Deze plaats aan de voet van Euganische Heuvels wordt al sinds debronstijd bewoond. In de7e eeuw werd hetMons Silicis, waar een Byzantijns kasteel stond, door deLongobarden veroverd. In de11e eeuw werd Monselice een vrije comune, maar het werd al snel bezet doorEzzelino III da Romano, plaatsvervanger vanFrederik II. Keizer Frederik II liet op de heuveltop een kasteel herbouwen: het fortMastio Federiciano naar hem genoemd. Vanaf1405 maakt Monselice deel uit van deVenetiaanse Republiek.
Op deColle della Rocca, in het Mastio Federiciano, bouwde de Venetiaanse patriciër Pietro Duodo (1554–1610) eengrote villa. In 1605 verkreeg hij pauselijke toestemming voor een bijzonder project, hetSantuario Giubilare delle Sette Chiese. Op de weg die stijgt naar het plein voor de villa en de San Giorgio, liet Duodo zijn architectVincenzo Scamozzi zes kapellen bouwen. De zeven gebedshuizen kregen de naam van deZeven pelgrimskerken van Rome, die binnen afgebeeld waren door de schilderJacopo Palma il Giovane. Een bul vanpaus Paulus V verzekerde pelgrims dat een bezoek aan deze Sette Chiese dezelfde volleaflaat opleverde als een bezoek aan de basilieken vanRome. Vandaar de Latijnse inscriptieRomanis Basilicis Pares die boven het portaal van deVia Romana is aangebracht.
Het deels ommuurde historische centrum van Monselice ligt ten westen van hetCanale Bisatto. Het hart van de stad wordt gevormd door hetPiazza Mazzini waar de robuusteTorre Civica uit1244 staat. Andere belangrijke monumenten in het centrum zijn de oudekathedraal uit1256, het middeleeuwse kasteelCa' Marcello en de kerkSanto Stefano uit de16e eeuw.
Ten westen van de stad liggen deEuganische Heuvels, een groep uitgedoofde vulkanen midden in dePovlakte. Het gebied kent een bijzondere flora en fauna en is daarom in 1989 door de regionale regering uitgeroepen tot natuurreservaat.
Monselice ligt aan de snelweg A13 en een spoorweg, die de verbinding vormen tussenBologna enPadua. Het heeft verder een spoorverbinding metMantua.