Louis Raemaekers | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Persoonsgegevens | ||||
Geboren | 6 april1869,Roermond | |||
Overleden | 25 juli1956,Scheveningen | |||
Geboorteland | ![]() | |||
Beroep(en) | tekenaar | |||
RKD-profiel | ||||
|
Louis Raemaekers (Roermond,6 april1869 –Scheveningen,25 juli1956) was een Nederlandstekenaar. Hij kreeg in deEerste Wereldoorlog grote bekendheid als politiek tekenaar, eerst met zijn prenten inDe Telegraaf, later voor de publicaties die hij maakte voor het Britse propagandabureauWellington House.[1] Na de dood van Louis Raemaekers in juli 1956 verscheen een necrologie in deThe Times (Londen): ‘Het is gezegd dat Louis Raemaekers de enige privépersoon was, die een waarlijke en grote invloed heeft uitgeoefend op het verloop van de Eerste Wereldoorlog. Er waren een tiental mensen – keizers, koningen, staatslieden en legerleiders – die ontegenzeglijk het beleid vormden en de leiding hadden. Maar buiten die cirkel van grootheden, was Louis Raemaekers de enige man die, zonder titel of status – en zonder enige twijfel – het lot van de volkeren heeft bepaald.'[2]
Louis Raemaekers werd geboren in een liberaal gezin met veel belangstelling voor kunst en toneel. Al jong viel Raemaekers op door zijn tekentalent. Hij maakte portretten, landschappen en stadstaferelen en had een voorkeur voor een vrij kunstenaarsbestaan. Zijn vader drong echter aan op een tekenopleiding. Hij volgde onder meer lessen aan de Gemeente Teekenschool in Roermond en van 1891 tot 1893 aan deRijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers en deRijksschool voor Kunstnijverheid, beide inAmsterdam, bijJacobus Roeland de Kruijff. In 1894 werkte hij enige tijd inBrussel, waar hij overdag opleiding volgde in het atelier vanErnest Blanc-Garin en 's avonds deAcadémie Royale des Beaux Arts bezocht.[3]
In1895 ging hij naarWageningen, waar hij directeur en tekenleraar werd aan de Avondteekenschool voor Ambachtslieden. In 1896 werd hij ook nog tekenleraar aan de Rijkslandbouwschool en in 1899 aan de plaatselijke HBS. Daarnaast werkte Raemaekers als boekillustrator enboekbandontwerper. In deze tijd werkte hij ook voor zichzelf en hij nam deel aan tentoonstellingen die in de pers overwegend goed beoordeeld werden. Hij schreef en illustreerde twee prentenboekenGuitenstreken van Pim, Piet en Puckie (1905), die aanleiding vormden voor hetAlgemeen Handelsblad om Raemaekers uit te nodigen regelmatig politieke tekeningen te leveren. Na een overstap in1909 naarDe Telegraaf kwam drie jaar later een eind aan Raemaekers Wageningse tijd. Hij nam ontslag van zijn leraarsfuncties, verhuisde met zijn gezin naar Haarlem en ging volledig op in zijn politieke tekenkunst. Naast de politieke prenten, die bijna dagelijks in de krant verschenen, werden verschillende bundels van zijn werk gepubliceerd.
Het uitbreken van deEerste Wereldoorlog betekende een ommekeer. Raemaekers was geschokt door de inval van de Duitsers in het neutraleBelgië en hij koos partij tegenDuitsland en voor degeallieerden. Hij vormde zich een mening op basis van reportages van journalisten die in België de situatie gingen bekijken, van foto's en van verhalen van Belgische vluchtelingen. Zijn meest aangrijpende prenten dateren uit die eerste maanden van de oorlog. Zijn boodschap was duidelijk: Nederland kon in de ogen van Raemaekers niet neutraal blijven. In de maanden die volgden bleven zijn prenten niet onopgemerkt. De Duitsers eisten maatregelen wegens schending van de neutraliteit, maar de Nederlandse regering kon niet of nauwelijks ingrijpen omdat het land niet instaat van beleg was. Hier en daar werden prenten en albums in beslag genomen. HoofdredacteurKick Schröder die zich in het kielzog van Raemaekers ook kritisch uitliet over de oosterburen, werd zelfs om die reden aangeklaagd en twee weken in de gevangenis opgesloten. Hij werd uiteindelijk vrijgesproken. In de herfst van1915 kreeg Raemaekers te horen dat de Duitsers een prijs van twaalfduizend mark op zijn hoofd hadden gezet, een verhaal waarvan de bron onduidelijk is, maar dat wel het gewenste effect heeft gehad. Tot op de dag van vandaag wordt deze anekdote gebruikt om aan te geven hoe de Duitsers over de tekenaar en zijn werk dachten.
Raemaekers' tekeningen werden vanaf 1915 ook in het buitenland verspreid. InFrankrijk in een aantal bundels met prentbriefkaarten; inEngeland op een grote tentoonstelling in Londen.[4] Een overweldigend succes viel hem te beurt. In beide landen werden hem contracten aangeboden: in Engeland door deDaily Mail en in Frankrijk doorLe Journal. In Frankrijk liet journalist en prentverzamelaarJohn Grand-Carteret zijn oog op het werk van Raemaekers vallen. Hij besloot diens prenten aan het Franse volk te presenteren en publiceerde ze in verschillende tijdschriften.[5] De grote manifestatie in februari1916 in Parijs, waarbij de Franse tekenaarJean-Louis Forain hem deLegioen van Eer opspeldde, was hiervan het resultaat.
Eind1915 was Raemaekers in Londen het gesprek van de dag, zelfs in het parlement. Toen even later een album met zijn werk verscheen, schreef de premier van EngelandHerbert Asquith het voorwoord: 'Raemaekers toont ons de vijand in de ogen van een staatsburger uit een neutraal land'.[6] Direct bij de aanvang van de oorlog had Asquith een propagandabureau opgericht, dat in het geheim opereerde onder de schuilnaamWellington House. Directeur Charles Masterman nodigde een twintigtal schrijvers uit om boeken, artikelen en pamfletten te maken om in neutrale landen te verspreiden. Het meest doeltreffend was het Bryce Report, dat in mei1915 verscheen en vervolgens in dertig talen is vertaald. In het rapport, dat gebaseerd was op verhalen van Belgische vluchtelingen, deed het Bryce Committee verslag van de Duitse gruweldaden in België in de eerste maanden van de oorlog. Na de succesvolle tentoonstelling nam Wellington House contact op met Raemaekers en begin1916 verscheen het eerste album: Raemaekers Cartoons.[7] Het is een goedkoop uitgevoerd pamflet van veertig pagina's dat aan soldaten die naar het front vertrokken werd meegegeven. Hoewel de prenten voor de publicatie van het Bryce Report zijn verschenen, handelen zij over dezelfde situaties. Volgens een Duitse bron werden deze pamfletten in groten getale aangetroffen bij geallieerde oorlogsgevangenen.[8] Na de Engelse editie isRaemaekers Cartoons vertaald in achttien talen en in enkele miljoenen exemplaren gedistribueerd in neutrale landen. Tegelijkertijd werden over de hele wereld enkele honderden tentoonstelling georganiseerd; na Engeland en Frankrijk in Zwitserland, Italië, Spanje, Baskenland, Portugal, Griekenland, Rusland, Canada, de Verenigde Staten, Brazilië, Argentinië, Chili en Nederland. Nog steeds in Engeland werden ook initiatieven genomen voor andere vormen van propaganda. Pakjes sigaretten werden verstevigd met sigarettenkaartjes waarop honderdveertig prenten van Raemaekers; deze werden vervolgens aan soldaten uitgedeeld. Vrouwen uit aristocratische kringen organiseerden middagen waarbij prenten van Raemaekers in de vorm van tableaux vivants werden vertoond. Duitsland reageerde vooral fel op de verspreiding van de pakjes sigaretten. DagbladDe Tijd citeerde uit deKölnische Volkszeitung: 'Men moet zich de gevolgen van zulk eene propaganda helder voorstellen. Vijftig millioen paar oogen zien den keizer en het Rijk met Raemaekers oogen'.[9]
Louis Raemaekers tekende in 1915 en 1916 regelmatig prenten over de houding van de Amerikaanse presidentWoodrow Wilson, een goede aanleiding voor Wellington House om Raemaekers' agent James Murray Allison naar Amerika te sturen om de verspreiding van diens werk te verzorgen. Na zes maanden was het resultaat nog mager. De politieke elite aan de oostkust was onder de indruk van zijn werk, maar zelfs na de Amerikaanse oorlogsverklaring in april 1917 was de rest het land nog nauwelijks op de hand van de geallieerden. De oplossing was helder: de aanwezigheid van de meester zelf moest de oplossing brengen. Raemaekers arriveerde in juli 1917 in New York en tekende meteen een contract met het syndicaat van krantenmagnaatWilliam Randolph Hearst. Een even discutabele als geniale zet: deInternational News Service was op de hand van Duitsland. Het idee kwam van de tekenaar zelf: 'het is het meest doeltreffend om mijn tekeningen te tonen aan lezers die keer op keer pro-Duitse artikelen onder ogen krijgen', zei hij. De prenten van Raemaekers zijn gepubliceerd in meer dan tweeduizend kranten, enkele tientallen miljoenen exemplaren zijn iedere maand onder de lezers verspreid. De Amerikaanse pers noemde hem 'the world’s most famous cartoonist'. Raemaekers maakte een rondreis door Amerika en hij werd ontvangen door presidentWoodrow Wilson en door oud-presidentTheodore Roosevelt, die grote bewondering had voor zijn tekeningen. Roosevelt noemde de prenten van Raemaekers de 'meest indrukwekkende van de achtenswaardige bijdragen van neutrale partijen aan de beschaving tijdens de Wereldoorlog'.[10][11] Dankzij zijn aanwezigheid groeide het aantal exposities en steeg de verkoop van albums en tekeningen met de dag. Het doel van de missie: het Amerikaanse volk de 'waarheid' van de oorlog onder ogen brengen, is bereikt: de publieke opinie die eerder oordeelde dat het land zich niet in die verre oorlog moest mengen, kantelde in het voordeel van de geallieerde naties.Raemaekers keerde in november terug naar Engeland. Een jaar later tekende hij de laatste prent met de Duitse keizerWilhelm II voorDe Telegraaf: deze droogt zijn krokodillentranen met een zakdoekje vankoningin Wilhelmina. Zij gaf hem toestemming om zich na de oorlog te vestigen in Nederland. Wilhelm woonde tot zijn dood in 1941 inHuize Doorn. In1922 verleende de universiteit vanGlasgow Raemaekers eeneredoctoraat, uit erkenning voor zijn belangrijke bijdrage aan de beïnvloeding van de publieke opinie in de Verenigde Staten.
Na de oorlog vestigde Raemaekers zich in Brussel, waar hij werkte voor de dagbladenLe Soir enDe Telegraaf. In 1919 restaureerde Raemaekers de tekeningen vanVictor de Stuers in hetLeidse academiegebouw. Zelf tekende hij de wachtende student in hetzweetkamertje. In 1933 kondigdeDe Telegraaf aan dat Raemaekers de tekeningen gaat maken voor de stripreeksFlippie Flink (Nederlandse stripreeks) op teksten vanClinge Doorenbos. In praktijk heeft zijn zoon Robert het overgrote deel van deze serie getekend. In Nederland waardeerde men hem minder vanwege vermeend onvaderlandslievend gedrag. In de jaren dertig van de twintigste eeuw kantte Raemaekers zich opnieuw fel tegen Duitsland. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was aanleiding om in1939 te verhuizen naar Engeland en in1940 naar de Verenigde Staten. Na de oorlog keerde Raemaekers terug naar België; in1953 kwam hij terug naar zijn geboorteland, waar hij in1956 teScheveningen overleed.
Tentoonstellingen in Maastricht in1938 en Roermond in1949 brachten hem uiteindelijk toch erkenning in eigen land. In2006 vond een herdenking plaats ter gelegenheid van het vijftigste sterfjaar van Raemaekers, met een tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Roermond. Het historisch museumDe Casteelse Poort te Wageningen wijdde vannovember2012 totmaart2013 een tentoonstelling aan Raemaekers.
Louis Raemaekers ontving tijdens zijn leven de volgende orden en onderscheidingen:
Het grootste deel van de nalatenschap van Raemaekers, waaronder prenten en correspondentie, bevindt zich in deHoover Institution Library and Archives, gelegen op de campus van deStanford-universiteit in Californië. In Nederland is werk van hem te vinden in de collecties van hetPersmuseum enAtlas Van Stolk.Stichting Louis Raemaekers ontsluit op geregelde tijdstippen schilderijen, tekeningen en andere objecten afkomstig uit de nalatenschap van de tekenaar via tentoonstellingen, publicaties en haar website.
Van 29 november 2014 tot 12 april 2015 was in hetLimburgs Museum inVenlo de tentoonstelling 'Ten strijde met potlood en pen': Louis Raemaekers (1869-1956) herontdekt, te bezichtigen. De tentoonstelling werd georganiseerd in samenwerking met Stichting Louis Raemaekers. In hetCuypershuis inRoermond organiseerde de stichting gelijktijdig een kleine expositie van zijn werk onder de titelLouis Raemaekers: van Roermondenaar tot wereldburger.