Maria Henriëtte Stuart | ||
---|---|---|
1631−1660 | ||
![]() | ||
Portret Mary Stuart, Prinses van Oranje-Nassau. Tussen 1640 en 1656,Gerard van Honthorst | ||
Prinses van Oranje-Nassau | ||
Periode | 14 maart1647−6 november1650 | |
Princess Royal | ||
Periode | 1642−1660 | |
Geboren | 4 november1631 Londen,koninkrijk Engeland | |
Overleden | 24 december1660 Londen, koninkrijk Engeland | |
Vader | Karel I | |
Moeder | Henriëtta Maria | |
Dynastie | Huis Stuart | |
Broers/zussen | Anna Stuart,Elizabeth Stuart,Henriëtta Anne,Hendrik,Jacobus II,Karel II | |
Partner | Willem II van Oranje | |
Kinderen | Willem III |
Maria Henriëtte Stuart, Engels:Mary Henrietta (Londen,4 november1631 — aldaar,24 december1660),Princess Royal enPrinses van Oranje-Nassau, was de oudste dochter van koningKarel I en zijn vrouwHenriëtta Maria. Maria Henriëtte was de vrouw van stadhouderWillem II van Oranje en de moeder van koning-stadhouderWillem III van Oranje. Zij was een zuster van koningKarel II.
Maria Henriëtte Stuart werd geboren inSt. James's Palace, Londen. Karel I gaf haar in 1642 de titelprincess royal, waarmee de traditie werd gevestigd dat de oudste dochter van de Britse vorst deze titel zou dragen. De titel werd ingesteld op het initiatief van koningin Henriëtta Maria, die de Franse etiquette wilde navolgen, waar de oudste dochter van de koning de titelMadame Royale droeg.
De wens van haar vader was om haar een zoon vanFilips IV van Spanje te laten huwen, terwijl haar neefKarel I Lodewijk van de Palts ook naar haar hand dong. Beide intenties mislukten en zij verloofde zich met Willem, de zoon en de erfgenaam vanFrederik Hendrik, de prins van Oranje en stadhouder in deVerenigde Provincies, en vanAmalia van Solms. Frederik Hendrik hoopte met een koninklijk huwelijk voor zijn zoon zijn eigen monarchistische aspiraties kracht bij te zetten; hij was ook een van de grootste geldschieters van Karel I tijdens deEngelse Burgeroorlog. Het huwelijk vond op 12 mei 1641 plaats in de Royal Chapel van hetPalace of Whitehall in Londen, maar werd verscheidene jaren nietgeconsummeerd vanwege de jonge leeftijd van de bruid. In 1642 maakte Maria de oversteek naar Holland met haar moeder en in 1644 begon ze haar rol in het openbare leven te spelen als schoondochter van de stadhouder.
In maart 1647 volgde haar echtgenoot Willem II zijn vader op als stadhouder. Maria Henriëtte had een miskraam in het najaar van 1647. Op 6 november 1650 stierf Willem onverwacht aan de pokken, vlak na zijn poging om Amsterdam op zijn politieke tegenstanders te veroveren. Het enige kind van het paar, Willem (laterWillem III van Oranje, de stadhouder-koning), werd acht dagen later geboren. Maria Henriëtte werd gedwongen om het voogdijschap over haar pasgeboren zoon te delen met zijn grootmoeder Amalia, weduwe van Frederik Hendrik, en metFrederik Willem I van Brandenburg. Zij was niet erg populair bij de Staatse regering vanwege de connecties met haar familie, deStuarts. Zij bleef wonen in het stadhouderlijk paleis aan hetBinnenhof, in het gebouwencomplex waar later deEerste Kamer der Staten-Generaal werd gevestigd. Het boudoir van de Princess Royal is bij de verbouwingen in dat complex steeds intact gebleven. Het staat bekend als het Mary Stuart-kabinet. Karel I was op het eind van deEngelse Burgeroorlog onthoofd en de aanwezigheid van Maria in Den Haag leidde tot spanningen met de nieuwe republikeinseCommonwealth onderOliver Cromwell. Het gedrag van de Engelse royalistische edelen in ballingschap tegenover het gezantschap dat Cromwell naar Den Haag stuurde was een van de directe aanleidingen van deEerste Engels-Nederlandse Oorlog. Ze irriteerde de publieke opinie nog verder door de gastvrijheid die ze verleende aan haar broers, Karel (de latereKarel II van Engeland) en Jacobus (laterJacobus II van Engeland), nadat die Engeland ontvlucht waren. Het werd haar na devrede met Engeland door de Staten verboden om haar verwanten nog verder te ontvangen. Zelfs bij deOrangisten was ze niet erg populair omdat ze er van jongs af aan op stond altijd strikt volgens protocol als een koninklijke prinses behandeld te worden en het vertikte om ook maar een woord Nederlands te spreken. Van 1654 tot 1657 bracht de prinses het grootste deel van haar tijd door buiten Holland, meestal in Frankrijk. In 1657 werd zij regent namens haar zoon voor hetprinsdom Orange, maar de financiële moeilijkheden waarin ze inmiddels verkeerde brachten haar ertoe om de hulp van koningLodewijk XIV van Frankrijk in te roepen. Maria had geen groot politiek inzicht en liet zich, opgeslokt als ze werd door haar wufte levenswijze, makkelijk door anderen beïnvloeden.
DeRestauratie van Karel II in Groot-Brittannië, verbeterde de positie van de "Dowager Princess" en haar zoon in Holland zeer. In 1660 wordt de roep in de Republiek om verheffing van de prins steeds luider. Om de Oranjegezinden de wind uit de zeilen te nemen lanceerdeJohan de Witt het idee om de prins een goede opvoeding te laten geven onder directe leiding van deStaten van Holland. Dit idee was hem aangedragen door zijn oomCornelis de Graeff. Intussen wees De Witt een voorstel van prinses Maria Henriëtte om de prins te benoemen tot kapitein-generaal, in navolging van een besluit van deStaten van Gelderland, af. De prinses vroeg raad aan Karel II en zocht ook steun bij Amsterdam, waar de Graeff haar goedgezind was. De Staten van Holland besloten op 1 december 1660 conform het voorstel van prinses Maria Henriëtte de commissie samen te stellen. Naast de Witt en de Graeff werden enkele vooraanstaande leden zoalsLodewijk van Nassau-Beverweerd enNanning van Foreest met het voogdijschap over prins Willem III, "het kind van staat", benoemd.
In september 1660 keerde zij naar Engeland terug. Zij stierf twee maanden later op 29-jarige leeftijd aanpokken in hetPalace of Whitehall en werd begraven inWestminster Abbey. In haar testament had ze haar broerKarel tot voogd over haar zoonWillem benoemd en de nieuwe koning van Engeland gebruikte dit onmiddellijk om zijn invloed in de Republiek te vergroten.
![]() Henry Stuart Darnley (1545-1567) | ![]() Maria I van Schotland (1542-1587) | ![]() Frederik II van Denemarken (1534-1588) | ![]() Sophia van Mecklenburg-Güstrow (1557-1631) | ![]() Anton van Bourbon (1518-1562) | ![]() Johanna van Albret (1528-1572) | ![]() Francesco I de' Medici (1541-1587) | ![]() Johanna van Oostenrijk (1547-1578) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() ![]() Jacobus I van Engeland (1566-1625) | ![]() Anna van Denemarken (1574-1619) | ![]() Hendrik IV van Frankrijk (1553-1610) | ![]() Maria de' Medici (1575-1642) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() ![]() Karel I van Engeland (1600-1649) | ![]() Henriëtta Maria van Frankrijk (1609-1669) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Karel Jacobus Stuart (1629-1629) | ![]() ![]() Karel II van Engeland (1630-1685) | ![]() Maria Henriëtte Stuart (1631−1660) | ![]() ![]() Jacobus II van Engeland (1633-1701) | ![]() Hendrik Stuart (1640-1660) | ![]() Henriëtta Anne van Engeland (1644-1670) | 3 jong overleden zusters | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorganger: Geen | Princess Royal 1642 -1660 | Opvolger: Prinses Anna, de prinses van Oranje-Nassau |