Lilwanis,Lilwani,Lelwani(s) ofLilu-ani(s) was in deHattische mythologie oorspronkelijk een godheid van deoerwereld en later de onderwereld. Zij werd door deHurrieten inhun eigen pantheon overgenomen en in de13e eeuw v.Chr. gelijkgesteld met hungodin van de onderwereld,Allani, en met deBabylonische onderwereldgodinEresjkigal.[1] Het woordlilu betekent 'geest' in hetAkkadisch (zoals inlilitu),-ani is eendeiktisch suffix.
Ook deHettieten hadden haar intussen opgenomen inhun eigen pantheon, maar beschouwden deze godheid als mannelijk, en noemden ze 'koning'. Over het geslacht van deze godheid bestaat onzekerheid, maar volgens een mythe zou ze van geslacht zijn veranderd.
Er wordt een verband gelegd met deslang dieIlluyankis heette in een oudere mythologie.Mursilis II schreef dat hij in verschillende steden de jaarfeesten van destormgodTeshub moest vieren en verwees in die brief naar het feest met ingelast ritueel van een gevecht tussen de stormgod en Illuyankis.[2] Hij verwijst tevens naar het grootste feest van vergelijkbare omvang in de hoofdstadHattusas. Dit ging door in hetmausoleum van de godin Lilwanis. Daar werd de strijd geëvoceerd tussen de stormgod en de draak Illuyankas, nadat een jongemanHupisayas met de godinInara hadgeslapen en daardoor voldoende kracht verwierf om de stormgod te helpen bij het verslaan van de draak. Dit verhaal is analoog aan dat vanTiamat, de symbolisatie van de kracht van de godin die doorMarduk werd van de macht verdrongen.
En in een gebed richtGassulawiya (de gemalin van Mursilis) zich tot de godin met een votiefbeeldje om van een ziekte verlost te worden.[3]
Lelwani verbleef 'in de duistere wereld'. Haar rijk werd als een versterkte stad met zeven torens beschreven. Daar liggen bronzen ketels begraven waarin de toorn van de goden opgesloten ligt. Die zijn daar doorKamrusepa geplaatst. Wat erin opgesloten ligt kan niet meer ontsnappen. Zij die met de dood in aanraking kwamen offerden surrogaatbeelden aan deze godin. Haar heiligdommen waren verbonden metknekelhuizen en mausolea zoals dat van Hattusas.