Biologische membranen vormen een belangrijke basis van het leven. Zo worden allecellen omgeven door eencelmembraan om de moleculen die een cel nodig heeft bij elkaar te houden en af te scheiden van de buitenwereld. Binneneukaryotische cellen worden ook deorganellen door membranen bij elkaar gehouden en van elkaar gescheiden, zoals devacuolemembraan en dekernmembraan. Een celmembraan is opgebouwd uit eenlipide dubbellaag, over het algemeen een dubbele laagfosfolipiden.
Andere voorbeelden van biologische membranen zijn volgende:
bij het maken vanblauwe energie, bijPressure Retarded Osmosis, waar watermoleculen door een semipermeabele membraan te laten leiden, aangetrokken door het hogere zoutgehalte in een van door het membraan afgescheiden compartimenten
bijomgekeerde elektrodialyse waar uit zoutwater de positieve natriumionen en negatieve chloride-ionen door ionselectieve membranen geleid kunnen worden, waardoor spanningsverschillen ontstaan
De mate waarin deze membranen een stof doorlaten wordtpermeabiliteit genoemd.
In de geluidstechniek komen membranen veel voor, met name in:
membranofonen, die doorgaans bestaan uit een 'ketel' met een gespannen vel over de bovenkant, waarop geslagen of gewreven wordt. De holle vorm - waarvan soms ook onderkant door een vel is bespannen - werkt als klankkast en versterkt het geluid van het membraan dat wordt beroerd. De toonhoogte hangt van allerlei factoren af, zoals de spanning in het membraan en het materiaal waarvan dit is gemaakt. Ook de vorm van de ketel heeft veel invloed op het timbre. Voorbeelden zijn: detrommel, depauk, debongo, deconga, dedjembé, dedarbuka, debatá-drum en desabar
eenmicrofoon om de geluidstrillingen op te vangen en om te zetten in elektriciteit