Opaal is eenamorfemineraloïde met de formule SiO2·nH2O, gehydrateerdsiliciumdioxide met eenwaterpercentage van soms wel 20%. Opaal kan kleurloos zijn, wit, melkachtig blauw, grijs, rood, geel, groen, bruin en zwart.
Men maakt onderscheid tussen de glinsterende edelopalen, de geelrode vuuropalen en de gewone opalen. Hun fysische eigenschappen vertonen belangrijke verschillen. Vaak kunnen veel van deze kleuren meteen worden gezien, veroorzaakt doorinterferentie van licht dat door minieme, regelmatig gerangschikte openingen binnen de microstructuur van het opaal gaat, bekend als dekristalstructuur. Deze openingen worden met secundairkiezelzuur gevuld en vormen tijdens verharding dunne lamellen binnen het opaal. Dit kleurenspel wordtopalescentie genoemd.[1]
Opaal is van het woordupala uit hetSanskriet afgeleid, dat edelsteen betekent.
Opaal wordt al sinds de oudheid alsedelsteen bewerkt. Aanvankelijk werd het voor de vervaardiging van primitieve werktuigen gebruikt, later voor siervoorwerpen. Opaal werd al gebruikt door deAssyriërs,Babyloniërs enRomeinen. Edelopaal behoorde tot de geheimzinnigste stenen. Traditioneel gold het als een steen die ongeluk brengt, vooral voor mensen die de steen niet goed reinigden. De edelopaal diePlinius heeft beschreven is afkomstig uit de afzettingen vanDubník inSlowakije, die in die tijd al werden ontgonnen. Men schreef deze steen magische krachten toe: hij zou helpen tegenmelancholie, kalmeerde de zenuwen, genas het hart, beschermde tegen zorgen, herstelde het gezichtsvermogen en gaf de ogen opnieuw glans.
Naast natuurlijk voorkomend opaal, wordt opaal op allerlei verschillende manieren vervaardigd, experimenteel en commercieel. Het resulterende materiaal is te onderscheiden van natuurlijk opaal door zijn regelmaat: onder vergroting is te zien dat de flarden van kleur in een patroon als van een hagedishuid of kippegaas zijn gerangschikt. Synthetische opalen worden verder onderscheiden van natuurlijk opaal door het gebrek van de eerstgenoemde aan fosforescentie onderUV-licht. Tevens zijn synthetische opalen over het algemeen lager in dichtheid en zijn vaak hoogstporeus, sommige kunnen zelfs aan de tong plakken.
Twee opmerkelijke producenten van synthetisch opaal zijn de bedrijvenKyocera en Inamori in Japan. De meeste zogenaamde synthetische opalen worden echter correcter imitaties genoemd, aangezien ze een substantie, bijvoorbeeld plasticstabilisatoren, bevatten die niet in natuurlijk opaal worden gevonden. De Gilson-opalen, die vaak in uitstekende juwelen worden gezien, zijn eigenlijk imitaties, bestaande uit gelamineerd glas met gestrooide beetjes folie.
Opaal is bros en reageert gevoelig op grote temperatuurschommelingen. Het reinigen geschiedt met zeepwater en niet met ultrasoon geluid of stoom om schade zoals breuk te voorkomen.
Edelopaal is de naam voor enkele varianten. Opaal valt echter niet onder de definitie van edelstenen.
Witte opaal : edelopaal met witte of lichtgetinte grondkleur en een bont kleurenspel
Zwarte opaal : edelopaal met donkergrijze, donkerblauwe, donkergroene of grijszwarte grondkleur. Pikzwart is zeldzaam en zwarte opalen zijn exclusiever dan witte opalen.
Opaalmatrix : bandachtige vergroeiing of schubachtige ingroeiing van edelopaal met of in het moedergesteente
Boulderopaal : edelopaal met de donkerste ondergrond, kleurenspel en hoge vastheid. Deze komt als steengruis voor, waar opaal holle ruimten opvult.
Harlekijnopaal : doorzichtig tot doorschijnend edelopaal met opvallende segmentachtige kleureffecten en behoort tot de meest geliefde opalen
Jellyopaal : blauwachtig groen edelopaal met beperkt kleurenspel.
Chrystalopaal : slechts weinig rode reflecties op kleurloze, glazen ondergrond
Girasol : bijna kleurloos, doorzichtig edelopaal met blauwachtige lichtschijn
Vuuropaal is naar de oranje kleur genoemd en vertoont meestal geen opalescentie. Dit komt zelden voor en is meestal melkachtig troebel. De beste kwaliteiten zijn helder doorzichtig en worden gefacetteerd. Ze zijn gevoelig voor elke vorm van druk.