Mitrovicë (bepaalde vorm:Mitrovica;Servisch:Косовска Митровица,Kosovska Mitrovica; vaak aangeduid met de verkorte Servische naamMitrovica) is een stad inKosovo en de hoofdstad van de gelijknamige regioMitrovica. In 2024 telde de stad in totaal 72.662 inwoners, waarvan 64.742 in de gemeenteZuid-Mitrovica (Mitrovica e Jugut) en 7.920 in de gemeenteNoord-Mitrovica (Mitrovica e Veriut). De bevolking ismulti-etnisch en religieus verdeeld: etnischeAlbanezen (moslims) vormen de grote meerderheid (88%) en wonen vooral in het zuiden van de stad. De grootste minderheid (7,7%) zijn etnischeServen (Servisch-orthodox), die bijna uitsluitend in het noorden van de stad wonen. Andere, kleinere minderheden, met name 1%Bosniakken en 1,4%Ashkali, wonen zowel in het noorden als in het zuiden van de stad.[1]
De twee grootste bevolkingsgroepen wordengeografisch van elkaar gescheiden door deIbarrivier, en omdat het in het verleden geregeld tot gewelddadige confrontaties kwam, wordt Mitrovicë doorgaans als de meest politiek onrustige plaats van Kosovo beschouwd. Om de rust in de stad te bewaren en de Albanezen en etnische Serven uit elkaar te houden zijn enkele duizendenKFOR-militairen enUNMIK-politietroepen in de stad gelegerd. Drie bruggen verbinden het noordelijke en zuidelijke gedeelte, maar vooral de centraleNieuwe Brug, waar wordt gepatrouilleerd door een aantal leger- en politievoertuigen uit binnen- en buitenland, is een symbool geworden van het nog steeds aanwezige wederzijdse wantrouwen en haat in Kosovo.
Na deNoord-Kosovo-crisis (2011-2013) en het daarop volgendeAkkoord van Brussel (19 april 2013) werd Mitrovica ookbestuurlijk gesplitst en opgedeeld in een noordelijke en zuidelijkegemeente; Zowel Noord-Mitrovica als Zuid-Mitrovica worden elk geleid door hun eigen rechtstreeks verkozen burgemeester en hun administratie.
Al sinds het einde van deKosovo-oorlog in 2000 waarin deAlbaneseguerrillaorganisatieUÇK tegen hetJoegoslavisch leger vocht voor een onafhankelijk Kosovo heerst in de stad Mitrovica een gespannen sfeer waar elk incident kan leiden tot gewelddadig protest van een of andere bevolkingsgroep en hun milities.
De rellen die Kosovo kende in de zomer van 2011 vonden plaats in de grensgemeentenLeposavić enZubin Potok. Toeristen en andere bezoekers wordt echter geadviseerd uit te kijken met in welke taal men mensen aanspreekt, en bij twijfelDuits ofEngels te gebruiken, eerder dan iemand aan te spreken in de taal van de andere gemeenschap.[2]
Zowel in de maanden voor als na degemeenteraadsverkiezingen van eind april 2023 vonden er gewelddadige rellen plaats in de vier gemeenten die samen de regio Noord-Kosovo vormen: Leposavić,Zvečan, Zubin Potok en ook Noord-Mitrovica. De verkiezingen werden geboycot door de pro-Servische partij 'Srpska Lista' (Servische Lijst). Deboycot werd door de etnische Serviërs grotendeels opgevolgd en leidde tot een extreem lage opkomst van 3,47% in Noord-Kosovo.[3] In Noord-Mitrovica ging niemand van de etnisch-Servische bevolking naar de stembus. Met slechts 300 behaalde stemmen werd de in Zuid-Mitrovica wonende Erden Atiq van depro-Albanese 'Vetëvendosje!'-partij toch verkozen en in mei beëdigd tot de nieuwe burgemeester van Noord-Mitrovica. Volgens de Servische Kosovaren ontbeert burgemeester Atiq elke democratische legitimiteit en is zijn verkiezing het gevolg vanapartheid.[4] De pro-Servische politieke leiders beschouwden de beëdiging van hem en nog twee andere Albanese burgemeesters in Noord-Kosovo als een “invasie van het noorden” en riepen op tot protest. In de dagen erna kwam het tot zware confrontaties tussen Servische demonstranten enerzijds en politieagenten en soldaten vanNAVO-vredesmachtKFOR anderzijds.
De stad Mitrovica is gelegen nabij desamenvloeiing van de rivierenIbar,Sitnica, Lushta en Trepça[5] en is daardoor gevoelig voor overstromingen. De stad wordt omringd door de bergenKopaonik,Rogozna enGjeravica die deel uitmaken van deAlbanese Alpen, ook wel deVervloekte Bergen (Servisch/Montenegrijns:Prokletije) genoemd. Deze duistere bijnaam verwijst waarschijnlijk naar het ontoegankelijk karakter van de ruig begroeide bergtoppen, waar in het verleden ook Slavische soldaten, in combinatie met de grillige weersomstandigheden, veel moeite hadden om deze over te steken.[6]
Het zuiden van de stad concentreert zich rondÇarshi e Vjetër ('oude bazaar'), waar zich deZandmoskee (Xhamia e Zallit) en het standbeeld vanUCK-commandant Shemsi Arif Ahmeti bevinden. HetEtnologisch Museum van Mitrovicë in het 18e-eeuwse Ottomaansehamamgebouw met negen koepels is momenteel (2011) gesloten, en is op zoek naar een nieuwe locatie. De nieuweBayrampaşa-moskee, onder de lokale bevolking beter bekend als de Zandmoskee (Xhamia e Zallit), is de grootste moskee van de stad en een van de grootste van Kosovo. De oorspronkelijke, oudeIsa Beg Moskee die op dezelfde plaats stond, werd zwaar beschadigd tijdens de Kosovo-oorlog van 1999 en werd daarna heropgebouwd. De heropbouw werd gefinancierd door de Turkse gemeenteBayrampaşa.
De in 2014 gerestaureerdeServisch-orthodoxeSint-Savakerk uit 1896-1912 is afgeschermd door prikkeldraad en vormt het centrum van een kleine Servischeenclave in Zuid-Mitrovicë. De Sint-Savakerk werd tijdens de anti-Servischepogroms van maart 2004 geplunderd en in brand gestoken door de lokale Albanese bevolking. Daarbij kwamen 27 mensen om het leven.[7] Verder zijn er nog een katholieke kerk, het voormaligeRussische consulaat aan deRruga Kemajl Atatürk, en een standbeeld vanMoeder Teresa langs de hoofdstraat richting het noorden.
Boven op een heuvel, op een steenworp van het stadscentrum, werd de nieuwe, Servisch-Orthodoxe, HeiligeDemetrius van Thessaloniki-kerk gebouwd, nadat de vorige in 1999 door brand werd verwoest. Vlak naast dit gebedsgebouw bevindt zich een zgn.spomenik, een monument in communistisch-modernistische stijl ter ere van de gesneuvelde Servische en Albanesepartizanen, vooral mijnwerkers, tijdens deTweede Wereldoorlog. Het Mijnwerkersmonument (een mijnkarretje op twee kolommen) gebouwd in 1973, werd ontworpen door architectBogdan Bogdanovic en stond oorspronkelijk symbool voor het vreedzaam samenleven van Serviërs en Albanezen.[8]
Flatgebouw
Mijnwerkersmonument
In zowelStaritërg alsMazhiq zijn nog 12e- tot 15e-eeuwse mijncomplexen van gigantTrepča te vinden. Het plaatsje Staritërg heeft eveneens een 13e-eeuwse katholieke kerk.Zasellë huisvest hetĆutetkasteel uit de 14e eeuw.
- Bajram Rexhepi (1954), Kosovaars premier onder de UNMIK
- Stevan Stojanović (1964), Servisch voetballer
- Vjosa Osmani (1982), Kosovaars president
- Milan Biševac (1983), Servisch voetballer
- Miloš Krasić (1984), Servisch voetballer
- Valon Behrami (1985), Zwitsers voetballer
- Rona Nishliu (1986), Kosovaars radiopresentatrice en zangeres
- Erton Fejzullahu (1988), Kosovaars-Zweeds voetballer
- Nemanja Miletić (1991), Servisch voetballer
- Benjamin Bahtiri (1992), Kosovaars-Nederlands voetballer
- Nevena Božović (1994), Servisch zangeres
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑"REZULTATET PËRFUNDIMTARE të dala nga regjistrimi i popullsisë 2024" (PDF). Agjencia Statistikave të Kosovës. Opgezocht op 17 februari 2025
- ↑[1]
- ↑Groenen, David,Rellen, gewonde NAVO-soldaten en nieuwe verkiezingen: vijf vragen beantwoord over de onrust in het noorden van Kosovo, Foundation Max van der Stoel, 26 jun 2023
- ↑Vermeulen, Bram,Kosovo - De volgende oorlog?, VPRO Frontlinie, 2025
- ↑[2]
- ↑Ingrid Nijssen,De Albanese ‘vervloekte bergen’ veroveren je fanatieke wandelhart,NPO 3, 29 februari 2024
- ↑[3]
- ↑Grundhauser, Eric,Mitrovica Miners Monument, 2015