HetMaastrichts (Limburgs:Mestreechs) is hetstadsdialect dat gesproken wordt inMaastricht. In overeenstemming met de geografische ligging van de stad vertoont dit dialect eigenschappen van hetCentraal Limburgs dat westelijk tevens in Belgisch Limburg wordt gesproken. Het is in dit opzicht a-typisch binnen de Nederlands Limburgse taal.Met ten minste zestigduizend sprekers is dit Maastrichtse stadsdialect niettemin een belangrijke variant van het Limburgs. Tevens mag het het meest vitale stadsdialect van Nederland worden genoemd en zeer waarschijnlijk het dialect met de oudste en meest levendige geschreven traditie, die zelfs min of meer teruggevoerd kan worden opHenric van Veldeke.
Binnen de gemeente Maastricht moeten de dialecten vanItteren,Borgharen,Amby enHeer niet alsMaastrichts worden aangemerkt: dit zijn duidelijk zelfstandige dorpsdialecten. Ook binnen het Maastrichts komt soms per wijk variatie voor, al verdwijnen die verschillen nu gaandeweg wel. Bovendien is het Maastrichts verdeeld in tweesociolecten, hetKort Mestreechs (voor de hogere en middenklasse) en hetLaank Mestreechs (voor de volksklasse). DoorLimburgers die zelf buiten Maastricht wonen wordt het Maastrichtse dialect ook welSjengs genoemd.
Het Maastrichts kent een diversiteit aanklinkers. Een aantal van deze klinkers komen niet in het Nederlands voor, en sommige ervan zijn voor Nederlanders die buiten Limburg wonen vrij moeilijk om uit te spreken. Zo is er een hoorbaar verschil tussen ou en au, en tussen ei en ij. De invloed van hetFrans is in hetklinkerarsenaal van het Maastrichts duidelijker merkbaar.
Klinker | Klinkt als |
---|---|
a | Net als in het Nederlands |
e | Net als in het Nederlands |
o | Net als in het Nederlands |
ow | Zeer korte versie van de Nederlandse "ou" |
u | Net als in het Nederlands |
è | Ligt tussen e en i in. |
ö | Ligt tussen de korte u, ui en eu in. |
ó | Zeer korte versie van de Nederlandse "oo" |
oe | Net als in het Nederlands |
ou | Net als in het Nederlands |
au | Als een Duitse au |
aw | Zeer korte versie van de Duitse "au" |
ao | Als in de o van het Engelse 'love' |
ui | Als in het Nederlands |
ei | Als de i in het Franse 'vin' |
ij | Als in het Nederlands |
äö | Als in de eu in het Franse 'fleur' |
Demedeklinkers in het Maastrichts zijn niet zo 'vreemd' als in de andere Limburgse dialecten, en lijken wat meer op Nederlands. Er is welgeteld één duidelijke medeklinker meer dan in het Nederlands, degk (uitgesproken als bijvoorbeeld de g in het DuitseGut). In het Maastrichts worden deg ench uitgesproken als een zogenaamde "zachte g", maar dat is vanzelfsprekend.
Maastricht ligt juist ten westen van dePanninger linie. Dat wil zeggen dat menslaope,smiete,snije,stoon enzwejje zegt voor "slapen", "smijten", "snijden", "staan" en "zwaaien". Ten oosten van de Panninger Linie vindt men de meer Duits/Ripuarisch gekleurde vormensjlaope,sjmiete,sjnije,sjtoon enzjwejje. In exact deze vormen treft men die woorden aan in Amby en Heer - de Panninger Linie loopt dus dwars door de stadsbebouwing van Maastricht heen.
Een ander kenmerk is het voorkomen vanie enoe in woorden alshier ("heer") enkroen ("kroon"). Wat Nederland betreft komen dergelijke vormen alleen in Maastricht,Weert enVenlo en hun omgeving voor, maar aan Belgische zijde is deze klankverandering zeer algemeen. De meeste Limburgse dialecten echter hebben daar bepaalde diftongen (tweeklanken) voor, zoals het Geleense "heër"(spreek uit: jer) en "kroan"(spreek uit: krwan). Zo zijn er doorheen het Limburgse taalgebied verschillende vormen te vinden waaronder ook de aan het Nederlands gelijkende vormen:heer enkroon, die men bijvoorbeeld in hetSittards vindt. De typische diftongen die bepaalde dialecten kenmerken zijn echter bij een groot gedeelte van de jeugd al niet meer te horen. De "ie" en oe"(als Maastrichtse variant op de eerder genoemde varianten) klinken voor veel Limburgers als typisch Maastrichts, daar ze elders bijna nergens voorkomen.
Een ander verschijnsel is dat in Maastricht en omgeving deie en deij afwisselen waar andere dialecten of steedsie of steedsij hebben. Vaak gaat de wisseling gepaard met een afwisseling sleeptoon-stoottoon. Goed Maastrichts is bijvoorbeeld 'ne Wijze mins is wies ("een wijs mens is wijs"). Vergelijk ooktied ("tijd", met sleeptoon, ter onderscheiding vantiet) entije (stoottoon).
Een paar kenmerken echter zijn (vrijwel) beperkt tot de stad Maastricht alleen. Zo komt de Nederlandseaa in het Maastrichts veel vaker dan in andere Limburgse dialecten terug alsao, een kenmerk dat het Maastrichts deelt met hetNedersaksisch (vergelijkaan-aon,taal-taol,naam-naom). Ook veranderen deau enou (in het Limburgs is daar een hoorbaar verschil tussen) voor medeklinkers geleidelijk aan steeds meer inaaj enoj (aajd-awwe "oud, oude";getrojd-trouwe "getrouwd, trouwen").
Het absolutesjibbolet voor het Maastrichts is echter het "laank trèkke": het rekken van klinkers, in het bijzonder dea. Dit is afhankelijk van sociale status: de leden van de volksklasse doen dit extremer dan de middenstanders (vandaar de termenkort Mestreechs enlaank Mestreechs).
Ten slotte heeft het Maastrichts belangrijk meerFranse enWaalse leenwoorden opgenomen dan de andere dialecten in Nederlands Limburg.
Het Maastrichts heeft bepaalde kenmerken gemeen met eentoontaal, een taal waarinintonatie entoonhoogte de betekenis van een woord volledig veranderen. Alhoewel veel minder sterk dan inOost-Aziatische talen, is het tonale aspect ook hier wel degelijk aanwezig. In hetNederlands komt betekenisonderscheidende tonaliteit niet voor, en het is dan ook moeilijk voor Nederlanders om dit onderscheid te maken. In het Maastrichts heeft men onder andere het verschil tussenstoettoen (stoottoon) en desleiptoen (sleeptoon). Bij de stoettoen is de klank kort en vlak, soms met een extraj aan het einde van de lettergreep. Bij de sleiptoen is de klank lang en begint deze laag, om een beetje hoger te worden, alvorens weer iets omlaag te gaan. Alhoewel er geenIPA-symbool hiervoor is, wordt~ vaak gebruikt op de sleiptoen aan te geven, en\ om de stoettoen aan te geven. Voorbeeld:
Het Maastrichts is als een van de eerste dialecten in Nederland structureel opgeschreven. Voor de achttiende eeuw vindt men het hoogstens in gerechtelijke stukken, als citaten inlasterzaken. De rechter moest letterlijk weten wat de beklaagde gezegd had.
Uit de achttiende eeuw echter is een tekst in het Maastrichts bewaard gebleven: hetSermoen euver de Weurd Inter omnes Linguas nulla Mosa Trajestensi prastantior gehauwe in Mastreeg, gedateerd 1729 (al menen sommigen dat dit waarschijnlijk 1792 moet zijn). Dit is een tekst, vermoedelijk voor een carnavalsviering geschreven, die de lezer ertoe aanspoort Maastrichts te gaan leren (en zich niet altijd en overal van het Frans te bedienen).Uit 1807 stamt een vertaling van de gelijkenis van de Verloren Zoon, vergezeld van een nauwkeurige beschrijving van de Maastrichtse klanken van toen. Deze tekst is onlangs gepubliceerd in 'Het Limburgs onder Napoleon'.
Na deze incidentele teksten komt in de negentiende eeuw langzaam een stroom op gang, mede door de oprichting van de carnavalssociëteitMomus.
Een werk van opmerkelijke omvang en kwaliteit isde Percessie nao Sjèrpenheuvel vanTheodoor Weustenraad (1805-1849), een hekeldicht dat allerlei misstanden in de Maastrichtse aristocratie en kerk aan de kaak stelt. Het circuleerde na Weustenraads vroege dood in vele handgeschreven kopieën en werd in de twintigste eeuw herontdekt.
Een in zijn tijd beroemde en gewaardeerde dichter wasGuillaume Franquinet. Het bekendst echter werdAlfons Olterdissen (1865-1923), overigens geen moedertaalspreker van het Maastrichts, die begin twintigste eeuw doorslaande successen had met de komische opera'sDe Kaptein vaan Köpenick enTrijn de Begijn. Verder werden onder meer bekendEdmond Jaspar (1872-1946),Bèr Hollewijn (1907-1978),Pol Brounts (1919-2005),Huub Noten (1940-2009) enPhil Dumoulin (1947).
Naast de serieuze literatuur (vooral bestaande uit gedichten en korte verhalen) is er een enorme productie van carnavalsliedjes. Een bekende zangeres die in het Maastrichts zingt isBeppie Kraft.
In 1955 bracht de Maastrichtse neerlandicusJoseph Endepols hetMaastrichts woordenboek ofDiksjenaer van 't Mestreechs uit.