Eenmutant is eenorganisme dat het resultaat is van eenmutatie. De term wordt zowel bij organismen alsplanten,dieren enbacteriën, maar ook bijvirussen gebruikt. Ookgenetisch gemodificeerde organismen zijn (bewust gecreëerde) mutanten.
Eenmutatie kan spontaan, maar ook onder invloed van een chemische stof gebeuren (zoals hetmutageneENU bij muizen) of een mechanische oorzaak hebben (bijvoorbeeld verstoring van despoelfiguur bijceldeling; die al of niet weer onder invloed staat van eenmicrotubuli-verstorende chemische stof alscolchicine).
Ook kan het bij planten, schimmels of bacteriën soms gebeuren dat bij demitotische celdeling geen celwand gevormd wordt, wat resulteert in eentetraploïde cel, of in heterfelijke materiaal kan iets stuk gaan. Als deze cel verder uitgroeit tot een plant(endeel), dan wordt de mutant soms zichtbaar. Door dit deel vegetatief te vermeerderen (kloneren), ontstaat een nieuwras ofcultivar.
Mutaties kunnen uiteenlopende gevolgen hebben, van wenselijk – zoals bij nieuwe cultivars of speciale kenmerken – tot kwaadaardig en dodelijk – zoals bij kanker. Veel mutaties hebben geen speciale voor- of nadelen, deze worden soms aangeduid alsspandrels. Een mutatie kan ook voor- en nadelen combineren.Sikkelcelanemie is bijvoorbeeld eenpuntmutatie die de drager veel ongemakken bezorgt, maar hij biedt wel bescherming tegenmalaria. Een heel ander voorbeeld zijn demuismodel-mutanten, dit zijn muizen die voor wetenschappelijk onderzoek gekweekt of aangepast zijn om een mutatie te dragen. Als individu hebben ze daar voornamelijk last van, zodat de voordelen vooral bij de onderzoeker liggen. Niettemin overleven ze doordat ze gekweekt worden en maken ze dus deel uit van de evolutionaire stamboom.
Wanneer bijvoorbeeld de schilkleur bij appel of aardappel naar rood verandert, wordt van een rode mutant gesproken. Bij appel is 'Red Elstar' een schilkleurmutant van 'Elstar'. Bij aardappel is 'Rode Eersteling' een schilkleurmutant van 'Eersteling'. Sommige typen mutanten hebben in de botanie en in andere vakgebieden een eigen aanduiding: wanneer een boomvorm verandert naar een meer compacte vorm wordt in plaats van het woord mutant in de praktijk vaak de aanduiding spur gebruikt, bij een ongepigmenteerd dier spreekt men wel van eenalbino etc.
Bij mutanten komt het voor dat niet alle cellen van het organisme de mutatie waar het over gaat, bezitten. Men spreekt dan vanchimeren. Bijvegetatieve vermeerdering van chimere planten kan dan een uitsplitsing optreden naar planten met volledig gemuteerde vruchten, planten met gestreepte vruchten en planten met vruchten zoals die van het moederras.
Bij sommige sierbomen en -struiken met bont blad kunnen door de chimerastructuur scheuten met groen blad gevormd worden. Deze groeien harder, doordat ze meerbladgroenkorrels hebben en kunnen geheel gaan overheersen. Daarom worden deze scheuten gewoonlijk zo snel mogelijk weggesnoeid. Bijvoorbeeld bij de esdoornAcer negundo 'Variegatum'.
Deevolutieleer stelt dat alle soorten ontstaan zijn uit de weinige mutanten die beter aangepast zijn dan de ongemuteerde soort. Dit verschijnsel zien we op kleine schaal bij resistentie, een verschijnsel dat zich voordoet bij het gebruik vanbestrijdingsmiddelen.
Instripverhalen entekenfilms zijn mutanten vaak kwaadaardige gedrochten met uitzonderlijke capaciteiten. Dat is niet uitgesloten, maar in werkelijkheid is de overgrote meerderheid van de mutanten zwakker dan de ongemuteerde soort. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen zal denatuurlijke selectie een mutant bevoordelen.
In verhalen veranderen ver volgroeideorganismen soms in mutanten, bijvoorbeeldreptilians,Teenage Mutant Ninja Turtles ofX-Men. Wetenschappelijk gezien is dit onzin. Indien er een mutatie ontstaat in een van decellen van een volwassen organisme, zal het organisme als geheel daar meestal weinig van merken. Een mutant ontstaat door een mutatie in eeneicel ofzaadcel, vóór of direct na deconceptie, voor of kort na de eersteceldelingen van hetembryo. Alle cellen van het uiteindelijke organisme hebben dan dezelfde mutatie.