Longobardisch | ||||
---|---|---|---|---|
Gesproken in | Burgenland,Oost-Stiermarken,Weense bekken,Syrmië, deel vanHongarije, delen vanKroatië enSlovenië | |||
Uitgestorven in | ±1000 | |||
Taalfamilie | ||||
Alfabet | Runen | |||
Taalcodes | ||||
ISO 639-2 | gem | |||
ISO 639-3 | lng | |||
|
HetLongobardisch (niet te verwarren met hetLombardisch) is eenuitgestorvenWest-Germaanse taal die waarschijnlijk vanaf deOudheid tot ongeveer tot het jaar1000 werd gesproken door deLongobarden, een Germaans volk dat aanvankelijk in de toenmalige Romeinse provinciePannonië leefde en in de6e eeuw gemigreerd is naar het huidigeNoord-Italië. Het Longobardisch was verwant aan hetBeiers enAlemannisch en wordt samen met deze dialecten als een vorm vanOpperduits beschouwd, aangezien het schaarse overgeleverde materiaal er op wijst dat het Longobardisch net als de andere Opperduitse dialecten detweede Germaanse klankverschuiving volledig heeft doorgemaakt, en niet slechts gedeeltelijk zoals bij deMiddelduitse dialecten het geval is.
Er is zeer waarschijnlijk nooit iets in het Longobardisch opgeschreven, doordat de sprekers na hun verhuizing al heel snel overschakelden op de Romaanse taal en het bijbehorendeLatijnse schrift. De enige overgeleverde bronnen zijn een paareigennamen entoponiemen, eerst in de vorm van runeninscripties in met name het oudeFuthark en later beschreven in Latijnse geschriften zoals deHistoria gentis Langobardorum vanPaulus Diaconus, hetEdictum Rothari en deOrigo gentis Langobardorum. Volgens Paulus Diaconus waren de Longobarden uiteindelijk vanScandinavische herkomst.
Over de Longobardische grammatica is vrijwel niets bekend. Het Longobardische schriftsysteem ziet er in het Latijn getranscribeerd zo uit:
Dequ geeft een [kw]?-klank weer. Deʒ is een gewone [s]?, bijvoorbeeldskauʒ [skaus]?, "schoot". Dez is een [ts]?. Deh geeft aan het begin van woorden een [h]?-klank weer en elders een [x]?-klank.
HetNieuwitaliaans kent enkele woorden die vrijwel zeker van Longobardische herkomst zijn: