Markermeer | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Markermeer, IJsselmeer en Zuiderzeewerken | ||||
Situering | ||||
Stroomgebiedslanden | Nederland | |||
Coördinaten | 52° 33′ NB, 5° 15′ OL | |||
Basisgegevens | ||||
Oppervlakte | 700 km² | |||
Gemiddelde diepte | 2-4 m | |||
Overig | ||||
Eiland(en) | Marken Marker Wadden | |||
Foto's | ||||
![]() | ||||
Het Markermeer gezien vanaf deHoutribdijk | ||||
![]() | ||||
Het Markermeer en de Houtribdijk | ||||
![]() | ||||
Marken en het Markermeer vanuit de lucht gezien | ||||
|
HetMarkermeer is een meer in Nederland, gelegen tussenNoord-Holland enFlevoland. Aan de noordoostelijke zijde grenst het aan hetIJsselmeer, waarvan het eigenlijk het zuidwestelijk compartiment vormt, door eendijk daarvan afgescheiden. Het meer is enigszins driehoekig gevormd, 700 km² groot, en is op de meeste plaatsen 2 tot 4 meter diep. De diepste delen in het Markermeer zijn de Pampusputten en de vaargeul Amsterdam –Lelystad. DePampusput voor de kust vanMuiden is een voormalige zandwinput (diepte 30 m). De put is ondieper geworden door inzakken van de randen en sedimentatie van slib. De huidige diepte is er 10 tot 15 meter. Een gedeelte van het meer maakt deel uit vanNationaal Park Nieuw Land.
Het Markermeer gaat aan de zuidkant over in hetIJmeer. In het noordwestelijke deel ligt een ronde,baaiachtige inham van de Noord-Hollandse kust, deHoornse Hop. Dit deel kan grofweg aangegeven worden met de driehoekSchardam-Hoorn-Schellinkhout.
Het Markermeer is genoemd naar het voormalige eilandMarken in het zuidwesten van het meer, dat tegenwoordig een met het achterland verbonden schiereiland is. De benaming Markermeer hangt samen met de eerder geplande inpoldering van dit gebied tot deMarkerwaard, die inmiddels van de baan is. Het resterende watergebied heet nu Markermeer.
De naam Markermeer wordt pas sinds omstreeks 1975 gebruikt. Daarvoor duidde men het gebied aan als het zuidwestelijke deel van het IJsselmeer, of als (toekomstige) Markerwaard. Door de aanleg van de Houtribdijk of Markerwaarddijk (de weg Enkhuizen-Lelystad) in 1976 werd dit zuidwestelijke deel van het IJsselmeer afgescheiden. Sindsdien kon het worden aangeduid als Markermeer.
Oorspronkelijk was dit water onderdeel van deZuiderzee. In 1891 had de Amsterdamse ingenieurCornelis Lely, in dienst bij hetMinisterie van Waterstaat, Handel en Nijverheid, een plan ontwikkeld voor afsluiting van deZuiderzee en inpoldering van het zo ontstanebinnenmeer. Debinnenzee werd uiteindelijk in 1932 door deAfsluitdijk definitief afgesloten, waardoor het huidige IJsselmeer ontstond. Daarna werden de poldersNoordoostpolder,Oostelijk Flevoland enZuidelijk Flevoland aangelegd. Als laatste was de "Markerwaard" aan de beurt. Begonnen werd met de bouw van deHoutribdijk of "Markerwaarddijk" (1976) dieLelystad metEnkhuizen verbindt (deN302). Hierdoor is het Markermeer van het IJsselmeer gescheiden. Oorspronkelijk was het plan de Markerwaard droog te leggen, maar dat is uiteindelijk niet gebeurd.
Toen het watergebied dat nu het Markermeer is nog deel uitmaakte van de Zuiderzee, was het (net als het gehele IJsselmeer) tot aan de voltooiing van de Afsluitdijk in 1932 eenzoutwatergebied. Het toen afgesloten IJsselmeerverzoette nagenoeg geheel binnen twee jaar tijd[1] met grote ecologische gevolgen. Sinds omstreeks eind 1937 werd gesproken van een volledig zoet IJsselmeer[2] maar het duurde nog tot 1939 voordat een nieuw biologisch evenwicht was bereikt.[3] Ten tijde van de voltooiing van de Houtribdijk in 1976, waarmee de afsplitsing van het Markermeer een feit was, was er daarom op dat moment geen sprake meer van (een verdere) verzoeting of grote verstoring van het evenwicht zoals dat wel het geval was na het dichten van de Afsluitdijk.
Dehulpverlening op het Markermeer wordt uitgevoerd doorreddingsboten van de reddingsbrigade in Hoorn, deKNRM reddingsstations Marken, Enkhuizen en Lelystad en de aan de KNRM gelieerde reddingstations Zeevang en Wijdenes.
Het Markermeer maakt deel uit van een groot en samenhangend systeem van waterbeheer met deNoordzee aan de ene kant en degrote rivieren aan de andere. De verschillende onderdelen oefenen invloed op elkaar uit, samen met degetijden en natuurverschijnselen als sterke wind, regenval of een langdurige periode van droogte. Grootschalige overheidsmaatregelen als het programmaDeltawerken vanaf 1954 als verdediging tegen hoogwater in de Noordzee, en het programmaRuimte voor de Rivier vanaf 2004
water van het Markermeer wordt op drie manieren afgevoerd;
Het oorspronkelijke plan was om ook het Markermeer in te polderen, net als Flevoland en de Noordoostpolder. De veranderde ideeën onder de bevolking leidden echter tot protesten tegen dit plan. Het Markermeer speelde al een belangrijke rol in het op niveau houden van de vogelstand.Ecologisch gezien zou droogleggen niet positief uitwerken.
Uit de ervaring met de grote droogmakerijen was ook gebleken, dat dit toch op termijn kon leiden tot een verdroging van het vasteland. De waterhuishouding was ingewikkelder dan eerst voorzien: de grondlagen van Noord-Holland hellen af naar het oosten. Grondwater zou, zelfs onder het randmeer door, naar de drooggemaakte polder stromen. In Noord-Holland zou de grondwaterstand hierdoor dalen, waardoor houten heipalen zouden verrotten en de bodem zou inklinken.
Ook in de waterrecreatie speelde het meer een steeds grotere rol, verkleining van het wateroppervlak werd vanuit die hoek ook bestreden. Toen ook de financiële haalbaarheid betwijfeld werd, besloot men in de jaren tachtig het Markermeer open te houden.
In 1981 werd hetPlan Lievense gepubliceerd, een idee om het Markermeer te omgeven met windmolens. Deze zouden water in het meer pompen, terwijl waterkrachtcentrales in de dijken voor een continue stroomopwekking zouden kunnen zorgen. Omdat de energievoordelen bescheiden bleken te zijn in vergelijking tot de prijs van het project én vanwege landschappelijke en ecologische bezwaren, is dit plan nooit gerealiseerd. Ook was er angst voor een mogelijke dijkdoorbraak.
Voor deTweede Kamerverkiezingen van 2003 nam deLPF inpoldering van de Markerwaard in haar verkiezingsprogramma op. Dit met als doel de werkgelegenheid te bevorderen en een overloopgebied te creëren voor deRandstad. In datzelfde jaar viel echter ook het definitieve besluit om niet tot inpoldering over te gaan.[4]
Op de grens van het IJmeer en het Markermeer ligt het eilandjePampus (slechts ca. 0,03 km² groot). Ten noorden daarvan ligt het 267 ha. groteMarken, dat in 1957 door de aanleg van een dam naar het vasteland (gemeenteWaterland) eenschiereiland is geworden.
In 2012 kwamNatuurmonumenten naar buiten met het planMarker Wadden, dat voorzag in de aanleg van natuureilanden op korte afstand van de Houtribdijk. Er wordt hierin samengewerkt met onder meer ingenieursbureauRoyal HaskoningDHV en de rijksoverheid. In 2015 is de aanbesteding gestart door een samenwerkingsverband tussen Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten. BaggerbedrijfBoskalis heeft het contract toegewezen gekregen voor de creatie van het eerste eiland, waaraan in maart 2016 is begonnen.[5]
Op 24 september 2016 werd het eerste eilandje (250 ha groot) van de Marker Wadden geopend. Streefdoel was dat de nieuwe archipel vijf eilanden zou omvatten, waardoor de natuur voor het vogel- en visbestand in het meer aantrekkelijker wordt gemaakt.[6]Sinds september 2018 is een deel van de Marker Wadden publiek toegankelijk via een haven op het hoofdeiland. In december 2020 is het werk volgens het oorspronkelijke plan opgeleverd en beheert Natuurmonumenten de vijf eilanden.
In maart 2021 is begonnen met een uitbreiding van de Marker Wadden aan de noordoostzijde.
In april 2007 presenteerde staatssecretarisHuizinga een nieuw plan voor het IJsselmeer. In dit plan wordt het IJsselmeer in drie compartimenten verdeeld. Het noordelijk deel zou met een verhoogde waterstand dienen als buffer voor de zoetwatervoorziening. Het Markermeer zou een wisselende waterstand krijgen ten behoeve van een grotere ecologische variatie. Het derde deel kan ontstaan door een dijk te bouwen in het IJmeer, waardoor gelegenheid ontstaat voor bouwen en recreëren. De verdere uitwerking zou tot stand moeten komen door regionale invulling van dit kader.
Op 14 mei 2009 heeft deEuropese Commissie positief gereageerd op de plannen om bijAlmere buitendijks te bouwen in combinatie met ecologische verbetering van het Markermeer-IJmeer.[7]