

Eenlusthof oflusttuin is eentuin die aangelegd is om dezinnen te prikkelen door vorm, kleur en geur van speciaal gekweekte bomen, struiken en planten. Een meer prozaïsche aanduiding is beslotenpark. Lusthoven zijn door de eeuwen heen beschreven doordichters. Naarmate de rijkdom van de bezitters toenam, kregen lusthoven gestalte in tuinen vanpaleizen en opbuitenplaatsen.
Lust betekentbegeerte, hevig verlangen. Het woord verscheen omstreeks 1265-1270 in deMiddelnederlandse taal, en is verwant met hetOudhoogduitse,Oudfriese enOudengelselust, hetOudsaksischelusta en hetGotischelustus. Het woord hangt verder samen met hetLatijnselascivus, "dartel", hetOudgriekselilaiomai, "ik begeer", enOudindischlasati, "hij streeft".[1]
Een hof is een tuin die is afgesloten van de buitenwereld, bijvoorbeeld door een heg of een muur. Het woord is mannelijk in deze betekenis (in tegenstelling tot het koninklijkehof of een juridischhof), men spreekt dus van 'de lusthof'.
DeHof van Eden, ook bekend als hetparadijs, is de tuin waar Adam en Eva voor dezondeval verkeerden volgens het eerste BijbelboekGenesis.
Voor de komst vancentrale verwarming waren huizen overgeleverd aan hetweer. De grootste machthebbers uit de geschiedenis beschikten daarom niet zelden over een zomerpaleis in koele streken en eenwinterpaleis bijvoorbeeld in de warme stad. De zomerse buitenverblijven werden vaak aangelegd in de nabijheid van eenrivier om onbeperkt te kunnen beschikken over vers water.
Het populaire stadspark deLustgarten op hetMuseumsinsel in deSpree in het centrum van Berlijn was in de 16e eeuw dekruidentuin van hetBerliner Schloss.
Le jardin de plaisir is een boek vanAndré Mollet, meesterhovenier aan het koninklijke hof vanZweden, verschenen teStockholm in 1651 als handleiding bij de inrichting en het onderhoud van pleziertuinen. De tuinman van koningWillem III,Jan van der Groen, gaf in 1670 inDen Nederlandtsen hovenier enkele technische wenken bij zijn beschrijving van lusthoven, zoals de aanleg vanfonteinen.
Inde tuinen vanVersailles, in de 18e eeuw ontworpen doortuin- en landschapsarchitectAndré le Nôtre, werd een lusthof aangelegd met het lustpaviljoen deKleine Trianon en verderop deGrote Trianon, een paviljoen annexorangerie. Hiervoor moest het dorpjeTrianon wijken. Voor de Koninklijke Familie boden deintieme plekjes tussen dehagen en achter het struikgewas een gelegenheid om bijwijlen te ontvluchten aan de strenge hofetiquette en dichter bij elkaar te kunnen zijn.
Sommige lusthoven leven voort in het stratenpatroon van de doorgroeiende stedelijke bebouwing of alsstraatnaam.
In de Rotterdamse wijkKralingen werd in de stadsuitbreiding aan het eind van de 19e eeuw deLusthofstraat aangelegd op het terrein van de 17e-eeuwsebuitenplaatsLusthof naast het oudeSlot Honingen. Dewinkelstraat werd in het westen geraakt op14 mei 1940 en is nu korter dan hij oorspronkelijk was; bij het ontwerp van het naoorlogse stratenpatroon nabij deGerdesiaweg werd men niet gehinderd door enig verleden.[2]
Cupido's lusthof is een lang maar anoniem gedicht, gedrukt in 1613 te Amsterdam.[3][4] Volgens de titelpagina was de schrijver lid van derederijkerskamerHet Wit Lavendel, ook bekend als "Uit levender Jonste". Het voorwoord is gesigneerd door "G.H. van B.", naar alle waarschijnlijkheid de dichterGerrit Hendrik van Brueghel. De volledige titel bevat meer aanknopingspunten:
De inhoud belooft veel variatie, als een amoureuzeboomgaard versierd met 22 kopergravures en veel nooit eerder uitgegevenliedjes,ballades ensonnetten.
De schoonste Lusthof. is een gedicht vanWillem Bilderdijk uit 1824, waarin hij zich een hemelse voorstelling maakt van "de liefelijkste Gaard in den omvang van heel de aarde":[5]
Lusthof is een roman vanRob Schouten uit 2002.
De Engelse dichterSamuel Taylor Coleridge schreef in 1816 het gedichtKubla Khan, or a Vision in a Dream. A Fragment. met de onsterfelijk geworden openingswoorden:
Volgens de overlevering vanMarco Polo had de MongoolsekhanKoeblai Khan inderdaad een zomerpaleis inXanadu laten optrekken dat in luxe en grandeur zijn weerga niet kende in de Middeleeuwen.
The Pleasure Garden is hetdebuut als speelfilmregisseur vanAlfred Hitchcock, eenDuits-Britse coproductie uit1925, naar de Duitse romanIrrgarten der Leidenschaft vanOliver Sandys.[6][7] In Duitsland heet de film net als het boek dus letterlijk "Doolhof van dehartstocht". Depremière vond plaats in 1927. De film volgt twee danseressen in het fictieve LondenseThe Pleasure Garden Theatre.
The Pleasure Garden uit1952 is een andere, maar gelijknamige film, geschreven en geregisseerd door de AmerikaanJames Broughton. Het verhaal is eensprookje over eenfee die het "Pleasure Principle" verdedigt tegen een kolonel die alle romantiek en vrije expressie aan banden wil leggen, gefilmd in de ruïne van hetCrystal Palace, dat door brand was verwoest in1936. De bijbehorendepleasure gardens, die betrekkelijk weinig schade hadden opgelopen, werden na het maken van de film alsnog gerooid.
De Romeinse lusthof is een stripalbum vanAsterix uit 1973, waarinJulius Caesar hoopt de Galliërs klein te krijgen door een ambitieus nieuwbouwproject voor Romeinse veteranen midden in het bos naast het opstandige dorp. Het verhaal verscheen oorspronkelijk in het Franse tijdschriftLe Pilote in 1971 alsLe Domaine des dieux, het domein van de goden.[8]