Liu Xin | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam (taalvarianten) | ||||||||||
Vereenvoudigd | 刘歆 | |||||||||
Traditioneel | 劉歆 | |||||||||
Pinyin | Liú Xīn | |||||||||
Wade-Giles | Liu Hsin | |||||||||
|
Liu Xin, (46 v.Chr. -23 na Chr.) was eenChineesastronoom en archivaris tijdens de laatste periode van deWestelijke Han-dynastie en deXin-dynastie en behoorde tot de vertrouwelingen vanWang Mang. Hij volgde zijn vader,Liu Xiang, op alsbibliothecaris in de keizerlijke bibliotheek. Zijn berekening van de chronologie van degeschiedenis van China vormde de basis voor detraditionele geschiedschrijving.[1] Liu was een groot pleitbezorger van de 'oude tekstversies' (guwen) van deConfucianistische Klassieken, maar bleef aanhanger van deesoterische interpretatie van die klassieken, zoals verwoord door de 'nieuwe tekst'-school (jinwen). Volgens de latere historiografie heeft hij zo deideologische basis gelegd voor de machtsovername door Wang Mang.
De biografie van Liu Xin bevindt zich injuan 36 van deHanshu, deofficiële geschiedenis van de vroege-Han dynastie. Zijnomgangsnaam was eerstZijun, maar die veranderde hij in 6 v.Chr. inYingshu. Toen veranderde hij ook zijnpersoonlijke naam vanXin naarXiu. Deze naamswijziging werd later verklaard als een reactie op de voorspelling dat het Huis Han tekenen van vernieuwing ontving. Liu Xin was de jongste zoon vanLiu Xiang en verwant aan de keizerlijke familie van de Han-dynastie. Hij pleegde zelfmoord in 23 na Chr.
Liu Xin volgde zijn vader op als hoofd van de keizerlijke bibliotheek en voltooide diens taak om demanuscripten in de keizerlijke bibliotheek te ordenen en te reconstrueren. Op basis van de aantekeningen van zijn vader schreef hij deZeven samenvattingen ('Qilüe' 七略), de oudste systematischebibliografie en basis voor alle latere ordening van kennis in China. Het werk is bewaard gebleven als hoofdstuk 30 van de Hanshu.
Zowel hij als zijn vader verzamelden met grote ijver 'oude teksten' (guwen), documenten die waren geschreven in een schrift dat stamde uit de tijd van vóór de standaardisatie van het schrift doorQin Shihuangdi. Liu Xin pleitte voor officiële erkenning van de 'oude tekst'-versie van een aantal Confucianistische Klassieken. Zijn poging om voor die werkenzeer geleerden ('boshi', 博士, geleerden van de hoogste rang) benoemd te krijgen in deKeizerlijke Academie (Taixue 太學) stuitte op fel verzet van zittende wetenschappers, aanhangers van de 'nieuwe tekst'-versies (jinwen). Liu kreeg te maken metlaster en werd benoemd tot gouverneur van een provincie. Mogelijk vanwege deze tegenwerking zocht Liu Xin toenadering totWang Mang. Na diens machtsovername in 9 na Chr. werd Liu Xin benoemd totLeermeester van de Staat ('guoshi', 國師) en verkreeg daarmee een hoge positie aan het hof. Ondanks hun grote belangstelling voor 'oude tekst-versies' van de Confucianistische klassieken waren zowel Wang Mang als Liu Xin overtuigde aanhangers van deesoterische interpretatie van het Confucianisme, zoals verwoord door de 'nieuwe tekst'-school. Die verbond hetConfucianisme met magische aspecten van de leer van deVijf Elementen en de filosofie vanyin en yang en zag een relatie tussen dekosmos, natuurverschijnselen en de daden van mensen. Door die verschijnselen en hun vermeende samenhang nauwkeurig te observeren en te beschrijven ontwikkelde Liu Xin zich tot een bekwaam astronoom. Hij interpreteerde de waargenomen verschijnselen als legitimatie voor de machtsovername door Wang Mang.
Dat de relatie tussen beide personen hecht was, blijkt uit het huwelijk vanLiu Yin (劉愔), een dochter van Liu Xin metWang Lin (王臨), de vierde zoon van Wang Mang. Toch nam Liu Xin in het jaar 23 deel aan een samenzwering tegen Wang Mang, nadat diens leger een vernietigende nederlaag had geleden. Toen in de zomer van 23 een komeet verscheen, werd dit door astrologen uitgelegd als een voorteken dat de Liu-clan opnieuw de keizerlijke familie zou worden en dat de nieuwe keizer de naam Liu Xin zou dragen. Uit angst voor het lot dat hem dan te wachten zou staan, plandeWang She, een vertrouweling van Mang een aanslag op hem en kreeg steun van Dong Zhong (董忠, †23) sinds 19 de opperbevelhebber (Da Sima, 大司馬). Ook Liu Xin besloot uiteindelijk mee te doen nadat hem was verteld dat Wang Mang niet verwekt zou zijn door zijn vaderWang Man, maar een onwettig kind van zijn moeder was. Uit astrologische overwegingen besloot hij echter te wachten totdat Venus op 20 augustus 23 zichtbaar zou zijn als ochtendster. Toen bleek dat Sun Ji (孫伋), commandant van de paleiswacht het voornemen al had doorgegeven aan Wang Mang. Na te zijn ondervraagd werd Dong Zhong met zijn gehele familie terechtgesteld en werden Wang She en Liu Xin gedwongen tot zelfmoord.
Volgens Liu Xin werden verschijnselen in de natuur beïnvloed door de daden van mensen en hadden zo een voorspellend karakter. Door dit correlatiedenken en zijn geloof invoortekenen volgde hij de 'Nieuwe Tekstschool', de op dat moment orthodoxe richting binnen het Confucianisme. Hij was echter ook een sleutelfiguur voor het ontstaan van de 'Oude Tekstschool', doordat hij 'oude teksten' in de keizerlijke bibliotheek introduceerde. In een bewaard gebleven geschrift onder de titel 'Memorandum ter berisping van de Zeer Geleerden van de Adviseur der Ceremonies' (Yi Taichang Boshi shu, 移太常博士書) legde Liu Xin omstandig uit hoe de overleveringslijn van de 'nieuwe tekst'-versies van deVijf Klassieken werd onderbroken op het moment dat de manuscripten werden herschreven in het moderne schrift. Liu Xin wist, gesteund door Wang Mang, de oude tekst-versies van hetBoek der Documenten, hetBoek der Liederen (zoals overgeleverd door vader en zoon Mao, 毛) en deZhouli officieel erkend te krijgen. Hetzelfde gebeurde met hetCommentaar van Mijnheer Zuo. Liu Xin maakte van dat werk een commentaar op de versie van deLente- en Herfstannalen die door hem was ontdekt in de keizerlijke bibliotheek en tot dat moment onbekend was. Ook de Zhouli kreeg een bijzondere betekenis, op advies van Liu Xin werd dit werk door Wang Mang gebruikt als voorbeeld voor de inrichting van het bestuur van zijnXin-dynastie.
Na de val van Wang Mang in 23 na Chr. werden de nieuwe tekst-versies van de klassieken weer in ere hersteld, maar werden na de tweede eeuw na Chr. toch weer (en nu definitief) vervangen door oude-tekstversies. Desondanks ontstond er vanaf deSong-dynastie twijfel over de betrouwbaarheid van die oude tekst versies. Geleerden alsSima Guang (司馬光, 1019-1086),Hung Mai (洪邁, 1123-1202) enSu Che (蘇轍, 1039-1112) verweten Liu Xin de Zhouli te hebben vervalst, om zo de usurpatie door Wang Mang te kunnen rechtvaardigen. VolgensLiu Fenglu (劉逢祿, 1776-1829) had Liu Xin hetzelfde gedaan met het 'Commentaar van Mijnheer Zuo'.
Aan het einde van de 19e eeuw ontstond in China een beweging om het verstarde politieke systeem te hervormen.Liao Ping (寥平, 1852-1932) onderbouwde dit streven door terug te grijpen op de inmiddels lang in onbruik geraakte 'nieuwe teksten' uit de Han-dynastie. Volgens die versie van de klassieken zou Confucius geheime kennis in zijn werken hebben verborgen en was hij eigenlijk een politiek hervormer geweest. In zijnPi Liu pian (批劉篇, 'Essay ter weerlegging van Liu [Xin]') uit 1886 stelde Liao Ping dan ook dat alle oude tekst versies vervalsingen door Liu Xin waren. De hervormerKang Youwei (康有為, 1858-1927) werkte dit verder uit in zijnXinxue weijing kao (新學偽經考, 'Studie naar de vervalste klassieken door wetenschappers uit deXin-dynastie') uit 1891 en zijnKongzi gaizhi kao (孔子改制考, 'Studie naar Confucius als hervormer van instituties') uit 1897. Door de vervalsingen van Liu Xin was de betekenis van Confucius als politiek hervormer en daarmee als voorloper van zijn hervormingsbeweging verloren gegaan. Beide werken werden snel verboden door het keizerlijk hof, omdat zij werden gezien als rechtvaardiging voor ongewenste veranderingen.
De studie[2] van de Zweedse sinoloogBernhard Karlgren (1889-1978) en de werken vanGu Jiegang enGuo Moruo (郭沫若, 1892-1978) hebben echter aangetoond dat Liu Xin niet de auteur van de oude tekst versies kan zijn geweest. Alleen al het grote aantal overgeleverde teksten maakte dit onmogelijk. Weliswaar zijn er onder de oude teksten vervalsingen aanwezig, maar dit geldt ook voor nieuwe teksten. Ook zij kregen pas tijdens de Han-dynastie hun definitieve vorm. Men kan dan ook nieta priori stellen dat nieuwe tekstversies authentiek zijn en oude tekstversies dat niet zijn.
Liu Xin vervaardigde tabellen met astronomische waarnemingen en maakte een catalogus van 1080sterren, die hij onderverdeelde in zes helderheidscategorieën. Hij deed dit honderd jaar voor deAlmagest vanPtolemeus. Als bronnen gebruikte hij onder meer de boeken vanFu Buqi (宓不齊, 521-... v.Chr., een leerling vanConfucius) en de door hemzelf eerder ontdekte versie van deLente- en Herfstannalen. Door zijn functie als bibliothecaris had Liu Xin makkelijk toegang tot die bronnen. Eencongres dat hij in het jaar4 na Chr. organiseerde, werd bezocht door duizend wetenschappers.[3]
Lui Xin publiceerde in 7 v.Chr. een nieuw astronomisch systeem, genaamd 'drievoudige concordantie' (santong li, 三統暦), met daarin deomloopbanen van een aantalplaneten, deschijngestalten van de maan en dejaargetijden. Volgens zijn berekening had desynodische maand een lengte van 2943/81 dagen, en kwamen 235 van deze periodes overeen met een tijdsduur van 19 jaar. Eenjaar duurde bij hem dus 365385/1539 dagen, slechts elf minuten langer dan de tegenwoordig berekende lengte.
In 1973 werd een 137 kilometer grotekrater op Mars ter herinnering aan zijn werk deLiu Hsinkrater genoemd (171,6°W.L. en 53,6°Z.B.).