Mari is de belangrijkstegodin uit deBaskische mythologie. Ze wordt ookMari Urraca,Anbotoko Mari (de Vrouw van Anbotoko),Anbotoko Sorgina (de heks van Anboto) andAnbotoko Damie genoemd. Ze kan in verband worden gebracht metMurumendiko Dama.
Ze was getrouwd met degodSugaar (ook wel Sugoi of Majue genaamd). Samen met haar man had ze twee kinderen,Atarrabi was de goede zoon terwijlMikleats de slechte was.
Mari wordt in verband gebracht met het weer. Als ze met haar man door de lucht reist, valt erhagel en als ze uit haar grot vertrekt komen er stormen. Als ze in Anboto is regent het en als ze op een andere plek is blijft het droog (de plekken variëren). InOñate wordt gesproken overAloña. InBeizama wordt verteld dat hagel voorkomen kan worden door de juiste spreuken uit te spreken.
Volgens mensen in Zeanuri leeft Mari zeven jaren in Anboto en dan zeven jaren inOiz, inOlaeta wordt gesproken overGorbea.
Mari leeft onder de grond, vaak in een grot in een hoge berg. Ze ontmoet haar man elkevrijdag en ze creëren dan de stromen dievruchtbaarheid brengen over het land en de mensen. Mari wordt gediend door een groepsorginak (heksen).
In velelegenden heeft Mari dochters of zonen, het aantal varieert.
Mari zou getrouwd zijn met Diego López de Haro, de heer vanBiskaje. Mari stond erop dat hij zijn geloof buiten de deur zou houden. Op een dag zag hij dat de voet van zijn vrouw een geitenpoot was en hij maakte het teken van het kruis. Zijn vrouw greep zijn dochter en verdween en kwam nooit weer terug.
Volgens een legende uitOtxandio is ze de kwade zus van eenkatholiekepriester. In andere versies is de priester haar neef, Juanito Christu, en hij kan goed jagen.
InElorrieta wordt verteld dat ze haar haren kamt bij de grot en geen herder nabij kon komen. Haar krachten konden onschuldigezielen geen kwaad doen.
In hetvolksverhaalDe heks uit de grot wordt verteld over haar zeven kinderen die ze samen met een mens kreeg. Als haar man de kinderen wil laten dopen, verdwijnt de vrouw naar de bergen.
Als men verdwaalt, moet men driemaal haar naam roepen. Ze zal boven het hoofd verschijnen en de weg wijzen.
FolkloristResurrección María de Azkue verbindt zeven broers aan Mari. Voor haar ongehoorzaamheid werd ze tot heks gemaakt.
Mari rijdt op haar wagen, getrokken door paarden of rammen, door de lucht. Ze wordt geassocieerd metdonder enbliksem enwind en ze wordt vaak afgebeeld met devolle maan achter haar hoofd. Ze is vaak gekleed in rood, wordt als vrouw van vuur afgebeeld en als een bliksemflits. Ze wordt in verband gebracht met rode dieren (koe, ram, paard) en met de zwarte geit.