Delimes (Latijn voor 'grens') is de aanduiding van de grens- en verdedigingszone van hetRomeinse rijk, hoofdzakelijk gebouwd in de periode40 na Chr. - circa250 na Chr.. Deze liep van de Atlantische kust in het huidige Noord-Engeland via de Noordzee, langs de toenmalige hoofdstroom van deRijn, en langs deDonau naar deZwarte Zee. Verder oostwaarts volgde de limes deEufraat (vanaf de tijd van keizerSeptimius Severus deTigris) naar deRode Zee. In het zuiden vormde deSahara een natuurlijke verdedigingsbarrière tegen invallen.
In juli 2021 is, tijdens de vergadering(en) van het werelderfgoedcomité van de UNESCO in hetChineseFuzhou, aan de meest complete en best bewaarde onderdelen van deNeder-Germaanse limes de status vanwerelderfgoed toegekend.[4] In deze vergadering(en) werd ook het westelijke deel van deDonaulimes in Duitsland, Oostenrijk en Slowakije op deUnesco-werelderfgoedlijst geplaatst.[5][6] In 2024 gebeurde hetzelfde met de limes inRoemenië.[7]
HetLatijnse woordlimes is van oorsprong eenlandmetersterm en betekende aanvankelijk "grenspad/grens", bijvoorbeeld tussen tweeakkers ofwijngaarden. Later kwam daar de betekenis van "weg" bij. De betekenis van "grensweg", in de zin van een geplaveide weg langsforten, werd pas in de4e eeuw gebruikt in de specifieke, militaire betekenis van grens tussen het Romeinse rijk en de niet-onderworpen gebieden.[8] In de19e eeuw werdlimes dankzij Duitsearcheologen het vaste begrip voor de versterkte grens van het Romeinse rijk.
De Limes is nooit een stabielegrens geweest, maar wel de scheiding - volgens de Romeinen - tussen de beschaafde wereld en debarbaren. KeizerAugustus, regerend van 27 voor Chr. tot 14 na Chr., was de eerste die na verovering van deAlpen enSpanje grenzen voorstelde, in het noorden tot aan deElbe.
Rond 19 voor Chr. waren er twee legioenen gelegerd op deHunerberg inNijmegen, langs de Rijn werden forten aangelegd, van waaruit generaalNero Claudius Drusus van plan was om de delen ten noorden van de Rijn te veroveren. Drusus, die de bijnaam "Germanicus" kreeg, zijn zonen en anderen ondernamen wel veldtochten naar het noorden en stichtten kortstondig de provincieGermania, met grenzen tot aan deElbe, maar na o.a. de nederlaag in deslag bij het Teutoburgerwoud werd de Rijn weer de noordelijke grens vanafKatwijk aan de Noordzee, tot aan deMoezel, en daarvandaan naar de Donau, die de grensrivier werd tot aan deZwarte Zee.
In het oosten was deEufraat de grensrivier en de woestijn inSyrië een grens, in het zuiden was de Sahara een natuurlijke grens.
In Engeland was eerst deMuur van Hadrianus de noordelijke grens, later bij Schotland deMuur van Antoninus, maar na het jaar 200 trokken de Romeinen zich weer terug naar de Muur van Hadrianus.
Delimes Germanicus is ontstaan toen de Romeinen in47 na Chr. definitief van de verovering vanGermania afzagen. Belangrijk daarbij was deVarusslag in9 na Chr. in hetTeutoburgerwoud, waarbij drie Romeinse legioenen in een hinderlaag werden afgeslacht. Op bevel van keizerClaudius I trokken de Romeinen zich terug op de zuidoever van deRijn, die de natuurlijke noordgrens werd. Om de grensstreek te verdedigen werden langs de Rijn forten (latijn:castra en castella, enkelvoud castrum en castellum) gebouwd om militairelegioenen enhulptroepen te huisvesten. Ook werden erkades,havens,wachttorens en wegen aangelegd. De eerste gebouwen werden uit hout opgetrokken. Bij de militaire vestigingen waren, of ontstonden, ook burgernederzettingen.
De limes had niet alleen tot doel om het gebied aan de overzijde van de rivier te beheersen en vijandelijke invallen onmogelijk te maken of te bestrijden. De militaire voorzieningen waren ook en vooral bedoeld om controle uit te oefenen over de Rijn als belangrijkste verbinding tussen hetDuitse Rijnland enBrittannië. Daarbij speelde ook een rol dat bevoorrading van de legioenen vanuit het centrum van het Rijk via de Rijn aanzienlijk eenvoudiger was dan via deElbe.
Bij deBataafse Opstand van69-70 na Chr. werden veel forten in brand gestoken. Na de opstand werden ze weer opgebouwd. Een daaropvolgende bouwfase lijkt rond200 te hebben plaatsgevonden, toen de versterkingen werden herbouwd uit steen. Verwoestingslagen suggereren dat de limes rond240 is bezweken waarna deze werd werd hersteld, en opnieuw bezweek rond 258. Dat wordt gewoonlijk in verband gebracht met een ook uit geschreven bronnen bekendeFrankische inval. De Bataafse keizerPostumus herstelde de grens, die definitief bezweek toenAurelianus in 274 hetGallische keizerrijk liquideerde. De Romeinse aanwezigheid in de4e eeuw had een totaal ander karakter.
Dit grensdeel had een lengte van 550 kilometer en liep vanRheinbrohl aan de Rijn, in de Duitse deelstaatRijnland-Palts, tot kasteel Eining aan de Donau. De versterkingslijn door hetOdenwald enZwarte Woud was van hout; het oostelijk deel werd later in steen herbouwd. Het grootste deel van deze verdedigingslinie ligt tegenwoordig ondergronds en is niet opgegraven.
ZieDonaulimes voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
DeRaetische limes werd voortgezet in deDonaulimes. Bij de Midden-Donau had de grens een karakter dat aan de limes in de Lage Landen doet denken. InDacia slingerde de lijn forten zich door deKarpaten.
De limes had hier een ander karakter. In Engeland beschermde een stenen muur de Romeinen tegen dePicten. Deze muur bestaat deels nog en wordt Muur van Hadrianus genoemd.
Onthulling beeld Romeins soldaat bij N11 Alphen aan den Rijn
In Nederland was de limes lange tijd niet bekend en was er niet veel van te zien. Archeologisch openluchtmuseumArcheon besteedt sinds de eeuwwisseling aandacht aan de limes en gemeenten zijn de zichtbaarheid ervan aan het vergroten. Zo werd op 9 november 2007 in het centrum van Utrecht, vlak bij deDom, met een 80 centimeter brede strook van gekleurd licht en nevel de plaats van het oude castellumTraiectum aangegeven. De Nederlandse Limes Samenwerking, een samenwerkingsverband tussen deRijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en de provincies Zuid-Holland,Utrecht en Gelderland, plaatste de Nederlandse limes op de 'voorlopige lijst eerelderfgoed met het doel dit ook als UNESCO Erfgoed te laten beschermen.[1]
In 2003 is door een aantal archeologen inBratislava een samenwerkingsverband gestart om delen van de limes te nomineren als werelderfgoed. Deze "Bratislava Groep" heeft de volgende definitie geformuleerd:[11]
"Het Werelderfgoed-monument Frontiers of the Roman Empire omvat de grenslijn van het Romeinse Rijk op het hoogtepunt van het rijk ten tijde van de keizers Trajanus tot Septimius Severus (ca. 100-200 na Christus) alsmede militaire installaties uit andere perioden die aan deze grens lagen. De installaties bestaan uit legerkampen, grensforten, wachttorens, de limesweg, kunstmatige verdedigingswerken en direct hieraan geassocieerde burgerlijke bouwwerken."
De Nederlandse regering en die van de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Pfalz hebben deNeder-Germaanse limes in 2011 voorgedragen voor de kandidatenlijst van het werelderfgoed.[12][13] In 2014 tekenden minister Jet Bussemaker, de provincies Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland en 26 Nederlandse Gemeenten, een intentieverklaring, het Nederlandse deel van de limes te nomineren als UNESCO Werelderfgoed.[14] Het project kwam op de voorlopige lijst werelderfgoed.[1] Op 9 januari 2021 is het nominatiedossier aan deUNESCO aangeboden, met daarin de meest complete en best bewaarde vindplaatsen uit de Romeinse tijd.[2] Op 27 juli 2021 kende het Werelderfgoedcomité van UNESCO ook aan deNeder-Germaanse limes de status 'werelderfgoed' toe en werd het opgenomen in deWerelderfgoedlijst.[4][15]
In2024 werd ook deDonaulimes in Roemenië op de Werelderfgoedlijst geplaatst. DeRomeinse provincieDacia was de enige die volledig ten noorden van de rivier de Donau lag. De grens beschermde Dacia tegen 'barbaarse' bevolkingsgroepen en controleerde de toegang tot waardevolle goud- en zoutbronnen. Het erkendecultuurerfgoed bestaat uit 277 onderdelen en vertegenwoordigt, slingerend door de Karpaten, de langste, meest complexe landgrens van een voormalige Romeinse provincie in Europa. Het doorkruist diverse landschappen en wordt bepaald door een netwerk van individuele locaties, waaronder legioenforten, hulpforten, aarden wallen, wachttorens, tijdelijke kampen en seculiere gebouwen.[16]