Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

Liberalisme

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Liberalisme
John Locke, grondlegger van het liberalisme
John Locke, grondlegger van het liberalisme
Algemene info
Grondlegger(s)John Locke
Ontstaan18e /19e eeuw
LocatieEngeland
IdeologenAdam Smith
Alexis de Tocqueville
David Hume
Robert Nozick
Frédéric Bastiat
John Stuart Mill
Anders Chydenius
Ludwig von Mises
Isaiah Berlin
Karl Popper
John Rawls
Milton Friedman
Stromingen
Anarchokapitalisme
Conservatief-liberalisme
Economisch liberalisme
Klassiek-liberalisme
Libertarisme
Marktliberalisme
Neoliberalisme
Sociaal-liberalisme
Groenliberalisme
Symbolen
Algemeen meervoudig stemrecht
De Vlag[1]
Verlichting
Vrije markt
Organisaties
Politieke partijenBelgië:
Open Vld
MR
Vivant
PFF
LDD
Nederland:
VVD
Volt
D66
JA21
BVNL
LPF
LP
LibDem
VakbondenBelgië:ACLVB
MutualiteitenBelgië:Lib.mut
Portaal Portaalicoon  Politiek

Hetliberalisme is een politiek-maatschappelijke stroming ontstaan in deVerlichting van de 18e eeuw, waarin vrijheid centraal staat. Het brak in de 19e eeuw in Europa en Noord-Amerika door als dominante stroming toen het de burger wildeemanciperen ten koste van hetancien régime. Vandaag de dag is het liberalisme een van de dominante ideologieën. Het liberalisme is een brede ideologie met meerdere substromingen; de invulling van het begrip verschilt sterk per land en cultuur.

Uitgangspunt

[bewerken |brontekst bewerken]

Het liberalisme heeft als uitgangspunt zo veel mogelijkvrijheid van hetindividu, zolang hij de vrijheid van anderen niet beperkt. Liberalen streven naar een samenleving waarin burgers grote vrijheden genieten, zoals de burgerrechten die het individu beschermen en de macht van de staat en de kerk beperken. Ook streeft het liberalisme naar eenvrije markt waarin de overheid zich terughoudend opstelt. Een ander speerpunt van het liberalisme is descheiding van kerk en staat (onder andere als voorwaarde voor godsdienstige tolerantie). Ook willen liberalen dat destaatsinrichting wordt vastgelegd in eengrondwet waarin ook de grondrechten van de burger staan. Van de overheid wordt slechts verlangd dat ze alleen die bestuursdomeinen voor haar rekening zou nemen, die onmogelijk door het individu behartigd kunnen worden, zoals openbare functies, openbare werken en landsverdediging.

Substromingen

[bewerken |brontekst bewerken]

Het liberalisme is een heterogene stroming, waarbinnen globaal drie belangrijke substromingen bestaan:

Geschiedenis

[bewerken |brontekst bewerken]

Ontstaan

[bewerken |brontekst bewerken]

Het liberalisme vindt zijn oorsprong in deVerlichting, waarJohn Locke over het algemeen gezien wordt als de grondlegger van het liberalisme. Andere filosofen die bijgedragen hebben aan het liberalisme zijnDavid Hume,Baruch Spinoza,Hugo de Groot,Immanuel Kant,Jean-Jacques Rousseau,John Stuart Mill,Thomas Hobbes enAdam Smith.

De aard van het liberalisme in zijn oorsprong

[bewerken |brontekst bewerken]

Het parool van deFranse Revolutie in haar eerste tijd van jubelende geestdrift, 'Vrijheid, gelijkheid en broederschap', kan als de eerste definitie worden beschouwd van het liberalisme als ideologisch programma. Er was ook enige tijd een cultus rond de in 1778 overleden filosoof Rousseau, die met zijn geschriften werd beschouwd als een soort voorbode van de revolutie van 1789.[2] Het was debourgeoisie die aan het liberalisme zijn definitieve vorm zou geven. Het liberalisme baseerde zich op de begrippenvrijheid envooruitgang. Het vrijheidsbegrip had zijn klassieke uitdrukking gekregen in de Franse Revolutie, terwijl deindustriële revolutie de materiële grondslag schiep voor een sociale vooruitgang als nooit tevoren was aanschouwd.

Het liberalisme, zoals de intelligentsia van de middenklasse in de eerste helft van de19e eeuw het vormgaf, was individualistisch van aard. Het wilde aan de enkeling vrijheid schenken, maar ook aan de verschillende groepen waarin de enkelingen zich aaneensloten, aan corporaties en aan volken. Het wilde de burgers het recht geven te denken en te geloven zoals hun overtuiging hen ingaf.Tolerantie was dan ook een van de kenmerken van het liberalisme. Het wilde de mensen de mogelijkheid geven te spreken en te schrijven zoals zij dat wensten. Het gaat uit van het menselijk initiatief. Men wilde het ook mogelijk maken verenigingen te vormen om hun opvattingen meer kracht te kunnen bijzetten. Vrijheid van vereniging en drukpers was dan ook een van de belangrijkste punten op het programma van het liberalisme. Ditrationalistisch getinte vooruitgangsgeloof wilde een maatschappelijke orde scheppen, die het individu van remmende invloeden van buitenaf bevrijdde. Het eiste de opheffing van de traditionele verouderde privileges die slechts één klasse ten goede kwamen, met andere woorden men eiste gelijkheid der individuen.

In economisch opzicht stond het klassiek liberalisme voor de zo groot mogelijke vrijheid voor het bedrijfsleven met zo weinig mogelijk ingrijpen van de staat. Aan de politieke en sociale gelijkheid van het liberale programma werd dus toegevoegd: economische vrijheid,vrijhandel, maar geen economische gelijkheid. In principe zagen de liberalen wel liever een meer gelijke bezitsverdeling, maar het lag in de aard van de liberalist een gedwongen gelijke bezitsverdeling af te wijzen.

België

[bewerken |brontekst bewerken]

Katholieken en liberalen werkten begin 19e eeuw als grootste politieke bewegingen van die tijd samen om deonafhankelijkheid van België mogelijk te maken (hetunionisme), maar stonden daarna politiek bijna altijd lijnrecht tegenover elkaar. Een formele samenwerking tussen de liberale politici ontstond in 1846[3], het jaar waarin deLiberale Partij werd opgericht. Uit dat prille begin stamt ook hetantiklerikalisme van bepaalde liberale politici.

De unitaire Belgische Liberale Partij werd in 1972 opgesplitst in een Vlaamse (PVV - Partij Voor Vrijheid en Vooruitgang) en een Franstalige (PLPW - Parti de la Liberté et du Progrès en Wallonie, later met de Brusselse Franstalige liberalen samengevoegd totPRL - Parti Réformateur Libéral).[3] In 1961 ontstond ook de Duitstalige vleugelPFF (Partei für Freiheit und Fortschritt).[4]

Begin jaren negentig veranderde de VlaamsePVV haar naam inVLD (Vlaamse Liberalen en Democraten) onder impuls van toenmalig voorzitterGuy Verhofstadt. Op 11 februari 2007 veranderde de partij nogmaals van naam – ditmaal werd het "Open Vld". Voormalig lid van de VLD, met nameJean-Marie Dedecker richtte een eigen partij op na een conflict binnen de VLD. Hij startte metLijst Dedecker, deze partij wordt omschreven als rechts-liberaal oflibertaristisch.

Ook de voormalige partijSpirit noemde zichzelfsociaalliberaal. Vanuit liberale hoek kreeg deze partij de kritiek het liberalisme niet te kunnen waarmaken omwille van haarkartel met hetsociaaldemocratischesp.a tussen 2002 en 2008. Spirit veranderde haar naam in Vl.Pro in 2008 en in SLP (Sociaal-Liberale Partij) op 1 januari 2009, waarmee de partij haar sociale en liberale standpunten in de verf wou zetten. Eind 2009 werd de partij opgeslokt doorGroen![5]

De Waalse en Franstalig BrusselsePRL vormde in 1993 een kartel met het franskiljonseFDF. Samen met Duitstalige zusterpartij PFF en hetMCC (een afscheuringlijst van dePSC) stichtten ze in 2002 de koepelMouvement Réformateur (MR).

Onder meer kenmerkend voor de specifieke Belgische situatie is, anders dan in Nederland, ook het bestaan van uitgesproken liberalepacifisten en ook van een liberalevakbond (in Nederland bestaan wel vakbonden voor met name het "hogere" personeel, maar deze bekennen zich niet expliciet als liberaal zoals de BelgischeACLVB).

Nederland

[bewerken |brontekst bewerken]
ZieLiberalisme in Nederland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

InNederland kregen de liberalen pas in 1848 hun macht, toen onderWillem II hetparlementaire stelsel ingevoerd werd. De nieuwe, liberale grondwet werd geschreven doorJohan Thorbecke. Een andere bekende Nederlandse (links-)liberaal uit die tijd, isSamuel van Houten. In de tweede helft van de 19e eeuw zijn de liberalen de dominante factor in de Nederlandse politiek. De liberalen zijn echter verdeeld in twee kampen. De liberalen zijn verenigd in deLiberale Unie, later voortgezet door deLiberale Staatspartij, dePartij van de Vrijheid en uiteindelijk deVVD. Deprogressieve liberalen ofradicalen zijn verenigd in deRadicale Bond, die wordt voortgezet vanaf 1901 in deVrijzinnig-Democratische Bond. Overigens duidt de VDB zichzelf vanwege de negatieve connotatie niet aan met de term liberaal.

In de negentiende eeuw hebben de liberalen een stempel gezet op de vaderlandse politiek. Vrijwel deze hele eeuw zijn de liberale standpunten dominant geweest in de politieke cultuur. De liberalen waren in staat veel aanhang te mobiliseren omdat zowel vrijzinnig hervormden als met name ook rooms-katholieken - in het kader van dekatholieke emancipatie - op de liberalen stemden. Met de komst vanAbraham Kuyper in de samenleving en de politiek wordt de macht van de liberalen gebroken. Kuyper smeedt de zogenoemdeRechtse Coalitie (een samenbundeling van confessionele partijen) waardoor de confessionelen rond de eeuwwisseling de macht in het politiek krachtenveld konden overnemen. Ook de rooms-katholieken komen tot eigen partijvorming onder leiding vanHerman Schaepman. De liberale dominantie eindigt. De laatste liberale regering wordt in 1913, onder leiding vanPieter Cort van der Linden, gevormd. Het was overigens ook deze regering die een einde maakte aan de zogenoemdeschoolstrijd, door de confessionelen gelijke rechten op onderwijs te geven en definanciële gelijkstelling tussenopenbaar enbijzonder onderwijs wettelijk in de grondwet vast te leggen. In 1916 leverde eenStaatscommissie-Bos hiertoe een tekstvoorstel op. Deze onderwijspacificatie werd breed gedragen in de toenmalige samenleving. Het tekstvoorstel is in 1917 door het kabinet overgenomen in een aanpassing van deGrondwet, door artikel 192 op te nemen.[6]

Na de parlementaire verkiezingen van 2010 is er voor het eerst sinds Cort van der Linden in 1913 weer een liberale premier: voormalig Tweede Kamerfractievoorzitter van de VVDMark Rutte. Wel hebben de liberalen sinds die tijd nog meegeregeerd in coalities. Het Nederlands liberalisme is sinds 1948 georganiseerd in deVolkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD).

In 1966 ontstaat naast de behoudend liberale VVD een tweede, progressief liberale partijDemocraten 66 (D66). D66 gebruikte tot in de jaren 90 niet de term liberaal om zichzelf aan te duiden.

VVD en D66 maken vanaf 1994 gezamenlijk deel uit van tweepaarse kabinetten met dePvdA. Na een onderbreking van 2002 tot 2003 maakten beide partijen weer gezamenlijk deel uit van een door hetCDA geleide coalitie. Van de vervroegde verkiezingen van eind 2006 tot 2010 zat zowel VVD als D66 in de oppositie.

In 1949 is deJongerenorganisatie Vrijheid en Democratie (JOVD) opgericht. Deze van oorsprong onafhankelijke liberale jongerenorganisatie is thans nauw verbonden met de VVD. In 1966 waren leden uit de JOVD en de VVD betrokken bij de oprichting van D66. Sinds 1984 is aan D66 de jongerenorganisatieJonge Democraten verbonden. De JD is met ruim 4000 leden, de grootste niet-confessionele politieke jongerenorganisatie van Nederland.

Liberaal in het schema links/rechts

[bewerken |brontekst bewerken]

Het liberalisme wordt in Nederland soms als "rechts" en soms als "links" beschouwd, doordat het een brede stroming betreft met uiteenlopende substromingen, zowel meerconservatieve als meerprogressieve. Zo is hetprogressief liberalisme (te schetsen als een mix van liberalisme en sociaaldemocratie) links en zijn hetconservatief-liberalisme (mix liberalisme en conservatisme) en nationaal-liberalisme rechts.

Als een kortstondige curiositeit in dit schema figureerde in de Nederlandse politiek in de jaren 70 en begin jaren 80 de partijDS'70, die vijfmaal deelnam aan Tweede Kamerverkiezingen en daarbij meerdere zetels behaalde: een als "rechts" beschouwde afsplitsing van ex-Partij van de Arbeid-leden uit onvrede over de invloed van het in de jaren 60 in die partij opgekomenNieuw Links, die (democratisch-)"socialisten" in haar naam voerde, maar veelal een meer liberaal geluid liet klinken, met in het beginselprogramma het uitgangspunt dat ze ernaar streefde "het goede van links" met het "goede van rechts" te verenigen.

Als links in de zin van zijn historische roeping[bron?] kan worden beschouwd het streven naaremancipatie van alle individuen en het bieden van gelijke kansen aan allen. Het zou rechts genoemd kunnen worden wanneer het afkeer van overheidsinterventie verkiest boven implementatie van individuele emancipatie en zo opnieuw terugkeert naar een vorm van recht van de sterkste, een bestendiging van de natuurlijke ongelijkheid van de mensen, zo essentieel voor het conservatisme.

Een wezenskenmerk van het huidige liberalisme in Nederland is: het beperken van de inmenging van de overheid. Dit principe verzet zich tegen een sociaaldemocratische/socialistische (linkse)economische politiek van grote overheidssteun voor economisch zwakkeren, maar ook tegen de conservatieve (rechtse) politiek van het handhaven van een traditionele moraal. Dit verklaart hoe het mogelijk is dat de Nederlandse liberale partijVVD gewoonlijk als rechts wordt beschouwd, terwijl in hetAngelsaksisch model (zoals in hetVerenigd Koninkrijk en deVerenigde Staten) het woordliberal ongeveer dezelfdeconnotatie heeft alslinks in het Nederlands.

Kritieken

[bewerken |brontekst bewerken]

Kritieken van het economische liberalisme vallen tot op grote hoogte samen metkapitalismekritiek. Bredere kritiek komt zowel van links (marxisme,sociaal anarchisme, etc.) als uitconservatieve en/ofnationalistische hoek, en luidt dat het liberalisme te zeer uitgaat van een zekeratomisme: het idee dat een samenleving enkel uit individuen bestaat en dat structurele enidentiteitsbepalende factoren (klasse,natie, religie, traditie) geen rol spelen. Daarmee hangt samen de kritiek dat te ver doorgedreven concurrentie tussen individuen kan leiden tot een systeem van 'het recht van de sterkste,' of zoals (de soms als proto-liberaal beschouwde) Thomas Hobbes het noemde, deoorlog van allen tegen allen.

In geheel andere richting gaat de kritiek van delibertariërs, die de liberalen ervan betichten niet ver genoeg te gaan in het zoeken van individuele vrijheid, en die zich daarom weleens als de 'ware' erfgenamen van de klassieke liberalen beschouwen.[7] Deanarchokapitalisten bijvoorbeeld, menen dat zelfs het recht als product op de markt verhandeld kan worden, zodat de klassiek-liberalenachtwakersstaat nog een inperking van de ondernemingsvrijheid vormt.[8][9][10][11]

Boeken over het liberalisme

[bewerken |brontekst bewerken]
  • de Beus, J. W., en Percy B. Lehning (ed.) (1990). Beleid voor de vrije samenleving: politiek-theoretische opstellen. Boom, Meppel. ISBN 90-6009-898-6.
  • Charmant, Hans, en Percy B. Lehning (1989). Afscheid van de Verlichting: liberale verwarring over het eigen filosofisch fundament. Donner, Rotterdam. ISBN 90-5255-051-4.
  • Groenveld, K., H. J. Lutke Schipholt, en J. H. C. van Zanen (ed.) (1989). De liberale speurtocht voortgezet: een symposium over de grondslagen van het liberalisme. B. M. Teldersstichting, Den Haag.
  • Kinneging, A. A. M. (et al.) (1988). Liberalisme: een speurtocht naar de filosofische grondslagen. B. M. Teldersstichting, Den Haag.
  • Kruithof, Jaap (2002). Het neoliberalisme. epo, Antwerpen. ISBN 978-90-6445-067-9.
  • Verhofstadt, Dirk (2017). De geschiedenis van het liberalisme. Houtekiet, Antwerpen. ISBN 90-5240-915-3.

Zie ook

[bewerken |brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
  1. De Vlag; Jong vld Groot Antwerpen
  2. The Cult of Rousseau and the French Revolution, Gordon H. McNeil,Journal of the History of Ideas, Vol. 6, No. 2 (Apr., 1945), pp. 197-212
  3. abhttp://www.openvld.be/index.php?type=content&id=17&pageid=21766
  4. https://web.archive.org/web/20120121184453/http://www.pff.be/main.php?page=289&lng=de
  5. https://www.standaard.be/cnt/DMF20091219_022
  6. Vrijheid van onderwijs in de Grondwet - Nederlandse grondwet. www.denederlandsegrondwet.nl. Geraadpleegd op21 maart 2017.
  7. Thomas A. Spragens, Jr.The Limits of Libertarianism. InAmitai Etzioni (red.),The Essential Communitarian Reader. Rowman & Littlefield, 1998, pp. 21-40.
  8. "The Machinery of Freedom – Guide to a Radical Capitalism"David Friedman, Open Court Publishing 1989
  9. "Police, Courts and Law – On the Market"David Friedman, Machinery of Freedom Chapter 29.Gearchiveerd op 25 april 2023.
  10. "Law’s Order – What Economics Has To Do With Law And Why It Matters"David Friedman, Princeton University Press 1999-2001.Gearchiveerd op 22 juni 2023.
  11. "Privately Produced Law (73kB PDF)"Tom W. Bell, Extropy Vol.3 No.1 Spring 1991
·Overleg sjabloon ·Sjabloon bewerken
Politieke stromingen

extreemlinks ·radicaal-links ·links ·centrum ·rechts ·radicaal-rechts ·extreemrechts
confessionalisme ·christendemocratie ·conservatisme ·neoconservatisme ·paleoconservatisme ·islamisme
liberalisme ·klassiek liberalisme ·economisch liberalisme ·conservatief-liberalisme ·progressief liberalisme ·neoliberalisme ·libertarisme ·groenliberalisme ·geoïsme
anarchisme ·syndicalisme ·feminisme ·ecologisme ·ecofascisme ·agrarisme ·progressivisme
marxisme ·communisme ·trotskisme ·leninisme ·stalinisme ·maoïsme ·socialisme ·sociaaldemocratie ·communitarisme
populisme ·fortuynisme ·solidarisme ·nationalisme ·fascisme ·nationaalsocialisme

Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Liberalisme&oldid=70003452"
Categorie:
Verborgen categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp