Het hedendaagse Narbonne was de eersteRomeinse nederzetting in het huidigeFrankrijk ten westen van deRhône. De stad werd gesticht in118 v.Chr. De stad was strategisch gelegen aan deVia Domitia en deVia Aquitania. De Via Domitia, de eersteheirbaan inGallië, liep van Italië naarSpanje en de Via Aquitania liep van Narbonne viaToulouse naarBordeaux aan deAtlantische Oceaan. Narbonne was een van de belangrijkste havens van de westelijke Middellandse zee. De haven lag aan een beschutte lagune bij de monding van de Aude.[2] In 45 v.Chr. maakteJulius Caesar van Narbonne een kolonie voor veteranen alsColonia Narbo Martius.
Narbonne lag in deProvincia Romana in Zuid-Gallië. DezeProvincia (waarvan de naam voortleeft in de naamProvence) werd in 22 v.Chr.Gallia Narbonensis genoemd naar zijn hoofdstad, Narbonne. De stad breidde aanzienlijk uit en kreeg monumentale gebouwen. Tijdens de crisissen van de 3e eeuw kreeg de stad eenmuur van 1600 meter. Voor de bouw werden onder andere de stenen van necropolissen rond de stad gebruikt. De ommuurde stad op de linkeroever van de Aude had een oppervlakte van 17 ha en was aanzienlijk kleiner dan de eerdere stad.[3]
Narbonne bleef de hoofdstad van de provincie tot de8e eeuw, ook in de tijd van deVisigoten toen de provincieSeptimanië werd genoemd. In725 werden Narbonne enCarcassonne veroverd door deOmajjadewāli (gouverneur) vanAl-Andalus,Anbassa ibn Suhaym al-Kalbi. Vanaf 747 werden in Narbonne emirs aangesteld. De eerste emir wasUmar ibn Umar. De Frankische koningPepijn de Korte heroverde de stad in 759 op de emirAbd ar-Rahman ibn Uqba. Hij installeerde er de Visigotische burggraaf Milo (ook al burggraaf van 752 tot 753). In 792 vond nog een kortstondige verovering plaats door de troepen vanHisham I en in 841 marcheerden moslimtroepen op naar Narbonne, maar werden door graafSunifried van Barcelona tegengehouden.
In de middeleeuwen kende de stad verschillende centra: de Cité rond de aartsbisschoppelijke gebouwen op de linkeroever, de Bourg rond de burcht van de burggraaf op de rechteroever en Ville-Neuve, de Joodse wijk. Narbonne werd in de eerste helft van de 12e eeuw een gemeente bestuurd door consuls.[4] De Cité en de Bourg vormden politiek een eenheid, maar hadden elk een eigenstadsmuur. De Cité had de Romeinse stadsmuur behouden en de Bourg kreeg in de 12e eeuw een eigen stadsmuur. In de 14e eeuw werd de Joden de stad uitgewezen. In 1320 trad de Aude buiten haar oevers, overstroomde de vlakte van Narbonne en vond er een nieuwe loop en monding. De oude bedding (de Robine) en haven veranderden in een moerasgebied en een haard van ziekten. Dit verlies van haar zeehaven betekende het einde van de bloeitijd van de stad.
Vanaf 1507 viel Narbonne rechtstreeks onder de Franse kroon. KoningLodewijk XII liet de stad versterken als grensstad metRoussillon, dat toen Spaans was. De stad kreeg een nieuwe stadsomwalling van 3500 meter lang op beide oevers van de Robine. In de 17e eeuw werd hetCanal de la Robine, een zijtak van hetCanal du Midi, gegraven, dat de stad een rivierhaven gaf en een nieuwe verbinding met de Middellandse Zee.
In 1790 verloor de stad haar aartsbisschoppelijke zetel en met hetConcordaat van 1801 zelfs haar bisschoppelijke zetel.[5] In de loop van de 19e eeuw won de stad economisch aan belang door de uitbreiding van de wijnbouw en de komst van de spoorweg. In de jaren 1870 werd de 16e-eeuwse stadsomwalling die al sinds deVrede van de Pyreneeën (1659) haar militair nut had verloren, afgebroken. In de plaats kwamen boulevards.[6]
Van de 3e tot de 19e eeuw was Narbonne een ommuurde stad. Van destadsomwalling van Narbonne zijn nog maar enkele sporen te vinden.
Narbonne heeft een aantal monumenten, namelijk:
het aartsbisschoppelijk paleis (12e-14e eeuw, waarin een aantal musea zijn ondergebracht; het paleis is een voormalig kasteel met drie torens, variërend van de13e-14e eeuw)
De oppervlakte van Narbonne bedroeg op 1 januari 2022 172,96 vierkante kilometer; debevolkingsdichtheid was toen 327,8 inwoners per km².
In de stad ligt hetCanal de la Robine, de 32 km lange verbinding tussen deAude en de zeehaven vanPort-la-Nouvelle ten zuiden van Narbonne.[7] In het zuiden van de gemeente ligt het kanaal langs het Meer van Bages (étang de Bages), dat voor 1320 de lagune van de Aude vormde.
In het oosten van de gemeente ligt het heuvelmassief van La Clape en daarachter Narbonne-Plage met zijn stranden en jachthaven aan deMiddellandse Zee.[8]
De onderstaande kaart toont de ligging van Narbonne met de belangrijkste infrastructuur en aangrenzende gemeenten.
Narbonne was negen keer etappeplaats in de wielerkoersRonde van Frankrijk. De FransmanRené Le Grevès won er twee keer (1935 en 1936). De BritMark Cavendish was in 2008 de voorlopig laatste ritwinnaar in Narbonne.
↑(fr)Christian Grataloup (2020). Atlas historique de la France. Les Arènes - L'Histoire, p. 40. ISBN 979-10-375-0261-2.
↑(fr) D. Moulis, E. Dellong, Mireille Franc, Laissez-vous conter Narbonne, quand la ville était fortifiée, brochure van de gemeente Narbonne, pp. 2-5
↑(fr) Olivier Guyotjeannin, Atlas de l'histoire de France IXe-XVe siècle,ISBN 978-2-7467-0727-6, p. 49
↑(fr)Narbonne. larousse.fr. Geraadpleegd op3 augustus 2022.
↑(fr) D. Moulis, E. Dellong, Mireille Franc, Laissez-vous conter Narbonne, quand la ville était fortifiée, brochure van de gemeente Narbonne, pp. 23-25
↑(fr)Port fluvial. narbonne.fr. Geraadpleegd op3 augustus 2022.
↑(fr)Narbonne-Plage. audetourisme.com. Geraadpleegd op17 juni 2023.