Norðri, Suðri, Austri en Vestri zijn vierdwergen uit deNoordse mythologie.
In het Noordse/Germaanse scheppingsverhaal wordt de hemel door deze vier dwergen ondersteund. De namen van deze vier dwergen zijnOudnoords en afgeleid van de vierwindstreken:Norðri vannorðr ("Noorden"),Suðri vansuðr ("Zuiden"),Austri vanaustr ("Oosten") enVestri vanvestr ("Westen").
Norðri, Suðri, Austri en Vestri worden in deVöluspá (hoofdstuk 11) genoemd.In deGylfaginning (hoofdstuk 8) beschrijftSnorri Sturluson hoe de goden uit de schedel van de gedode reusYmir het gewelf van de hemel maakten en dat die vier dwergen Norðri, Suðri, Austri en Vestri het gewelf ondersteunen, iedere dwerg aan één hoek.
Het idee van de vier dwergen die het gewelf van de hemel ondersteunen, is geen literaire uitvinding vanSnorri Sturluson.Het wordt al in de 10e eeuw in stanza 26 van de Ólafsdrápa van Hallfreðr Óttarson vandræðaskáld genoemd.
Opmerkelijk is dat de Romeinen Auster gebruikten voor de windrichting zuid.