Nubië vandaag de dag. De oude Nubische koninkrijken bevonden zich langs de Nijl, ongeveer tussen de eerste en zesdecataract.Nubische kunstvoorwerpen (tentoonstelling Drents Museum 2019)
Het moderneNubië is een gebied in het zuiden vanEgypte en in het noorden vanSoedan. In de oudheid waren er verschillende koninkrijken en ook eenvazalstaat vanEgypte. Het gebied was etnisch divers met verscheidene talen waarvan sommige nog niet ontcijferd zijn.
DeOude Egyptenaren noemden het land ten zuiden van de eerstecataractTa-nehsoe ("Land van deNehsoe"). hierin werden verschillende landen en volkeren genoemd, zoalsWawat (Neder-Nubië, tussen de eerste en tweede cataract)Irtjet,Setjoe,Medja enJam.
De Romeinen noemden het gebiedNobatia naar deNobatae ofNoba, een volk uit de Egyptische woestijn dat door de Romeinse keizerDiocletianus in het gebied gebracht was.
De huidigeNoeba in het zuiden vanKordofan, een gebied in Soedan, zijn een verzameling van verschillende volkeren die door de Arabieren naar de Nobatiërs vernoemd zijn, die echter geen historische band met Nubië hebben. Volgens verhalen van de Nubiërs gaat het echter om Nubiërs die de Arabische slavernij ontvluchtten door naar deZuid-Kordofan te vluchten om daar te verwilderen.
ZieKerma voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Vanaf2500 tot de15e eeuw v.Chr. bestond er het koninkrijk Kerma. Dit koninkrijk bestond uit de stad Kerma ten zuiden van de derde cataract, en een reeks van omringende dorpen. Het rijk gedijde op handel met de noorderburen (Oude Egypte) en de Afrikaanse handelsroutes, met name goud.
In detweede tussentijd verwaterden de handelsbetrekkingen tussen Egypte en Kerma. Kerma werkte samen met deHyksos. Na de vereniging van Egypte doorAhmose I werd Kerma verslagen en de Egyptische grenzen verlegd tot diep in Soedan bijAboe Hamid.
ZieKoesj (oudheid) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Thoetmosis I trok ten strijde om Kerma ten val te brengen. Hij trok door tot aan de 4e en 5e cataract waar hij een grensstele neerzette. Hiermee stonden ook de Afrikaanse handelsroutes ter controle. De vorsten van Kerma bleven aan als handelspartners en leveraars van arbeidskrachten. Het gebied werd ter controle gesteld van wat de Egyptenaren deKoningszoon van Koesj noemden. De zonen van dekoningszonen van Koesj werden net zoals de Aziatische vorsten aan het hof in Thebe opgevoed.[1] OokThoetmosis III leidde veldtochten naar Koesj waarna hij de stadNapata de provinciehoofdstad maakte.[2]
De handel in goud werd in forten bijWadi Allaki opgeborgen. Dit goud zou een grote rol spelen in de economie van Egypte.
Na de val van de Ramsessiden aan het einde van de20e dynastie van Egypte en het begin van de 21e Dynastie rond 1070 voor Christus verminderde de greep. Het sindsdien onafhankelijke koninkrijk verlegde de hoofdstad naarMeroë en later naarNapata. Het rijk bleef voortbestaan tot aan 350 na Christus.
Dit rijk produceerde zelfs enkele farao's die in Egypte werden ingedeeld in de25e dynastie van Egypte. Door oorlog metAssyrië en verschillende vorsten van de Nijldelta, waaronder de26e dynastie van Egypte werden ze verdreven uit Egypte, maar hun heerschappij in Nubië ging door. Handel werd gedreven met Afrika en Azië. Het land werd nooit overwonnen door hetRomeinse Rijk.
Het nam vele gebruiken van het Oude Egypte over zoals het geloof, schrift en depiramides. Osiris en Isis speelden een grote rol in de dodencultus. Na de 3e eeuw voor Christus werden inheemse goden belangrijk met typische Afrikaanse elementen zoals een olifantengod.[3]. Het schrift was oorspronkelijk gebaseerd op deEgyptische hiërogliefen-schrift maar rond 260 v. Chr. werd er een cursiefMeroïtisch schrift ontwikkeld.
Tijdens deze Romeinse periode werden de verschillende delen van het rijk verdeeld in kleinere gebieden met aparte leiders of generaals, die elk kleine legers onder zich hadden. Ze vochten allemaal tegen elkaar, waardoor het hele gebied erg kwetsbaar werd voor aanvallen van buitenaf.
Aan het begin van de vierde eeuw werd Koesj overwonnen door deNobatae. De Romeinen noemden vanaf dan het gebiedNobatia.
De geschiedenis van Koesj wordt nog vaak in verhalen verwerkt. Men denke aan deoperaAida, waar de kroonprinses van "Nubië" (d.w.z. Koesj) verliefd wordt op de Egyptische legeraanvoerder;een verboden liefde.
Tegen de7e eeuw was Makurië de dominante macht in het gebied geworden. Het was dan ook sterk genoeg om de zuidelijke uitbreiding van deislam tegen te houden nadat deArabieren Egypte hadden overgenomen. Na enkele mislukte invasies van Egypte sloegen de nieuwe leiders een verdrag metDogomba zodat handel mogelijk werd. Het verdrag hield voor 600 jaar stand. De instroom van Arabische handelaars zorgde er echter voor dat de regio traag maar zeker zich bekeerde tot deislam. Rond1350 werd de centrale kerk van Dongola omgebouwd totmoskee.
In de14e eeuw viel de Dongolaanse regering in elkaar, en het gebied werd opnieuw gedomineerd door Egypte. Gedurende de volgende eeuwen werd het gebied gedeeltelijk overgenomen door andere landen, en andere gebieden werden kleine koninkrijkjes. Noord-Nubië kwam onder de controle van Egypte, en de rest van het gebied werd geannexeerd doorMehemet Ali in het begin van de19e eeuw. Het gebied werd later een Engels-Egyptischcondominium.
Aan het einde van het kolonialisme in het gebied werd Nubië verdeeld tussen Egypte enSoedan.
Veel Egyptische Nubiërs moesten verhuizen na de aanleg van hetNassermeer, waarbij deNijlwerd afgedamd bijAswan. Nubische dorpjes kunnen sindsdien gevonden worden ten noorden van Aswan en op de westoever van de Nijl. Ook in grote steden leven vele Nubiërs.
De ItaliaanGirolamo Segato bracht grote delen van Nubië in kaart. De PruisKarl Richard Lepsius organiseerde in 1924 een wetenschappelijke expeditie richting Meroë. Hij publiceerde zijn werkDenkmäler aus Ägypten und Aethiopien.
Ten tijde van de bouw van deAswandam werden er Oud-Egyptische en Nubische tempels verplaatst: