Madrid is dehoofdstad en grootste stad vanSpanje. De stad is tevens eengemeente en ligt in het midden van het land, op deSpaanse Hoogvlakte. De stad zelf heeft 3,2 miljoen inwoners en is een zogenaamde alpha-wereldstad.[1] Madrid is de hoofdplaats van degelijknamige autonome regio, een verstedelijkteagglomeratie van 6,7 miljoen inwoners en na Parijs de grootste agglomeratie van de Europese Unie.
Door de centrale ligging van de stad, de geschiedenis, politieke en financiële functies wordt Madrid beschouwd als de belangrijkste stad van hetIberisch Schiereiland. De inwoners van de stad heten Madrilenen, in het SpaansMadrileños. Hoewel de stad een druk verkeersnet heeft en het op twee na grootstemetronetwerk van Europa, hebben de meeste wijken van de stad hun oorspronkelijke sfeer deels weten te behouden.
Het gebied waarin Madrid ligt werd al bewoond in de prehistorie. Er zijn verschillende overblijfselen gevonden van in het bijzonder de Carpetanen, de Romeinen en de Visigoten.[2][3]
In de 9e eeuw was het Iberisch Schiereiland grotendeels in bezit van deMoren. De toenmaligeemir van het Arabische rijkAl-Andalus,Mohammed I van Córdoba, liet in die periode eeneerste kasteel (alcázar) bouwen op de plek waar nu hetPalacio Real van Madrid staat. Ook werd daar een kleinecitadel, genaamd “al-Mudaina” gebouwd. Dit paleis stond aan de rivierManzanares, die de Moren “al-Majrit” (Margerit) noemden, wat letterlijk ‘waterbron’ betekent. Dit was de eerste nederzetting die later uit zou groeien tot de stad Madrid.
De huidige naam Madrid stamt af van deze plek en deze Arabische term. De citadel werd in 1083 veroverd doorAlfons VI van Castilië, die eigenlijk op weg was naarToledo. De toenmalige moskee van Madrid werd door hem omgedoopt tot kerk, deAlmudena-kathedraal, genoemd naar de Maagd Almudena. Tot ver in de 15e eeuw werd de stad bewoond door Moren enSefardische Joden. Na vele problemen en een verwoestende brand werd de stad herbouwd doorHendrik III van Castilië. Hijzelf vestigde zich veilig buiten de stadsmuren in de nabijgelegen plaats “El Pardo”. In deze tijd werd in Spanje de strijd gevochten tussen hetRijk van Castilië en hetRijk van Aragón. De terugkomst vanIsabella I enFerdinand II maakte hier echter een einde aan.
In het jaar 1085, na de val van het taifarijk Toledo, kwam Madrid weer inkatholieke handen. De stad groeide en kreeg in het jaar 1123 de officiëlestadsrechten, en werd erkend als ‘villa’. Een van de machtigste families uit die tijd, deTrastámara-dynastie, woonde in die periode in Madrid. In 1520 arriveerde de nieuwekoning Karel I in Castilië, een buitenlander die niet eens de Spaanse taal beheerste. Hij verenigde hetRijk van Castilië met als hoofdstad Toledo, en het Rijk van Aragón met als hoofdstadZaragoza tot het nieuwe Spanje. Vanaf dat moment veranderde Madrid in een van de tegenstanders van de koning tijdens deOpstand van de Comunidades. Desondanks verplaatste de zoon van de koning,Filips II, in 1561 het Spaanse gerechtshof naar Madrid, dat zodoende veranderde in de hoofdstad van het land,[4] ook al werd dat officieel nooit verklaard. De tot dan toe machtigste stad van Castilië,Sevilla, bleef de uitvalsbasis voor de grootschaligeSpaanse kolonisatie, maar Madrid had vanaf nu de macht over Sevilla.
Dekoninklijke familie Bourbon, in de figuur vanFilips V besloot decennia later dat een Europese hoofdstad niet in zulke staat als het toenmalige Madrid kon verkeren, en liet daarom een aantal nieuwe paleizen (waaronder het huidige Koninklijk Paleis) bouwen. Toch zou Madrid pas een moderne stad worden in de tijd vanKarel III (1716-1788). Hij knapte de stad grootschalig op en bouwde o.a. bruggen en ziekenhuizen en legde parken, groene lanen en fonteinen aan. Deze koning werd naar zeggen de populairste leider van het land ooit en de bevolking van Madrid was dan ook zeer ontevreden over het aanstellen tot koning van zijn zoonKarel IV. Deze koning trad af, na de slag vanAranjuez, waarin hij de strijd aanging met zijn eigen zoonFerdinand VII. Ook hij hield de troon niet lang in bezit, want nog in dezelfde maand (mei 1808) werd de stad veroverd door de troepen vanNapoleon Bonaparte, en begon deSpaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Na de strijd, in 1814, nam Fernando VII de Spaanse troon opnieuw in. Vanaf dat moment begon in Madrid een periode met liberale en conservatieve politieke stromingen. Eveneens werd de troon overgenomen doorkoningin Isabella II.
In de jaren 20 van de 20e eeuw was het inwonertal van Madrid gegroeid tot meer dan 1 miljoen mensen.[bron?] Deze groei vereiste stadsuitbreiding, waardoor voormalige dorpen alsCarabanchel,Chamartín de la Rosa,Fuencarral enVicálvaro aan de stad werden ‘vastgebouwd’. Ook werd een groot aantal nieuwe wijken geconstrueerd, zoals Las Ventas en Tetuán, waar een groot deel van de nieuwe bevolking van Madrid ging wonen. Al deze veranderingen zorgden voor het idee van ‘Ciudad Lineal’, een groot nieuw stadsdistrict, ontworpen doorArturo Soria. Tegelijkertijd werd de verkeersaderGran Vía geopend, die het verkeer in de binnenstad moest ontlasten en ook werd demetro van Madrid in werking gesteld.
Ook politiek vonden er grote veranderingen plaats: in 1931 de komst van deTweede Spaanse Republiek, en in 1936 het begin van deSpaanse Burgeroorlog. Madrid was een van de zwaarst getroffen steden tijdens deze oorlog (1936-1939).[bron?] De republikeinen gebruikten de stad als hun uitvalsbasis en vooral de westerse districten kregen het zwaar te verduren onder de gevechten met de fascistische vijanden. De stad verkeerde gedurende drie jaar onder bezetting, tot de overgave in maart 1939. Madrid was de eerste stad in de geschiedenis die werd gebombardeerd door vliegtuigen met het doel burgers te raken.
Na het einde van de Spaanse Burgeroorlog in 1939, kwam de macht over Madrid en heel Spanje in handen van dictatorFrancisco Franco. Het inwonertal van de stad bleef snel stijgen en honderdduizenden Spanjaarden arriveerden in Madrid op zoek naar werk. Vooral de zuidkant van de stad werd op grote schaal geïndustrialiseerd. In de jaren 40 werden door de buitenproportionele groei, onder andere de plaatsen Barajas, Aravaca, Canillas, El Pardo, Hortaleza en Villaverde door de stad opgeslokt. Het oppervlak van de stad vertienvoudigde zich van 66 km² naar 607 km².[bron?] Pas in 1963 verplaatste de demografische groei zich naar buiten de stad, en ontstond de zogenaamde ‘periferia’ van Madrid, bestaande uit voorsteden zoalsMóstoles,Leganés,Alcorcón enFuenlabrada. In 1973 startte men met de aanleg van deM-30, de eerste ringweg van de stad.
Na de dood van Franco in 1975 werd Spanje in het jaar 1978 opnieuw een constitutionele monarchie. In 1979 werden de eerste democratische verkiezingen gehouden voor de benoeming van een gekozen burgemeester. De eer ging naar de politiek linkseEnrique Tierno Galván. Vanaf dat moment begon de stad als het ware aan haar wederopbouw en de bevolking. Na bijna 40 jaar onderdrukking ontstond de kans om Madrid weer op de kaart te zetten. De levenskwaliteit verbeterde aanzienlijk. Zeker in de jaren 80 en 90 is Madrid uitgegroeid tot het belangrijkste centrum op het gebied van economie, cultuur en kunst, industrie, onderwijs (met zes universiteiten) en technologie van Spanje enPortugal. Het is tevens een van de grootste steden vanEuropa.
Op 11 maart 2004 werd Madrid getroffen door eenterroristische aanslag toen verscheidene treinbommen ontploften tijdens de ochtendspits. Meer dan 190 mensen kwamen hierbij om het leven en 1700 raakten gewond. Dit was de ergste aanval op de stad sinds het einde van de Spaanse Burgeroorlog in 1939.
Madrid verkeert desondanks in volle economische bloei. De stad heeft geleidelijk een plek verkregen op de internationale wereldkaart waardoor buitenlandse investeerders de stad beter weten te vinden.[bron?] Er zijn verschillende wolkenkrabbers gebouwd, waaronder deCuatro Torres, een bouwproject van 4 wolkenkrabbers van elk ongeveer 250 meter hoog, dat in 2008 werd afgerond.
In 2005 werd hethomohuwelijk gelegaliseerd in heel Spanje, tot grote vreugde van de homoseksuele gemeenschap van Madrid, die zich vooral concentreert in de wijk Chueca. In 2007 werd Europride, het Europese Gay Festival, georganiseerd in de stad. Madrid was kandidaat-stad voor de organisatie van deOlympische Zomerspelen 2012 en2016. Beide malen werd de organisatie aan een andere stad toegekend (respectievelijkLonden enRio de Janeiro). In de zomer van 2011 ontving Madrid honderdduizenden jongeren uit de hele wereld voor deWereldjongerendagen.
De regio Madrid ligt in het centrum van het Iberisch Schiereiland, tussen de tweeautonome regio’s:Castilla-La Mancha enCastilla y León.Daarbinnen ligt de stad op een hoogte van 667 meter boven zeeniveau, wat grote invloed heeft op het klimaat. De rivier deManzanares stroomt de stad binnen door de bossen van het district “Casa del Campo”, en snijdt onder andere door de stadsdistricten Latina, Carabanchel en het centrum van Madrid.
De regio Madrid heeft eenmediterraan klimaat met continentale invloeden, met warme zomers en betrekkelijk koude winters. Vanwege de ligging in het binnenland wijkt Madrid klimatologisch sterk af van het SpaanseMiddellandse Zeegebied, bijvoorbeeld Barcelona of Valencia. Het klimaat lijkt meer op dat van steden als Sevilla of Córdoba. De winters zijn er voor Spaanse begrippen koud, met minimumtemperaturen beneden het vriespunt en soms sneeuw en de zomers zijn heet. In de maanden juli en augustus blijft de temperatuur overdag boven de 30 graden en stijgt deze zelfs regelmatig tot 40 graden Celsius. Door de hoge ligging van de stad, bijna 700 meter boven zeeniveau en het droge klimaat, daalt de temperatuur ’s nachts vaak wel in tegenstelling tot het Middellandse Zeegebied. Dit zorgt voor een lagere gemiddelde temperatuur in de grafieken. De hoeveelheidneerslag is bescheiden, maar desondanks kan het in elk van de seizoenen regenen.
Buiten de officiële stadsdistricten beslaat demetropool Madrid de voorsteden die rondom de stad liggen. In veel gevallen gaat het om oorspronkelijk kleinere steden die inmiddels aan Madrid en/of aan elkaar zijn vastgegroeid. Dezevoorsteden worden door Madrilenen de “periferia” oftewel buitenring genoemd. De meest bevolkte van deze buitenwijken of voorsteden staan hieronder in de tabel op volgorde van inwonertal.
Opm: Bevolkingscijfers in duizendtallen; Aanhechting van La Alameda (1887), Aravaca, Barajas de Madrid, Canillas, Canillejas, Carabanchel Alto, Carabanchel Bajo, Chamartín de la Rosa, Fuencarral, Hortaleza, El Pardo, Vallecas, Vicálvaro (1950) en Villaverde (1960)
Na decennia van dictatuur en gedwongen isolatie onder Franco, bleef Madrid, en eigenlijk heel Spanje, achter met een economische achterstand. Madrid, en ook de rest van het land, begon na 1975 aan de wederopbouw om zichzelf opnieuw internationaal op de kaart te zetten.
Madrid is als hoofdstad van Spanje de thuisbasis voor internationale bedrijven en banken. Ondanks de trend om kantoren en productiecentra te verplaatsen naar industrieterreinen, is de stad zelf het op een na belangrijkste industriecentrum van Spanje; op de eerste positie staat de stadskern van Barcelona. Madrid heeft als hoofdstad, district en gemeente administratieve en politieke functies op diverse niveaus. De stad ontwikkelt zich op het gebied vantoerisme en in 1992 was Madrid deculturele hoofdstad, een noemenswaardige stap in dit proces. Een teken van de economische groei van de stad is de bouw van deCuatro Torres, vier wolkenkrabbers in het centrum van de stad van elk 250 meter hoog.
Sinds Madrid in de zestiende eeuw de hoofdstad van Spanje werd, is het bevolkingsaantal blijven stijgen. Deze demografische ‘boom’ was berucht in de 20e eeuw, doordat vele, voornamelijk nationale immigranten, in sloppenwijken moesten leven vanwege ruimte- en geldgebrek. De enige periode waarin de stadsgroei afnam waren de jaren 70, dezelfde tijd waarin ook Barcelona geen groei ondervond. De oorzaak hiervan was dat de buitenwijken van beide steden enorm groeiden en daarmee dus ook de metropolen, maar niet de stadskernen zelf.
Een nieuwe immigratiegolf heeft ertoe geleid dat Madrid meer dan 3 miljoen inwoners telt. Van 2001 tot 2005 steeg het bevolkingsaantal met 271.857 inwoners. Madrid heeft immigranten aangetrokken van over de hele wereld, met name uitZuid-Amerika en inmiddels is slechts 85% van de inwoners van Spaanse afkomst. De grootste groepen immigranten komen uit:Ecuador 83.967,Marokko 51.300,China 48.973,Colombia 37.218,Peru 32.791 enArgentinië 28.500.
In Madrid bestaat veel gelegenheid om te winkelen. RondomPuerta del Sol, Calle de la Princesa, Calle de Goya en dePaseo de la Castellana zijn de winkelcentra en in de buitenwijken zijn grote warenhuizen en megastores gevestigd.
Calle Gran Vía inGran Via is een grote en bekende hoofdstraat van Madrid. Er zijn winkels van winkelketens zoalsZara,Nike Madrid enSpringfield. Dicht bij de Calle Gran Vía ligt Calle de Fuencarral en Calle Preciados, die ligt tussen de wijken Chueca en Malasaña in. Daarnaast zijn er ook kleine, onbekende winkels vooral voor kleding.
In de wijkSol zijn winkelstraten. In Sol is de Calle del Arenal te vinden, een autovrije winkelstraat met voornamelijk Spaanse winkels.
Almudena kathedraalDePuerta de AlcaláHetKoninklijk TheaterPlaza MayorMuseo Nacional Centro de Arte Reina SofíaMuseo del PradoDe vlooienmarktRastroStierenarenaLas VentasPaseo de RecoletosDeOso y Madroño opPuerta del Sol. Op de achtergrond de klok van hetCasa de Correos
Madrid telt een aantal musea en historische monumenten:
Real Jardín Botánico de Madrid, de Koninklijke Botanische Tuin van Madrid, 8 hectaren. De publieke ingang bevindt zich op dePlaza de Murillo, naast het Prado Museum.
in Madrid bevinden zich tal van grote en kleine musea. Ook zijn er verschillende kloosters en andere instituten te bezichtigen.De drie bekendste musea van Spanje bevinden zich in Madrid. Ze zijn gelegen in de nabijheid van elkaar, wat denaam “Gouden Kunstdriehoek” verklaart.
Museo del Prado, hoofdzakelijk schilderijen van oude meesters, afkomstig uit de koninklijke verzamelingen.
Museo Thyssen-Bornemisza, een kunstverzameling met hoofdzakelijk westerse schilderkunst, bijeengebracht door baron Thyssen.
HetNationaal Archeologisch Museum van Madrid (Museo Arqueológico Nacional) bevat archeologische vondsten uit Spanje, het Oude Egypte, Mesopotamië, Griekenland en Rome die eerder deel uitmaakten van de collectie van het Prado. Een bekende artistieke vondst uit Spanje is de 'Dama de Elche'.
Alonso Martínez: Dit district bevat onder meer het “Plaza de Colón”, vernoemd naar Columbus. Het ligt op loopafstand van culturele attracties, zoals hetMuseo del Prado, het grote Retiro-park en bijvoorbeeld het zakengedeelte van de “Paseo de la Castellana”.
Atocha: het gebied, grenzend aan de wijken Huertas en Lavapiés. Een centraal punt is hetstation Atocha, het grootste van Madrid. Deze wijk bevat kunstgaleries en restaurants waar de traditionele Spaanse keuken op tafel staat.
Nuevos Ministerios: Dit is het financiële district van Madrid, waar kantoortorens staan van een aantal grote banken en kantoren binnen Spanje. Een van de grootste van deze gebouwen brandde compleet af op 12 februari 2005, de “Torre Windsor”. Het grootste warenhuis van de stad, "El Corte Inglés", dat bestaat uit drie aan elkaar geschakelde gebouwen vindt men ook in deze zone.
Chueca: Dit is een van de meest authentieke, maarkosmopolitische delen van de binnenstad. In het begin van de jaren 80 stond het bekend als een vervallen buurt, maar later begon hier ‘LaMovida’, oftewel de nieuwe culturele revolutie van Spanje. Er werd gestreden voor onder andere gelijke rechten voor homoseksuelen. Chueca staat bekend als de buurt voor deLhbt-gemeenschap, maar in werkelijkheid is het publiek vooral gemixt en levendig. De wijk is volgepakt met restaurants, bars en terrassen. Er zijn winkels van chique modehuizen en een aantal kunstgaleries.
Malasaña: een wijk vol met bijvoorbeeld restaurants en bars. Het centrum van deze wijk is het Plaza Dos de Mayo. De naam Malasaña is informeel en gangbaar onder de lokale bevolking, de eigenlijke naam is Universidad.
Retiro: Dit is demografisch gezien het oudste district van de stad, bevolkt door studenten. Het ligt direct naast het Retiro-park. De straten van Retiro zijn behoorlijk smal, overdag hectisch en vol met winkels, mensen en verkeer.
Cortes: Dit district heeft maar een kleine oppervlakte maar huisvest bezienswaardigheden zoals het Congres van de Spaanse regering en hetMuseo Thyssen-Bornemisza. Ook staat hier het kantoor van deBanco de España, het Zarzuela Theater en het pleinPlaza de Cibeles.
Las Huertas: Deze wijk, rechts van de straatPaseo del Prado en ten noorden van Calle Atocha is gekend door de schrijvers en dichters die hier ooit woonden. Een van de bezienswaardigheden is het huis van de schrijverCervantes, waarin hij in 1616 stierf. Gedurende de laatste jaren is het het zoveelste mekka van het nachtleven geworden, waar elke dag duizenden Madrilenen en toeristen van bar naar bar gaan, vooral rondom Calle de las Huertas en Plaza Santa Ana.[(sinds) wanneer?]
Gran Vía: een van de verkeersslagaders van de stad. Deze straat is vooral eenwinkelstraat, maar ook hotels, bioscopen en uitingen van het nachtleven. Een van de straten in deze wijk, de “Calle Fuencarral” is een van de populairste van de stad geworden, mede doordat het het hippe “Chueca” met het bohemien “Malasaña” district verbindt.
Lavapiés: Dit is van oorsprong een van de armste wijken in de binnenstad, het heeft wel zijn authentieke “Madrid-karakter” weten te behouden. Er wonen immigranten (Chinezen, Indiërs en inwoners afkomstig uit het Caribisch gebied), maar ook kunstenaars en schrijvers, waardoor een gemengd straatbeeld is ontstaan. Door de immigranten heeft de wijk een grote variatie aan winkels gekregen, waar van alles en nog wat te koop is.
Latina: In en rondom deze zone liggen de beginselen van Madrid. Het is lastig om precies een grens om dit gebied te trekken, omdat net als in de omliggende wijken, de straten kronkelig en smal zijn. De wijk heeft veel bars en er zijn een aantal kerken te bezichtigen. Aan de oostkant van deze wijk bevindt zich de vlooienmarkt Rastro. Ook vindt men er het Plaza de la Paja. Aan de andere kant grenst Latina aan het “Plaza Mayor” en “Los Austrias”, een ander mooi deel van Madrid.
Aravaca: Aravaca is zonder twijfel de duurste wijk van de stad, bestaande uit vrijstaande huizen met tuinen. De wijk staat vol met parken en grenst aan het bos genaamd “Casa de Campo”.
Opera: In deze wijk staat het “Teatro Real” (Koninklijk Theater), tegenover hetKoninklijk Paleis. Dit is het werkpaleis van de Spaanse koning, de administratie van het Spaans koninklijk hof is hier gehuisvest. In deze wijk ligt het koninklijke klooster van la Encarnacion en staat de Onze-Lieve Vrouwekathedraal van de Almudena.
De stad kent een uitgebreid nachtleven met een groot aantalbars,clubs endiscotheken.[6] Ze zijn te vinden in en rondom het centrum met concentraties in Chueca, Malasaña en rond de Calle de las Huertas.
In Madrid worden de meeste van de landelijke Spaanse dagbladen uitgegeven. De krant met de grootste oplage isEl País, gevolgd doorEl Mundo enABC.[bron?] In Madrid wordt ook de sportkrantMarca uitgegeven.
Madrid heeft de grootstestierenvechtarena van Spanje, genaamdLas Ventas. De arena werd geopend in1931 en er kunnen 25.000 toeschouwers een stierengevecht in bijwonen. Het stierenvechtseizoen begint in maart en eindigt in oktober. Vanaf maart tot juni, de zogenaamde “San Isidro periode” van Madrid, zijn er elke dag stierengevechten en de rest van het seizoen alleen op zondag. De arena wordt ook gebruikt voor andere evenementen zoals muziekconcerten. Ondanks protesten zowel uit Spanje als elders zijn er voorlopig geen plannen te stoppen met het stierenvechten.
Madrid heeft zijn eigen variant op deSpaanse keuken, die verschilt van de Mediterrane keukens inBarcelona ofValencia. Aan zee eet men meer vis enschaaldieren,pasta, rijst en mediterrane groenten. De traditionele keuken van Madrid bestaat zowel uit vlees als vis,peulvruchten, eieren, honderden soorten worst enstoofpotten. De ‘cocido madrileño’ is het meest traditionele voorbeeld van een Madrileense stoofpot. Madrid staat in Spanje bekend als de stad waar het eten in de restaurants ‘casera’ oftewel huiselijk is. Dat betekent dat het eten vers wordt bereid, in veel gevallen met Spaanse producten. In de stad worden op sommige plaatsen de Spaansetapas op traditionele wijze geserveerd, namelijk gratis bij een drankje.
Madrid heeft twee grote voetbalclubs:Real Madrid enAtlético Madrid. Beide verenigingen hebben een eigen stadion, respectievelijkSantiago Bernabéu enWanda Metropolitano.Rayo Vallecano is de derde voetbalclub van de stad. In 1964 werd het EK Voetbal en in 1982 werd hetWK Voetbal in Madrid gehouden. In beide toernooien werd de finale gespeeld in het Bernabéu-stadion. Voor het WK werd eveneens hetEstadio Vicente Calderón gebruikt. Verder zijn diverse andere internationale finales in het clubvoetbal in Madrid gespeeld.
De stad heeft twee bekende basketbalteams, een motorcircuit en een Formule 1 circuit. Men kan ook vlak bij Madrid skiën, in de bergen van de “Sierra de Guadarrama”, waar de skioordenValdesqui enNavacerrada liggen.
Madrid stond lang bekend als nachtmerrie voor het wegverkeer. De binnenstad bestaat uit een netwerk van tot 8 rijstroken brede wegen zoals de Gran Vía, Avenida del Mediterráneo, Paseo de la Castellana, Avenida de América en eromheen kronkelende straten. De infrastructuur van de stad is omvangrijk, het heeft een netwerk van zeven nationale snelwegen die naar alle uithoeken van het land uitwaaieren en vier ringwegen. De snelwegen hebben uiteenlopende nummeringen (zoals R-5, A2 etc), en de bevolking onderscheidt ze vooral door de stad waar iedere weg uiteindelijk naartoe leidt:
Het autoverkeer in en rondom Madrid is een complex gegeven. Door de groei van het aantal auto’s in en rondom de stad raakte de oude ringweg aan het eind van de jaren 70 zwaar overbelast. Op sommige punten waren er soms letterlijk de gehele dag files. Een bouwproject van twee nieuwe ringwegen, op sommige punten 12 rijstroken breed, moest dit probleem oplossen. Een aantal jaar later bleek dit onvoldoende en werd een vierde, nog grotere ringweg geconstrueerd, deM-50. De zeven snelwegen die door Madrid snijden, worden met elkaar verbonden door de ringwegen, die zelf op sommige punten kruisen, samenvoegen en vervolgens weer splitsen. Toch is dit wegennet niet genoeg voor de zes miljoen inwoners van de agglomeratie en men kampt nog met files, zowel overdag als ’s nachts. Hierdoor zijn de voorbereidingen gestart voor een vijfde ringweg, deM-60 die 170 kilometer lang wordt en een aantal ringwegen onderling zal verbinden.
In 2015 zijn er vier ringwegen en is er een vijfde in aanleg:
Terminal T4 van luchthaven BarajasEen metro, type 8000Het treinstationAtocha
De luchthaven van Madrid heetBarajas, en is de thuisbasis vanIberia. De luchthaven is de belangrijkste van Europa voor vluchten naar Zuid-Amerikaanse steden en het Caribisch gebied.[bron?] In 2019 reisden er ruim 60 miljoen passagiers doorheen. In 2005 is er een vierde terminal gebouwd, genaamd de T4, de grootste luchthaventerminal van Europa. Er zijn daardoor aanzienlijk minder vertragingen op Barajas en heeft de luchthaven nu een capaciteit van 70 miljoen reizigers per jaar. Er zijn weinig bestemmingen in Azië en relatief weinig directe vluchten naar Noord-Amerika. Op dit punt heeft Madrid nog een achterstand ten opzichte van de grote Europese luchthavens zoalsParijs,Londen,Frankfurt, enAmsterdam.
Hetmetronetwerk van Madrid is de op Londen en Parijs na grootste van Europa. Het netwerk bestaat uit 13 compleet ondergrondse lijnen met 326 stations. Ook bestaat er deMetro Ligero, drie sneltramlijnen die deels ondergronds zijn.
In de nabije omgeving van Madrid rijden deCercanías, een netwerk van regionale treinen. Het knooppunt voor deze treinen isAtocha. Ook is Madrid het knooppunt voor deAVE, de hogesnelheidslijnen naar Barcelona en Málaga. Van het stadsgewestelijk netwerk in verschillende Spaanse steden, deCercanías Renfe, is dit het grootste. Het bestaat uit 13 lijnen die Madrid verbinden met nabijgelegen plaatsen en verre buitenwijken.
Madrid voert een actief beleid voor het onderhouden van stedenbanden. Madrid onderhoudt relaties met zustersteden, maakt deel uit van deUnie van Ibero-Amerikaanse hoofdsteden en heeft overige banden met steden.[7]