Norton Atlas-serie | ||
---|---|---|
![]() | ||
Norton Atlas uit 1967 | ||
Algemeen | ||
Merk | Norton | |
Productiejaren | 1961-1968 | |
Voorganger | Dominator-serie | |
Opvolger | Commando-serie | |
Herkomst | ![]() | |
Motor | ||
Motortype | Stoterstangenkopklepmotor | |
Bouwwijze | Dwarsgeplaatsteparalleltwin | |
Koeling | Lucht | |
Boring | 73 mm | |
Slag | 89 mm | |
Cilinderinhoud | 745 cc | |
Smeersysteem | Dry-sumpsysteem | |
Aandrijving | ||
Primaire aandrijving | Ketting | |
Koppeling | Meervoudige natte plaat | |
Versnellingen | 4 | |
Secundaire aandrijving | Ketting | |
Rijwielgedeelte | ||
Frame | Dubbel wiegframe | |
Voorvork | Telescoopvork (Norton Roadholder) | |
Achtervork | Swingarm | |
Remmen | Trommelremmen |
DeNorton Atlas-serie is een serie 750cc-motorfietsen dit hetBritse merkNorton produceerde van 1961 tot 1968. De Norton Atlas stond ook aan de basis van andere modellen, zoals deNorton Commando, maar ook hetAJS Model 33 en deMatchless G15. De Atlas was voornamelijk bedoeld voor deAmerikaanse markt. De naam "Atlas" verwijst waarschijnlijk naar de eerste AmerikaanseIntercontinentale ballistische raket, deAtlas D.
Al kort voor deTweede Wereldoorlog ontstonden in hetVerenigd Koninkrijk de eersteparalleltwins, die de Britse motorfietsgeschiedenis tot in dejaren zeventig zouden bepalen. De eerste was deTriumph Speed Twin (1937). Na de oorlog gingen ook andere merken deze twins produceren. Zo ontstonden deBSA A7, hetAJS Model 20 en deMatchless G9. Norton haaldeBert Hopwood als constructeur naar Bracebridge Street inBirmingham. Hopwood had samen metEdward Turner de Triumph Speed Twin ontwikkeld en in 1948 ontwierp hij hetNorton Dominator Model 7. DeNorton Dominator-serie kreeg in de volgende jaren steeds zwaardere motoren. Van het 500cc-Dominator Model 7 en Dominator 88 via het 600cc-Dominator Model 99 tot de 650cc-Manxman en Dominator 650. Norton behoorde intussen tot hetAMC-concern dat concurreerde met deBSA-Groep (BSA enTriumph). Die merken waren met hun 650cc-modellen dankzij een uitgebreid dealernetwerk sterk vertegenwoordigd in deVerenigde Staten. AMC besloot onder druk van importeurJoe Berliner tot het uitbrengen van 750cc-modellen.
Het eerste doorDoug Hele ontworpen model dat een 750cc-motor kreeg werdNorton 750 SS gedoopt. Het werd alsprototype in 1961 gebouwd. De machine was duidelijk bedoeld voor deAmerikaanse markt, met het voor de VS typische hoge stuur, diepeverchroomde spatborden en kleine 11-liter-benzinetank. Toen de machine in 1962 op de markt kwam heette zeNorton Atlas. Net als bij de 600cc-Norton Nomad en de Norton Manxman kwam het initiatief van de Amerikaanse importeurJoe Berliner, die daar in een harde concurrentiestrijd was gewikkeld met machines als deTriumph 6T Thunderbird, deTriumph T120 Bonneville, deBSA A10 Golden Flash en vooral dedesert racers als deBSA A10S Spitfire Scrambler en deTriumph TR6B Trophy.
Ten opzichte van de tegelijk verschenen 650c-Norton Manxman (boring-slagverhouding 68 x 89 mm) was deboring vergroot tot 73 mm, waardoor decilinderinhoud op exact 745 cc kwam. Het was eenparalleltwin waarbij hetvliegwiel in het midden zat. Dekleppen werden bediend doorstoterstangen die aan de voorkant van het blok zaten, entuimelaars. De motor had het gebruikelijkedry-sump-smeersysteem waarbij de olietank onder het zadel zat. De motor had een 6-voltLucas-Competition-magneetontsteking, maar een apartealternator voor de elektrische installatie. Hij had slechts een enkeleAmal-376 Monobloc-carburateur. Decompressieverhouding van 7,6:1 was lager dan die van de 650cc-modellen. Om dat te bereiken waren de zuigerbodems hol. Hetvermogen kwam daardoor op 49 pk, gelijk aan deDominator 650 SS. Het was een concessie die Hele moest doen, omdat hij voorzag dat de motortrillingen sterk zouden oplopen. Bovendien was vermogen in de VS minder belangrijk dankoppel (vandaar de populariteit vanHarley-Davidson). Door het soepele motorkarakter kon de Atlas vanaf 20 km/uur in de hoogste versnelling accelereren.
Aan de linkerkant van dekrukas zat dewisselstroomdynamo en het voorste tandwiel van deprimaire transmissie. Dat dreef via eenketting het tandwiel van dekoppeling en de vierversnellingsbak aan. Op de voetgeschakelde versnellingsbak zat ook dekickstarter. De aandrijving van het achterwiel geschiedde via een ketting aan de linkerkant.
De Atlas had het zgn.Slimline frame, een doorontwikkeling van het in 1951 geïntroduceerdeFeatherbed frame, dat ter hoogte van de knieën van de berijder versmald was. Daardoor waren de achterkant van de tank en de voorkant van hetduozadel ook smaller en konden kleinere rijders makkelijker met hun voeten bij de grond. Er waren wel aanpassingen gedaan voor het grotere vermogen van het blok. De voorste bevestigingen van het motorblok waren verstevigd. Voor zat de hydraulisch gedempteNorton Roadholder-telescoopvork, achter eenswingarm met tweeGirling-veer/demperelementen. De machine hadtrommelremmen, 203 mm voor en 178 mm achter.
In 1964 werd het motorblok doorontwikkeld. Het kreeg een 12-volt-magneetontsteking en een tweedecarburateur en een verhoogdecompressieverhouding van 8,9:1, waardoor het vermogen op 58 pk kwam. Het model kwam nu eindelijk ook in Europa op de markt en kreeg daarom een lager stuur en een grotere 16,4-liter-tank.
Het was logisch dat deBerliner Motor Corporation zocht naar een tegenstrever voor de 650cc-Triumph- enBSA-terreinmotoren. Die waren populair in dedesert races inCalifornië, in deMojavewoestijn en inNew Mexico, maar in de rest van deVS waren ze ook gewild als pleziermotorfiets. AMC had wel de 650cc-Matchless G12 CSscrambler in het programma, maar die was erg onbetrouwbaar. Joe Berliner was al sinds 1961 importeur voor Norton, maar vanaf 1963 ook vanMatchless. Dat gaf hem veel invloed binnen het AMC-concern. Veelvermogen was niet nodig. DeTriumph TR6C Trophy en deBSA A10S Spitfire Scrambler leverden ongeveer 42 pk en in de VS was vermogen ook minder belangrijk dan een grootkoppel. Het ging vooral om gewicht en handelbaarheid. Norton bouwde deNorton Atlas Scrambler, met een enkelecarburateur, AMC-frame met meerbodemvrijheid, een kleine tank en terreinbanden. Ook deversnellingsbak, de uitlaten en het zadel kwamen van AMC, net als de primaire kettingkast, die bij Norton met een klemband vastzat en bij de andere AMC-merken geschroefd was.
Associated Motor Cycles deed met de merkenAJS enMatchless al jaren aanbadge-engineering (dezelfde motorfiets verkopen onder twee merknamen). Nu Norton haar 750cc-motor had, besloot men daar gebruik van te maken door deze machine ook onder de namen AJS en Matchless aan te bieden. Zo ontstonden deAJS Model 33-serie en deMatchless G15-serie. Deze machines kregen echter niet het Featherbed frame, maar een eigen frame van AMC. De CS-versies hiervan waren scramblers, de CSR-versiessportmotoren.
De Britten konden nog steeds niet genieten van de Norton Atlas, het AJS Model 33 CS of de Matchless G15 CSR. Ze gingen allemaal naar deVerenigde Staten.
In 1966 werd het noodlijdende AMC overgenomen door deVilliers Engineering Group vanDennis Poore. De Norton Atlas bleef nog tot 1968 in productie, maar werd feitelijk al in 1967 opgevolgd door deNorton Commando. De Norton Atlas Scrambler, in feite al identiek aan de Matchless G15 CS en het AJS Model 33 CS, bleef in productie tot 1966. In 1967 kwam er een opvolger, bedacht door deCalifornische dealerBob Blair, die het Atlas-blok in het frame van een 500cc-Matchless G85 CScrossmotor monteerde. Wellicht deed hij dat op verzoek van Importeur Joe Berliner. Daardoor ontstond een sterke maar ook lichteenduromotor, want dit frame was gemaakt van de lichteReynolds 531-buizen. Alle onderdelen werden zo licht mogelijk gemaakt, inclusief de kleinealuminium benzinetank. De ontstekingsmagneet werd vervangen door eenaccu-bobine-ontsteking en de Amal Monoboc-carburateurs door 2 Amal Concentrics. Bovendien kreeg het model hoge uitlaten en noppenbanden. Onder de voorste framebuizen kwam een aluminium carterbeschermplaat en ook de olietank was van aluminium. De machine kreeg ook eensnelheidsmeter en eentoerenteller. Het frame was zwart en de beide tanks "orange apple red". Het kreeg de naam "Project 11", hoewel de testrijders de naam "Cheetah 45" voorstelden.[1] Uiteindelijk namNorton-Villiers het model in productie alsNorton P11. Aanvankelijk produceerde men slechts een klein aantal machines uit reserveonderdelen, maar de vraag in de VS oversteeg het aanbod en de productie moest worden opgevoerd. De P11 werd verkocht met de slogan "Dynamite on Wheels".
Omdat de P11 door zijn noppenbanden alleen geschikt was alsterreinmotor, kwam er eind 1967 al een meer straatgericht model, deNorton P11A Ranger of kortwegNorton 750 Ranger. Deze had een meer comfortabelduozadel en lage uitlaten, maar er waren vanwege de beperkte beschikbaarheid van onderdelen enkele verschillende versies. Zo werden er stalen en aluminium olietanks, verschillende sturen,voorvorken en frames, ontstekingssystemen en zelfs verschillende formaten brandstoftanks geleverd.
In 1967 stond waarschijnlijk al vast datNorton-Villiers afscheid zou nemen van de merken AJS en Matchless. De laatsteMatchless G15 CS-exemplaren, met AMC-frame en Atlas-blok, kregen daarom een Nortonbeeldmerk op de tank en werden tot 1968 verkocht alsNorton N15 CS.
Na de overname van AMC (naast Norton, AJS en Matchless ookFrancis-Barnett enJames) zou de hele modellenlijn verder geproduceerd worden, maar daar kwam niets van terecht. De lichtetweetakten van Francis-Barnett en James verdwenen meteen, Norton had alleen nog de Atlas en deDominator 650 SS over, AJS deModel 33-serie en Matchless deG15-serie en de 500cc-G85 CS. In 1967 verdwenen de merken AJS en Matchless ook. De AMC-fabriek inWoolwich werd gesloten en de productie verplaatst naar hetThruxton Circuit in de buurt vanAndover. Het bedrijf, dat intussenNorton-Villiers heette, richtte zich helemaal op de eind 1967 geïntroduceerdeNorton Commando. De laatste telgen uit het Atlas-geslacht, de Atlas, de P11, de P11A Ranger en de N15 CS, verdwenen in 1968. Met de Atlas verdween ook het succesvollefeatherbed frame, dat de grotere vermogens eigenlijk niet meer aankon.
Norton | 750 SS | Atlas | Atlas Scrambler | P11 | P11A Ranger | N15 CS |
---|---|---|---|---|---|---|
Periode | 1961 | 1962-1968 | 1963-1966 | 1967 | 1967-1968 | |
Categorie | Prototype | Sport | Scrambler | Allroad | Scrambler | |
Motortype | Stoterstangenkopklepmotor | |||||
Bouwwijze | Dwarsgeplaatsteparalleltwin | |||||
Koeling | Lucht | |||||
Boring | 73 mm | |||||
Slag | 89 mm | |||||
Cilinderinhoud | 745 cc | |||||
Carburateur(s) | 1Amal 376 Monobloc | 1 Amal 376 Monobloc Vanaf 1964: 2 Amal 389 Monobloc | 2 Amal 389 Monobloc | 2 Amal Concentric | 2 Amal 389 Monobloc | |
Ontsteking | Lucas 6V-magneet | Lucas 6V magneet Vanaf 1964: Lucas 12V magneet | Lucas 12V magneet | Lucas 12Vaccu-bobine | Lucas 12V magneet, laatste exemplaren accu-bobine | |
Smeersysteem | Dry-sumpsysteem | |||||
Compressieverhouding | 7,6:1 | 7,6:1 Vanaf 1964: 8,9:1 | 8,9:1 | 8,5:1 | ||
Max.Vermogen | 49 pk bij 6.500 tpm | 49 pk bij 6.500 tpm Vanaf 1964: 58 pk bij 6.800 tpm | 55 pk bij 6.800 tpm | |||
Topsnelheid | 160 km/uur | 160 km/uur Vanaf 1964: 180 km/uur | 165 km/uur | |||
Primaire aandrijving | Ketting | |||||
Koppeling | Meervoudige natte plaat | |||||
Versnellingen | 4 | |||||
Secundaire aandrijving | Ketting | |||||
Rijwielgedeelte | Dubbel wiegframe (Featherbed Slimline) | Dubbel wiegframe (AMC) | ||||
Voorvork | Telescoopvork (Norton Roadholder) | |||||
Achtervork | Swingarm met tweeGirling-schokdempers | |||||
Voorrem | 203mm-trommelrem | trommelrem | ||||
Achterrem | 178mm-trommelrem | trommelrem | ||||
Wielbasis | 1.410 mm | Onbekend | ||||
Zadelhoogte | 787 mm | Onbekend | ||||
Tankinhoud | 11,25 liter | 11,25 liter Vanaf 1964: 16,4 liter | 10 liter | 10 of 16,4 liter[2] | 16 liter | |
Rijklaar gewicht | 185 kg[3] | Onbekend | 186 kg | |||
Voorganger | Dominator 650 SS | 750 SS | Matchless G12 CS | Atlas Scrambler | Matchless G15 CS | |
Opvolger | Atlas | Commando | N15 CS | Geen | Commando 750 S |
Voetnoten