Hetondervindend voorwerp is een zinsdeel dat in de Nederlandse taal (en ook in andere talen) aangeeft wie de uitgedrukte handeling ondervindt. Deze ondervinding kan positief, negatief of neutraal zijn. Het ondervindend voorwerp wordt traditioneel beschouwd als een van de vormen van hetindirect object, omdat het wel een soort object is, maar dan geendirect object, dat wil zeggen geen zelfstandigheid waarop de door hetwerkwoord uitgedrukte handeling of werking rechtstreeks is gericht. Er zijn echter belangrijke verschillen met hetmeewerkend voorwerp. Het ondervindend voorwerp kan insemantisch opzicht eerder vergeleken worden met eenlijdend voorwerp (zie onder).
Het ondervindend voorwerp kan worden uitgedrukt door eenzelfstandig naamwoord:
door een zelfstandignaamwoordgroep:
door een voornaamwoord (nietwederkerend ofwederkerig) dat dan in de zogenaamdecasus obliquus ofvoorwerpsvorm verschijnt:
of door een voornaamwoordgroep:
De functie van het ondervindend voorwerp lijkt op die van hetlijdend voorwerp, maar is dat niet. Eenbedrijvende zin met een lijdend voorwerp kan altijd worden omgezet in een zin in delijdende vorm:
Bij een zin met ondervindend voorwerp is dat niet mogelijk:
Evenmin is het ondervindend voorwerp eenmeewerkend voorwerp, noch eenvoorzetselvoorwerp. Het kan namelijk niet met een voorzetsel beginnen. Een voorzetselvoorwerp begint daar per definitie mee, bij een meewerkend voorwerp is het mogelijk:
Bij een zin met ondervindend voorwerp is dat niet mogelijk:
Een ander verschil met het meewerkend voorwerp is, dat dit laatste tezamen met een lijdend voorwerp (en dus bijovergankelijke werkwoorden) kan voorkomen. Het meewerkend voorwerp is daar binnen derolverdeling ofthematische relaties rond het werkwoord geen concurrent van, maar vervult een andere rol. Het ondervindend voorwerp echter verdraagt geen lijdend voorwerp naast zich. Het vervult een vergelijkbare rol als een lijdend voorwerp, maar dan in hoofdzaak bij bepaalde klassen vanonovergankelijke werkwoorden, die per definitie geen lijdend voorwerp krijgen.
Als een ondervindend voorwerp gebruikt wordt in een zin met een (semi-) onpersoonlijke constructie, wordt het wel als het 'psychologisch onderwerp' beschouwd:
Deze omstandigheid kan ertoe bijdragen dat het ondervindend onderwerp in de schoolgrammatica tot de lastige zinsdelen wordt gerekend. In de moderne taalkunde onderscheidt mensemantische rollen ofthematische relaties. Het ondervindend voorwerp wordt dan alsexperiencer beschouwd.