Oefa (Russisch: Уфа;Basjkiers: Өфө,Öfö) is een stad inRusland en is een van de industriële centra van deOeral. De stad ligt aan de samenvloeiing van de rivierenBelaja,Oefa enDjomoj op hetOefa-plateau in deCis-Oeral. Oefa ligt op ongeveer 100 kilometer van de Oeral en op 1519 kilometer vanMoskou. Het is de hoofdstad vanBasjkirostan, eenautonome republiek in oostelijkEuropees Rusland. De stad heeft een lengte van ongeveer 30 kilometer vanaf het zuidwesten naar het noordoosten en heeft een oppervlakte van 753,7 km².
Uit archeologische opgravingen is gebleken dat er lang geleden ook een plaats moet hebben gelegen, die door wetenschappersToera-Taoe wordt genoemd en mogelijk 5000 jaar oud is. Volgens onderzoeker Vladimir Poetenichin die de ontdekking deed isToera-Taoe mogelijk de naam van de heuvelOera en is deze naam verkeerd overgenomen door de Russen; zij zouden der inOera hebben vervangen door def, waardoor het Oefa werd. De oorspronkelijke naamToera-Taoe zou volgens hem "tevoorschijn gekomen uit de zon"[1] betekenen.
Het gebied dat nu Basjkirostan heet werd in1237 veroverd door deGouden Horde. Toen deze in de 15e eeuw in verval raakte, brak tussen de regionale heersers een strijd los over de macht in het gebied. Basjkirostan werd hierbij in drieën gedeeld en was het strijdtoneel van onderlinge gevechten die vooral de Basjkierse stammen trof. Samen met de opkomst vanMoskou en de val van hetkanaat Kazan in1552, zorgde dit ervoor dat Basjkirostan een onderdeel werd van Moskovië.
In1574 werd in opdracht van tsaarIvan IV een fort gesticht om de nieuwe zuidoostelijke grens van Rusland te beschermen, na de inname van Basjkirostan door de Russen. Volgens historische Russische documenten werd er na de val van het islamitische kanaat Kazan een aantal boodschappers naar het gebied gestuurd uit naam van Ivan IV om de bevolking van Basjkirostan te vragen of ze zich aan wilden sluiten bij Moskovië. Tussen 1554 en 1557 sloten alle Basjkierse stammen zich daarop vrijwillig aan in eenconfederatie met Moskovië. De Russische regering bestuurde de stad eerst vanuitKazan, maar de Basjkieren werden in hun gebied geplaagd door overvallen van rondtrekkende strijdlustige nomadenstammen. Daar er in het gebied nog geen enkele stad of militair steunpunt was, vroegen de Basjkieren tsaar Ivan IV om bescherming. Daarop beval Ivan IV een vesting te stichten. Hij zond een afgevaardigde om een geschikte plaats te vinden, die deze vond aan de samenvloeiing van de rivier de Oefa en de Belaja aan de oude handelsroute naar Kazan.
In 1574 werd deze kleine vesting gesticht door een divisie van de Russischestreltsy. Op dat moment was het de meest oostelijk gelegen nederzetting van Rusland. De Basjkieren noemden de plaatsToera-Taoe (Туратау), naar de naam van de heuvel waarop deze was gevestigd (volgens Russische bronnen betekende de naamvervloekte stad - Чёртово городище). Om de vesting werd een 440 meter langeeikenhoutenpalissade gebouwd, waarna de lokale bevolking het fortlmenkala ging noemen ("een plaats van eiken"). Tegelijkertijd begon echter de naamOefa in de mode te komen. Oefa is mogelijk afgeleid van het oude Turkse woordoefak, dat "klein" betekent of komt van een Iraans woord voor "water" dat via deScythisch-Sarmatische stammen ingang vond in het gebied. De plaats werd in die tijd voornamelijk bewoond door dedienstklassebevolking, zoals adellijkheid,streltsy,kozakken enartilleristen. Ze woonden meestal buiten het fort in deposad (handelsnederzetting). In1586 kreeg Oefa de stadstatus. De stad breidde zich snel uit en de oude houten palissade begon door de jaren heen te verrotten. De stad werd geplaagd door aanvallen vanuit het oosten en in1635 werd de stad belegerd door de Siberische vorstenTjavka enAblaj van hetkanaat Sibir, maar hun leger werd verslagen door Russische en Basjkierse troepen en ze werden gevangengenomen. De aanvallen gingen door tot rond 1650, toen deKalmukken, die een belangrijk onderdeel vormden van de aanvallers, zich aansloten bij het Russische Rijk. De dienstklassebevolking was erg actief in het uitbreiden van de versterkingen, het bewaken van de grenzen en met het bouwen van nieuwe forten alsBirsk en Tabinsk (nu het dorpjeTaginskoje).
Oefa werd regelmatig aangevallen door zowel nomadische volkeren als door bijvoorbeeld kozakken, maar werd nooit veroverd. Opstanden kwamen vaak voor onder de Basjkieren en andere inwoners van het gebied (zieBasjkierse opstanden). DeBasjkierse opstand van 1662 tot 1664 was de eerste grote opstand. Deze werd onder andere veroorzaakt doordat de Russische vorsten in Moskou de lokale Basjkierse feodale vorsten verboden om nog langer aanvallen uit te voeren op de Kalmukken en eiste dat ze hun gevangenen vrij zouden laten. De lokale heersers wilden meer invloed over hun gebied en voedden de onvrede over corruptejasak-inners bij de Basjkierse bevolking voor hun eigen belangen.
Bij de opstand, die zich over beide zijden van de Oeral verspreidde en waarbij ook Oefa tevergeefs werd belegerd, werden verschillende Russische plaatsen in het gebied verwoest, waarna de Russische troepen na mislukte onderhandelingen het gebied in 1664 weer innamen. Daarop kreeg Oefa een nieuwe verdedigingspallisade van eikenhout met een hoogte van 2sazjen (± 4,3 meter). Na deze uitbreiding werd het centrum voortaan aangeduid als "oude stad". De stad breidde zich vooral uit in westelijke richting langs de hoofdwegen, met name langs de handelsweg van Kazan naar Moskou en werd een handelscentrum voor handel tussen Siberië en Centraal-Rusland. Bij detweede Basjkierse opstand (1681–1684) werd Oefa opnieuw vruchteloos belegerd evenals bij de vierde en vijfde Basjkierse opstanden van 1735 en 1755. In de jaren 30 van de18e eeuw vormde Oefa de basis voor de oprichting van het kozakkenfort bijOrenburg, waarbij de bevolking in Oefa afnam en de stad haar strategische waarde verloor. Op23 mei1759 brak een grote brand uit in de stad, waarbij een groot deel van het houtenkremlin en de stadsgebieden daaromheen verloren gingen. In1773 brak dePoegatsjov-opstand uit onder leiding vanDon-KozakJemeljan Poegatsjov. Deze werd hierin gesteund door de Basjkierse rebel en dichterSalaoeat Joelajev (Russisch: Salavat Joelajev), die door deze strijd, waarbij Oefa ondanks een 4 maanden durende belegering weer niet werd veroverd, uitgroeide tot nationale held van de Basjkieren. Na deze oorlog verloor Oefa langzamerhand zijn positie als strategisch fort.
Oefa was eerst onderdeel van hetgouvernement Kazan en werd in 1715 onderdeel van deprovincie Oefa en in 1744 van het nieuwegouvernement Orenburg. Bij de bestuurlijke hervormingen van1775 ontstond Oefa als gouvernement, maar vanaf 1796 was het weer onderdeel van het gouvernement Orenburg, om 5 jaar later, in1802, opnieuw af te worden gescheiden, waarbij Oefa haar huidige status alsbestuurlijk centrum (provinciehoofdstad) kreeg. Gedurende de 17e en 18e eeuw veranderde Oefa geleidelijk van een militaire vesting naar het politieke en economische centrum van de regio. Vanaf 1772 had Oefa zijn eigen gemeentehuis met een stadsraad die de stad bestuurde. In1781 ontstond denamestnitsjestvo Oefa die werd geleid doornamestnikIvan Lamb en die in 1796 weer opging in het gouvernement Orenburg. In1788 vestigde de Russische raad vanmoefti's zich in Oefa. In1865 werd Oefa door een tsaristischeoekaze vanAlexander II benoemd tot hoofdstad van het nieuwegouvernement Oefa.
Deindustrialisatie van Oefa begon in de 19e eeuw. In het midden van de 19e eeuw bestonden er al ongeveer 1000huidenbedrijven en enkele ankerplaatsen aan de rivier. De handel van de stad groeide verder toen de scheepshandel werd versterkt door de invoering van reguliere scheepvaart op de rivier de Belaja in1870 en door de aanleg van de spoorlijn vanSamara naarZlatoöest tussen 1888 en 1892. In de stad ontstondenstoommolens,houtzagerijen, spoor- enscheepsreparatiebedrijven. Aan het einde van de 19e eeuw telde Oefa ongeveer 30 fabrieken –levensmiddelen-,leer-,silicaten- en houtverwerkende bedrijven. Daarnaast werd Oefa een belangrijk centrum voor de handel indeeg envlees.
Na deRussische Revolutie werd tijdens deRussische Burgeroorlog de moslimstaatIdel-Oeral uitgeroepen op het territorium van Oefa, Kazan en Perm in een poging het kanaat Kazan nieuw leven in te blazen en kort daarop werden de communisten de stad uitgezet. Dewitte legergeneraalAleksandr Koltsjak richtte op8 september hetOefa Directoraat op met een eigen grondwet dat bestond uit vijf personen die de voorlopige regering van Rusland moesten vormen. Deze poging werd echter een grote mislukking door de grote problemen die bij dewitten speelden. In april1918 hadden debolsjewieken zich hersteld en werd het gebied veroverd door hetRode Leger en Koltsjak ontbond het directoraat en vestigde zijn hoofdkwartier inOmsk. HetTsjecho-Slowaaks Legioen dat op weg was naarVladivostok, hielp Koltsjak in maart1919 om de stad te heroveren, maar het Rode Leger had zich snel hersteld en in november van dat jaar had commandantMichail Froenze de stad weer in bezit.
Toen deBasjkierse Autonome Sovjetrepubliek (BASSR) werd ingesteld in1922, werd Oefa ook hiervan de hoofdstad. In de daaropvolgende jaren werd tijdens de eerstevijfjarenplannen in Oefa een motorenfabriek gebouwd en de eerste TEZ-elektriciteitscentrale en in1939, na de vondst vanaardolie, werd in Oefa het eerste aardolieverwerkend bedrijf geopend. In de jaren '20 en 30 ontwikkelde de stad zich verder. De industriële productie steeg in deze jaren tot het zestienvoudige van daarvoor. In die tijd werd de industriecombinatie van Oefa gebouwd, bestaande uit eenlucifer- en eengloeilampenfabriek, een houtzagerij en een grote leerlooierij. Daarnaast kwamen er verdere bedrijven op het gebied van de levensmiddelenindustrie en de lichte industrie. Tijdens deTweede Wereldoorlog werden op bevel vanStalin ongeveer 1000 grote industriële bedrijven, vele overheidsfuncties en een aantal wetenschappelijke instituten naar Oefa geëvacueerd. Hieronder was ook deComintern. Meer dan 100.000 mensen werden geëvacueerd naar de stad en de stad zelf verloor bij gevechten in deGrote Vaderlandse Oorlog vele inwoners.
In de naoorlogse tijd werd de exploitatie en verwerking van aardolie erg belangrijk voor de stad en speelde daarop de grootste rol binnen de industrie van Oefa. De "Nieuwe Olieverwerking van Oefa" werd geopend in de jaren 50. Het derde olieverwerkende bedrijf volgde kort daarop. Deolieraffinage is nog steeds een van de belangrijkste economische sectoren van Oefa. Daarnaast kwamen ook de chemische industrie, machinebouw, productie van elektrische en mijnbouwapparatuur, synthetische rubbers en voedselproductie op in de stad. Op24 juli1956 werd door desovjet van de BASSR besloten tot de samenvoeging van de noordelijker gelegen stadTsjernikovsk met Oefa. Tsjernikovsk werd vanaf toen bestuurlijk aangeduid als hetdistrict Ordzjonikidzevski van Oefa.
Sinds1991 is Oefa het bestuurlijk centrum van de autonome republiekBasjkirostan.Internationale bekendheid kreeg de stad toen in 2002 bij eenVliegtuigcrash boven het luchtruim vanÜberlingen bij hetBodenmeer eenTupolev Tu-154 vanBashkirian Airlines en eenBoeing 757 van de pakketdienstDHL met elkaar in botsing kwamen.Hierbij kwamen de piloten van beide vliegtuigen om het leven, alsmede alle passagiers van het Bashkirische toestel.De meeste daarvan waren afkomstig uit Oefa, waaronder 49 kinderen.
De stad heeft busverbindingen met de plaatsen en districten van Basjkirostan via centrale busstations in het noorden en zuiden van de stad. Luchtverkeer vindt sinds 1938 plaats via de internationaleluchthaven Oefa ten zuiden van de stad. Oefa ligt aan spoorlijnen die het westelijk deel van Rusland met de Oeral en Siberië verbinden. De rivieren zijn vooral belangrijk voor vrachtvervoer. Via de pijpleidingen wordt aardolie en aardgas getransporteerd naar andere delen van Rusland.
Het stadsverkeer verloopt hoofdzakelijk in noord-zuidelijke richting tussen het stadscentrum in het zuidwesten en het district Ordzjonikidzevski (Tsjernikovsk). Voor de ontlasting van deze hoofdweg werd in de jaren 80 eenparallelrijbaan, deprospekt Okjabrja, gebouwd. De stad wil al sinds de jaren 60 eenmetrosysteem aanleggen, maar dit project werd in 2005 gestopt, vanwege de hoge kosten en goedkopere alternatieven.
De bevolking van de stad bestond in 2002 voor 50,5% uitRussen (in 1979: 58,2%), voor 28,1% uitWolga-Tataren (in 1979: 24,7%), 14,8%Basjkieren (in 1979: 9,5%) en ongeveer 2,5%Oekraïners, 1%Tsjoevasjen, 1%Mari en nog een groot aantal kleinere minderheden. De belangrijkste religies zijn deRussische orthodoxie en deislam. In Oefa bevindt zich ook de zetel van de hoogste moslimgeestelijkheid van Europees-Rusland, die ook gaat overSiberië enKazachstan en de EuropeseGOS-landen. DegrootmoeftiTelget Tajetdin van Oefa wordt echter door veel moslims genegeerd en zijn rivaal, de regeringsgetrouwe sjeikRavil Gainutdin, is voorzitter van de Russische Raad van moefti's.
In Oefa bevinden zich ongeveer 1000 sportfaciliteiten, waaronder zes stadions. Oefa heeft eenijshockeyteam genaamd "HC Salavat Joelajev Oefa" die in de hoogste liga speelt van Rusland met als hoogste verdienste een bronzen medaille in 1997. Thuiscompetities worden gespeeld in het "Dvorets Sporta" ("Sportpaleis"). Het voetbalteam van Oefa heetFK Oefa dat na de oprichting in 2010 twee keer op rij wist te promoveren.
Oefa ligt in deklimaatzone van het gematigde noordelijke bossteppes. Het klimaat is continentaal en vochtig met warme zomers en gematigd koude winters. De gemiddelde temperatuur bedraagt -14,6 °C in januari, met een minimumtemperatuur van -40 °C. In juli bedraagt de gemiddelde temperatuur 19,3 °C met een maximumtemperatuur van 40 °C. De jaarlijkse neerslag bedraagt 419mm.