Positie van Moesië (inferior en superior) in het Romeinse Rijk
Moesië (uitspraak:Meuzië; Latijn:Moesia) was eenprovincia in hetRomeinse Rijk. Het grondgebied van de provincie kwam ruwweg overeen met het tegenwoordigeServië plus Noord-Bulgarije.Kleine delen vanRoemenië,Noord-Macedonië enOekraïne (gedeeltelijk ter hoogte van het zuiden vanMoldavië) lagen ook in deze provincie.
De provincie Moesië werd in het noorden begrensd door de Romeinse provincie (vanaf106) ColoniaDacia; in het zuiden door de provinciesThracië enMacedonië; in het oosten lag deZwarte Zee; en in het westen lagDalmatia. Moesië had in het noordwesten een kleine grens metPannonia (vanaf circa100Pannonia superior).
In de praktijk kwamen de grenzen ongeveer overeen met in het zuiden de bergketensHaemus (Balkangebergte) en hetŠargebergte (soms ook welScardus,Scordus ofScodrus genoemd); in het westen de rivier Drinus (de huidigeDrina); in het noorden deDonau; en in het oosten de Zwarte Zee. De provincie werd bewoond door deThraciërs.
Gaius Scribonius Curio,proconsul vanMacedonia, stootte aan het hoofd van zijn troepen in75 v.Chr. door tot aan deDonau. Hij behaalde de overwinning over de zo geduchte Thraciërs. De provincie zelf werd pas circa29 v.Chr. echt onderworpen doorMarcus Licinius Crassus (kleinzoon van de beroemdetriumvir), die tijdens de regering vanAugustus proconsul van Macedonië was. Toch liet de verdere organisatie als Romeinse provincie op zich wachten tot het einde van Augustus' leven. In6 n.Chr. kwam er uiteindelijk echt een gouverneur, Caecina Severus (de man wordt door Dio Cassius vermeld (lv. 29)).
Oorspronkelijk was Moesië één provincie, onder het bestuur van een keizerlijk consulaat (de keizer mocht de gouverneur dus kiezen). Het is zeer waarschijnlijk dat deze man tevens de proconsul vanAchaea enMacedonia was.Domitianus verdeelde (rond90) het langgerekte Moesië in twee delen:Moesia superior (soms wel Opper-Moesië genoemd) enMoesia inferior (Neder-Moesië), waarbij superior in het westen en inferior in het oosten lag. (Moesia inferior had nog een ander bekende (bij)naam:Ripa Thracia, naar de inwoners van het gebied.) De meeste historici plaatsen de scheidingslijn tussen oost en west op de rivierCiabrus (de huidigeTsibritsa), maar sommigen denken dat de grens in werkelijkheid verder naar het westen lag, de rivier deLom met als hoofdplaatsUlpia Traiana Ratiaria. De twee nieuwe provincies bleven elk geleid door een keizerlijk consulaat en een procurator. De splitsing kwam er waarschijnlijk om de organisatie van de verdediging te vergemakkelijken: Moesië had vele versterkingen op de zuidelijke oever van deDonau en zelfs een volledige muur (tussenAxiopolis enTomi) als bescherming tegen deScythen en deSarmaten.
In106 konTrajanus na twee oorlogen een nieuwe provincie innemen:Dacia, net ten noorden van beide Moesiës. De crisis in de3de eeuw resulteerde echter in een ernstige verzwakking in de verdediging van de grenzen enAurelianus moest het gebied circa270-275 afstaan aan deGoten. De Romeinse vluchtelingen uit Dacia vestigden zich in het centrale deel van Moesië en de regio werd een nieuwe provincie:Dacia Aureliani (Dacia van Aurelianus). Deze nieuwe provincie werd op haar beurt ook opgesplitst, inDacia ripensis enDacia interior, zodat het oorspronkelijke Moesië nu in vier delen opgesplitst was.
Moesië in de oudheid. Uit: Gustav Droysens Allgemeiner historischer Handatlas, 1886
Er vond echter nog een vijfde splitsing plaats:Diocletianus maakte van de regioDardania, een district in Moesia superior, bewoond doorIllyrische Dardani, een speciale provincie met als hoofdstad Naissus of Nissa (het moderneNiš), de geboorteplaats vanConstantijn de Grote.
De Goten, die Moesië in250 al eens waren binnengevallen, werden op hun beurt zwaar geteisterd door deHunnen en staken deDonau opnieuw over in376.Valens, die toen de keizer was, stond de Goten toe om zich op Romeins grondgebied te vestigen, maar er braken al snel twisten uit. Amper twee jaar na de vestiging op Romeins gebied, werd Valens verslagen in deSlag bij Adrianopel (378). Die Goten stonden bekend als de Moeso-Goten, die onder leiding vanWulfila deBijbel vertaalden naar hetGotisch. Nadien, in395 tijdens deGotische oorlog, trokken deVisigoten op plundertocht door Moesië op weg naar Griekenland (395-398), met in hun kielzog deHunnen, die daarna in440 plunderend door de streek trokken. Moesië werd daarna een deel van hetOost-Romeinse Rijk.
De economie van Moesia superior was afhankelijk van de grote heirbaan die het noorden vanItalië metConstantinopel verbond (en door Moesia superior liep). Die weg ging door Naissus en van daaruit vertrok er een tweede grote weg, die in zuidelijke richting naarDyrrhachium inMacedonia liep. Moesia superior was bekend om zijnslaven.
Moesia inferior was niet zo afhankelijk van genoemde grote heirbaan; het lag op de handelsvaarroute die vanuitOlbia (in de huidigeOekraïne) naar Constantinopel leidde. Langs die route kwamengraan,honing enhuiden het rijk binnen enTomi, een stad in Moesia inferior, was een belangrijke tussenpost.