Ą | ą |
Ę | ę |
Į | į |
Ǫ | ǫ |
Ǭ | ǭ |
Ų | ų |
Y̨ | y̨ |
Ogonek is eendiakritisch teken. Het woord isPools voor staartje; in hetLitouws is het woordnosinė, wat letterlijknasaal betekent.
De ogonek is een haak die wordt geplaatst onder de rechteronderhoek van een klinker uit hetLatijnse alfabet.
Een ogonek dient ongeveer even groot te zijn als het deel van letters onder de basislijn en moet niet worden verward met decedille ofkomma.
Voorbeeld in het Pools:
Het teken wordt gebruikt in het Pools (letters ą en ę), Litouws (ą, ę, į, ų),Navajo enWestelijk Apache (ą, ąą, ę, ęę, į, įį, ǫ, ǫǫ),Chiricahua enMescalero (ą, ąą, ę, ęę, į, įį, ų, ųų) enTutchon (ą, ę, į, ų, y̨). De ogonek wordt ook gebruikt in de wetenschappelijketransliteratie vanOudkerkslavisch (ę, ǫ) enOudnoords (ǫ). Ook in het moderneElfdaals worden deze tekens gebruikt. Deze laatste taal kan ook ogoneks onder deå en dey hebben. In transcripties van het Oudengels worden ę en ǫ ook dikwijls gebruikt om de open klank weer te geven: 'stelan' ('stelen') versus 'sęttan' ('zetten' - 'settan' in de tekst); 'god' ('God') versus 'lǫmb' ('lam' - 'lomb' in de tekst).
In het Pools, Oudkerkslavisch, Navajo, Westelijk Apache en Chiricahua geeft het teken aan dat de klinker is genasaleerd. In het Litouws was dat oorspronkelijk ook het geval, maar daar is de nasaliteit verdwenen; de ogonek geeft daar nu een lange klinker aan. In het Navajo, Chiricahua, Westelijk Apache en Mescalero kan een ogonek worden gecombineerd met eenaccent aigu ofaccent grave om een hoge toon aan te geven (bij korte klinkers) of (bij lange klinkers) een hoge, dalende, of stijgende toon (bijvoorbeeld ą́, ǫ́ǫ́, į́į). In de spellingconventie vanWillem de Reuse heeft het Westelijk Apache combinaties van ogonek enmacron (bijvoorbeeld ǭ, į̄į̄).
Het gebruik van de ogonek om een nasaalklank aan te geven is gebruikelijk in de transcriptie van deAmerindische talen. Dit gebruik ontstond in de spellingsystemen van de hand van christelijkemissionarissen. Later namen antropologen en taalkundigen dit over.
DeHTML/Unicode-codes voor tekens met een ogonek zijn:
Hoofdletter | Kleine letter | ||
---|---|---|---|
Letter | HTML | Letter | HTML |
Ą | Ą | ą | ą |
Ę | Ę | ę | ę |
Į | Į | į | į |
Ǫ | Ǫ | ǫ | ǫ |
Ų | Ų | ų | ų |
Voor de lettersY̨ eny̨ is geen afzonderlijke Unicode-code beschikbaar en deze worden daarom samengesteld uit Y resp. y + ̨ (combinerende ogonek).