Nestvaren | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Asplenium nidus L. (1753) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op![]() | |||||||||||||||||||
Nestvaren op![]() | |||||||||||||||||||
|
Denestvaren ofvogelnestvaren (Asplenium nidus) is eenvaren uit destreepvarenfamilie (Aspleniaceae). Het is een soort van tropische streken inZuidoost-Azië,Australazië,India enOost-Afrika, die populair is alskamerplant.
De benaming 'vogelnestvaren' wordt soms ook gebruikt in ruimere zin, om een aantal aanA. nidus verwante soorten aan te duiden.
Synoniemen:Asplenium ficifoliumGoldm.,Thamnopteris nidus(L.) C. Presl.,Neottopteris rigidaFeé
Debotanische naamAsplenium is afgeleid vanOudgrieks ἄσπληνον,asplēnon (= miltkruid). Desoortaanduidingnidus betekent 'nest'.
De nestvaren is eenepifytische,lithofytische ofterrestrische varen met in bundels geplaatste, 50 tot 150 cm lange lichtgroene ongedeeldebladen, met een zwarte middennerf en gegolfdebladranden. Er is geen verschil tussen steriele en fertiele bladen. Desporendoosjes liggen in dwarse rijen aan de onderzijde van het blad, van de middennerf tot dicht bij de bladrand. Wanneer de sporen rijpen, rollen de bladen zich op en vormen dan een enorm bruin nest tussen de takken van de bomen.
De nestvaren leeft voornamelijk alsepifytische plant op bomen, waar hij water enhumus verzamelt in de kelk die gevormd wordt door zijn bladeren. Hij verkiest warme en vochtige plaatsen, ten minste gedeeltelijk in de schaduw. Hij komt voor intropische streken vanZuidoost-Azië,Australië (voornamelijkQueensland),Hawaï,Polynesië,Christmaseiland,India enOost-Afrika.
Nestvarens worden vaak verkocht als kamerplant, alhoewel het meestal niet omA. nidus gaat, maar om een aantal zeer nauw verwante soorten, zoalsA. australasicum.
Buiten het gebruik als kamerplant, wordt de nestvaren inTaiwan gegeten, en inHawaï gebruikt alsmedicijn.