul, één of meer operanden zijn.
- ↑Een label is een symbolische naam voor een geheugenadres.