Libanon (Arabisch: لبنان,lubnān;Aramees: לבנאנ;Frans:Liban), officieel deRepubliek Libanon (Arabisch: الجمهورية اللبنانية,Al-Jumhūriyyah al-Lubnāniyyah, Frans:République libanaise), is een klein en dichtbevolktland gelegen aan de uiterste oostkust van deMiddellandse Zee inAzië. In het zuiden grenst het aanIsraël en in het oosten en noorden aanSyrië.
De naam Libanon komt uit de Semitische stamlbn, wat "wit" betekent in hetAramees, waarschijnlijk een verwijzing naar het besneeuwdeLibanongebergte.Julius Caesar noemde LibanonLub Na'a, wat "Wit Land" betekent.
In 1943 werd het Franse mandaat over Libanon opgeheven, mede dankzij het grote Libanese verzet, en werd Libanon een onafhankelijke republiek. Toen werd het zogenaamde Nationaal Pact gesloten waarbij werd bepaald dat depresident altijd een Maronitisch christen zou zijn, de premier eensoenniet en de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden eensjiiet. Ook werd bepaald dat tijdens een eventueel Arabisch conflict Libanon neutraal zou blijven. Het land zou zich cultureel zowel op Europa als op de Arabische landen oriënteren.
In de jaren 1940 en 1950 was de situatie stabiel, hoewel er wel degelijk ongenoegen waarneembaar was bij de sjiieten, die ondanks het feit dat hun bevolkingsgroep steeds toenam, een tweederangsrol bekleedden in de regering. De jaren 1950 en 1960 waren tijden van grote economische voorspoed en een ver doorgedreven markteconomie.
In 1958 kwamen moslims in opstand en eisten een nieuwe volkstelling. Zij meenden dat de volkstelling uit 1932 achterhaald was en dat zij inmiddels de meerderheid van de bevolking uitmaakten. Verder werden de islamitische gebieden achterstallig door de overheid onderhouden en genoten zij hierdoor niet de kwaliteit van scholen, ziekenhuizen en infrastructuur, en eisten dan ook een verbetering hiervan. De Libanese regering gaf geen gehoor aan deze eisen van de moslims en met Amerikaanse steun werd de opstand onderdrukt.
In 1973 vond er een uitbarsting van geweld plaats tussen regeringsmilities en de in Libanon verblijvende Palestijnen van dePLO. Daarnaast brak er een strijd uit tussen defalangisten vanPierre Gemayel en diverse islamitische partijen. In 1975 brak deLibanese Burgeroorlog uit. De verschillende partijen in de burgeroorlog raakten onderling verdeeld, wat de onoverzichtelijkheid in het conflict deed toenemen. In 1976 trokken Syrische troepen Libanon binnen, later gevolgd doorVN-troepen en het Israëlische leger (1977en 1982).
In 1989 werd uiteindelijk onder druk van Arabische landen hetVredesakkoord van Taif gesloten. De Israëlische troepen vertrokken in mei 2000 uit het zuidelijke deel van Libanon, na herhaalde aanvallen vanHezbollah en de overtuiging dat het geweld zou afnemen als Israël zou vertrekken uit Libanon.
Op 14 februari 2005 werd oud-premierRafik Hariri bij eenbomaanslag gedood. Hierna ontstonden enorme massademonstraties, waarin de terugtrekking van Syrische troepen geëist werd. Deze demonstraties en de bijbehorende protesten worden deCederrevolutie genoemd. Hierop verlieten de Syrische troepen Libanon.
In 2006 brakopnieuw een oorlog uit met Israël. In juli van dat jaar vuurde deHezbollah-militieKatjoesjaraketten af op Israëlisch grondgebied en wist het bij een aanval op een grenspost meerdere Israëlische militairen te doden en anderen totkrijgsgevangene te maken. Israël bracht in reactie hierop met luchtaanvallen ernstige schade toe aan de civiele infrastructuur in Libanon (inclusief de luchthaven van Beiroet). Vervolgens trokken grondtroepen de door Hezbollah militair gecontroleerde delen van Libanon binnen. Hierop volgde een conflict dat een maand lang duurde en waarin 3.970 door Hezbollah afgevuurde raketten in het noorden van Israël, veelal stedelijke gebieden, landden en 1.200 burgers (voornamelijk Libanezen) en 160 soldaten (voornamelijk Israëli's) om het leven kwamen.[5][6] Het conflict kwam officieel op 14 augustus 2006 tot een einde, toen deVN-Veiligheidsraad inResolutie 1701 opriep tot een staakt-het-vuren tussen Hezbollah en Israël. Tegen het einde van de oorlog toen Israël verzekerd was van een staakt het vuren vuurde het in de laatste dagen een grote hoeveelheid cluster bommen op het gebied af. Dit laatste offensief deed veel schade en garandeerde een scheidingslijn tussen de twee landen.[7]
In het voorjaar van 2008 zijn er gevechten geweest, waarbij Hezbollah belangrijke delen van Beiroet innam als gevolg van de regeringsbeslissingen die Hezbollah beperkingen oplegden in Libanon. Hezbollah beschouwde dit als verraad van deze regering, omdat dit alleen voordelig zou zijn voor Israël. Bij dit geweld kwamen 80 mensen om het leven.[8]
Op 4 augustus 2020 vond ereen explosie plaats in het havengebied van Beiroet, dicht bij het centrum. Ongeveer 2750 tonammoniumnitraat, dat al enkele jaren in een loods was opgeslagen, explodeerde en vernietigde grote delen van de hoofdstad. Er waren meer dan 190 doden en duizenden gewonden.[9] Nog geen week later, op 10 augustus, trad de Libanese regering af na grote protesten volgend op de ramp.[10]
Libanon grenst in het westen aan deMiddellandse Zee met een kustlijn van 225 km. Ten noorden en oosten van het land ligtSyrië (grenslijn 375 km) en ten zuiden grenst het aanIsraël (grenslijn 79 km).
Parallel met de vlakke kuststrook loopt hetLibanongebergte. De oostgrens met Syrië wordt gemarkeerd door het gebergte van deAnti-Libanon. De hoogste berg van Libanon is deQurnat as Sawda', 3088 m hoog. Het woord Libanon (ook "Loubnan" of "Lebnan") komt van hetAramese woordlaban wat 'wit' betekent, een verwijzing naar de besneeuwde pieken van de Libanonberg. Tussen de twee gebergtes loopt deBekavallei.
Het land heeft door zijn hoge bergen geen gebrek aan water. De belangrijkste rivieren zijn deLitani en deOrontes (of Asi).
Al sinds de tijden van deFeniciërs is Libanon een belangrijke leverancier vanhout. DeLibanonceder is nog steeds het symbool van het land en is opgenomen in devlag van Libanon. De ceders zijn gezien hun geringe aantal beschermd en mogen niet meer gekapt worden.
Libanon is een onafhankelijke republiek. In het zogenaamde Nationale Pact van 1943 is vastgelegd dat de belangrijkste functies in de politieke macht verdeeld zijn over de belangrijkste etnisch-religieuze groepen:
De macht is aldus volgens de confessionele groepen verdeeld. In het parlement is de verhouding tussen moslims en christenen gelijk maar ten gevolge van het feit dat de president en de opperbevelhebber van het leger christenen zijn, ligt het zwaartepunt van de politieke macht nogal eens in het christelijke kamp. Deze verdeling is gebaseerd op een volkstelling uit 1932 en later herzien bij hetVredesakkoord van Taif. Inmiddels vormen de moslims de meerderheid van de Libanese bevolking. Tijdens de verkiezingen van 2005 was de verdeling van de stemgerechtigde christenen-moslims ruwweg 40% versus 60%.
De wetgevende macht berust bij Kamer van Afgevaardigden die 128 zetels heeft en voor vier jaar is verkozen. Alle in Libanon wonende Libanezen van 21 jaar en ouder hebben stemrecht.
Geen der partijen heeft ooit een absolute meerderheid behaald zodat in Libanon altijd coalities moesten worden gevormd om te kunnen regeren.
Vóór de verkiezingen van juni 2005 sloten de verschillende politieke partijen diverselijstverbindingen. De overwinning ging naar de coalitie genaamdLijst Martelaar Rafik Hariri, die geleid werd doorRafik Hariri's zoonSaad Hariri. Zijn coalitie won 72 van de 128 zetels. De overige zetels gingen naar Verzets- en Ontwikkelingsblok (35 zetels) en deVrije Patriottische Beweging (21).Fouad Siniora vormde hierna een regering. Deze bestond uit 24 personen, twaalf christenen en twaalf moslims. OokHezbollah maakte deel uit van de regering.
De uitslag van de verkiezingen op 7 juni 2009 was 71 zetels voor de14-maart-beweging (of pro-westerse coalitie van soennieten, druzen en een deel van de christenen onder leiding van Saad Hariri) en 57 voor de8-maart-beweging (o.a.Hezbollah en deVrije Patriottische Beweging).[11] Op 27 juni 2009 verklaarde de nieuwe Libanese premierSaad Hariri een regering van nationale eenheid te zullen vormen. Na moeizame gesprekken werd pas op 9 november 2009 de regering Hariri geïnstalleerd.
Op 12 januari 2011 viel deze regering nadat elf ministers ontslag hadden genomen. Deze elf ministers zijn afkomstig uit deHezbollah-beweging en partijen die eraan gelieerd zijn. De shi’itische Hezbollah-beweging is woedend over de activiteiten van het door de Verenigde Naties gesteunde Hariri-tribunaal dat vanuitLeidschendam de moord opRafik Hariri (vader van Saad) onderzoekt. De beweging vreest dat het tribunaal aanklachten jegens prominente leden van Hezbollah zal formuleren en stelt datIsraël achter de aanslag stond. De Libanese presidentMichel Suleyman benoemde op 25 januari 2011 de soennitische miljardairNajib Mikati tot nieuwe premier. Hij zegt er voor alle Libanezen te willen zijn gedurende zijn ambtstermijn. Reeds in 2005 leidde Mikati gedurende drie maanden een overgangsregering.
In 2018 ging Libanon voor het eerst in negen jaar weer naar de stembus.[12] De verkiezingen werden uitgesteld omdat het parlement aan een nieuwe kieswet werkte en in de zomer van 2018 werd de nieuwe wet aangenomen.[12] Er zijn 128 parlementszetels, die op een vaste manier verdeeld over de verschillende bevolkingsgroepen: christenen en moslims krijgen ieder ongeveer de helft, onderlinge facties verdelen de zetels min of meer evenredig. Door de hervorming van de kieswet is het aantal kiesdistricten - vormgegeven al naargelang de sektarische achtergrond van de bevolking - verminderd.[12] De opkomst was met 49% laag.[13] In januari 2019 kreeg het land een nieuwe regering, Hariri bleef aan als premier. Zijn partij verloor een derde van haar zetels in de verkiezingen, terwijl het shiitische Hezbollah en zijn bondgenoten zetels wonnen en dit maakte een compromis lastig te bereiken.[14] Op 28 oktober 2019 legde Hariri zijn functie neer.[15] Massale straatprotesten legden al twee weken het land plat, naar aanleiding van een voornemen om het gebruik van WhatsApp te belasten. Het land kampt met een hoge staatsschuld,corruptie en hoge werkloosheid, met name onder jongeren.[15] Vier ministers waren in de week ervoor al opgestapt, al bleven president Aoun en de rest van de regering wel aan.[15] Op 31 oktober 2022 verliep de termijn van president Aoun. een dag voor het aflopen daarvan, verliet hij te voet het presidentiële paleis. Een opvolger was er nog niet omdat het parlement het niet eens werd over de opvolging.[16]Op 14 juni 2023, een half jaar na het vertrek van voormalig president Aoun, lukte het na 12 eerdere stemrondes wederom niet om een nieuwe president te kiezen. Libanon kent gecompliceerde richtlijnen rondom de politieke machtsverdeling. Die schrijven voor dat de president van het land een maronitische christen moet zijn, de parlementsvoorzitter een sjiitische moslim en de premier een soenniet. De huidige politieke stilstand straalt af op de levenskwaliteit van de Libanezen. Zo functioneren onder meer het onderwijs, de gezondheidszorg, de water- en energievoorziening niet naar behoren.[17]
HetLibanese leger (Lebanese Armed Forces) bestaat uit circa 72.100 manschappen, waarvan ruim 1000 bij deluchtmacht en zo'n 1100 bij demarine. Het leger is een belangrijke stabiliserende factor van het land, maar tijdens deLibanese Burgeroorlog heeft het een dubieuze rol gespeeld. In het zuiden van Libanon is een stabilisatiemacht van deVerenigde Naties aanwezig. Libanon ontvangt jaarlijks militaire hulp uit deVerenigde Staten ter grootte van ongeveer 400 miljoen dollar.
Naast het reguliere leger zijn er ook milities actief. Hezbollah heeft een grote legermacht die vooral in het zuiden opereert. Ten tijde van deIsraëlisch-Libanese Oorlog van 2006 vocht Hezbollah, en niet het leger, met Israël. De verschillende Libanese milities vechten onderling met enige regelmaat conflicten uit. Deze conflicten hebben vaak betrekking op geopolitieke conflicten, zoals de gewapende incidenten inTripoli tussensoennitische milities enalawitische milities in de context van deSyrische Burgeroorlog in 2011 en 2012.[18][19]
Libanon wordt regelmatig geconfronteerd met schendingen van zijn territorium door Israëlische jachtvliegtuigen.[20] HetSyrische leger heeft zich in 2005 teruggetrokken uit Libanon.
Hoewel deLibanezen alsArabisch volk beschouwd worden, is Libanon, net als haar buurlanden, zowel op religieus als opetnisch gebied buitengewoon divers. Het land telt een groot aantal minderheden met uiteenlopende wortels. Zo zijn de Grieken sinds deantieke oudheid in Libanon woonachtig. DeTsjerkessen kwamen veelal als vluchtelingen uit deKaukasus tijdens hetOttomaanse Rijk naar Libanon. DeTurkomannen zijn afstammelingen van Turkse immigranten die eveneens tijdens het Ottomaanse Rijk naar Libanon kwamen. DeJoodse bevolking was van oudsher groot, maar na de oprichting vanIsraël is de joodse bevolking enorm afgenomen. Voorts zijn er significante aantallenArmeniërs,Arameeërs,Koerden enPerzen.
Bevolkingsgroei van Libanon
Veel christelijke Libanezen, maar ook sommige niet-christelijke Libanezen zien zichzelf niet als Arabisch maar eerder als afstammelingen van de oudeKanaänieten en wensenFeniciërs genoemd te worden.[11]
Verspreid over het Libanese grondgebied bestaan Palestijnse vluchtelingenkampen. DezePalestijnen zijn meestal tijdens deArabisch-Israëlische Oorlog van 1948 naar Libanon gevlucht. Gevlucht, verdreven...in elk geval kregen zij tot nog toe[21] geen toestemming naar hun land terug te keren. Ze hebben in de meeste gevallen geen Libanees paspoort verkregen waardoor zij nog altijdstateloos zijn. In totaal zijn er 12 Palestijnse vluchtelingenkampen met 225.125 inwoners.[22] In heel Libanon wonen 409.714 Palestijnse vluchtelingen. Ongeveer 10% van hen is christelijk, deze behoren voornamelijk tot hetGrieks-orthodox patriarchaat van Antiochië.[23]
Ook zijn er in Libanon veel buitenlandsegastarbeiders werkzaam. Vaak doen zij hun werk onder erbarmelijke omstandigheden. Soms komt hun werk neer op een moderne vorm vanslavernij.[24] Niet zelden zijn zij ook slachtoffer vanracisme ofxenofobie.[25] Er worden regelmatig misstanden over deze situatie gerapporteerd.[26]
Door deSyrische Burgeroorlog zijn veel Syriërs illegaal de grens overgekomen. In 2015 is hetHoog Commissariaat voor de Vluchtelingen (UNHCR) - op verzoek van de Libanese regering - gestopt met het registreren van Syriërs.[27] Het officiële getal staat op 929.624, maar dit is een onderschatting.[27] Op het hoogtepunt werd het aantal Syriërs geschat op 2 miljoen en medio 2019 zijn er nog zo'n 1,5 miljoen.[27] Vóór de burgeroorlog uitbrak telde Libanon 4,3 miljoen inwoners.
In Libanon worden zeventien verschillende geloofsgemeenschappen officieel erkend. Demoslims maken volgens de gegevens van het Libanese verkiezingssysteem en volkstelling ongeveer 40% van de bevolking uit, dechristenen 45% endruzen overige 15%.[11]De officiële erkenning geldt voor vier religieuze gemeenschappen van deislam (o.a. sjiieten, soennieten, alawieten), voor dedruzen en voor twaalfchristelijke kerken.
Religie is in Libanon ook van uitermate groot belang in politiek, staat en recht (met name huwelijksrecht). In 1932 vormden christenen in Libanon met 53% nog de meerderheid van de bevolking, maar grootschalige emigratie van Libanese christenen naar deVerenigde Staten,Brazilië enEuropa sinds 1880 tot na 1990 deden het evenwicht verschuiven. Tot hetvredesakkoord van Taif hadden de christenen gezamenlijk 60% van de parlementszetels in het sterk geconfessionaliseerde Libanon in handen, terwijl de moslims met 40% van de zetels genoegen moesten nemen. Sinds het akkoord in 1989 zijn de zetels gelijkelijk verdeeld (50%, 50%), hoewel de christenen inmiddels niet langer een bevolkingsmeerderheid vormen. Het Verdrag vanTaif (1989) gaf aanRafik Hariri en daarmee ook aanSaoedi-Arabië en de soennieten een feitelijk belangrijker rol binnen het politiek bestel, hetgeen tot nieuwe spanningen met desjiieten leidt.
In november 2016 werdMichel Aoun verkozen tot president. Hoewel een Maronitisch-Christen, werd Michel Aoun verkozen met belangrijke steun van Hezbollah. Hiermee ging Libanon een nieuwe fase in als vriendelijke natie ten aanzien vanIran zoals ookSyrië (alawitisch-sjiitisch) enIrak (sjiitisch).[28]
De soennieten wonen verspreid over het land, maar vooral in het noordwesten en het centrum. Zij maken 30% van de bevolking uit. De soennieten onderhouden nauwe banden met overwegend soennitische staten in hetMidden-Oosten zoalsBahrein enSaoedi-Arabië.
De sjiieten wonen vooral in het zuiden en het noordoosten van Libanon, meer bepaald in de Beekavallei (Beqaa). Er wordt aangenomen dat zij thans 30% van de bevolking uitmaken. De sjiieten onderhouden nauwe banden met hun geloofsgenoten inIran en zijn vooral internationaal bekend vanwegeHezbollah (een politieke organisatie met een sterkemilitie).
De alawieten vormen een kleinere minderheid en naar buitenstaanders toe sterk seculier. Zij wonen met name inTripoli en konden sinds deSyrische overheersing (jaren 1980) een rol van betekenis spelen daar ook de eerdere Syrische presidentHafiz al-Assad en zijn opvolger en zoon presidentBashar al-Assad tot hun geloofsgemeenschap behoren.
De intra-islamitische verstandhoudingen hebben in de recente geschiedenis van Libanon tot gewapende conflicten geleid. In 2012 leidde dit ook tot spanningen en kleinschalige gevechten tussen met name de alawieten en soennieten in Tripoli.
Dedruzen zijn ontstaan als een afsplitsing van hetsjiisme maar beschouwen zich niet meer als moslims, wel als monotheïsten. Zij maken ongeveer 14% van de totale Libanese bevolking uit.Zij wonen vooral in het Midden-LibaneseChoufgebergte. Enkele voorname families zijn de clans van Jumblatt en Yazbak. De laatste decennia spelen zij via hun Progressieve Socialistische Partij een politieke rol van betekenis.
De meerderheid van de christenen behoort tot deMaronitische Kerk. De Maronieten maken circa 26% van de bevolking uit. Door emigratie (vanwege de verschillende gewapende conflicten sinds de onafhankelijkheid van Libanon) en relatief lage vruchtbaarheidscijfer neemt het relatieve aandeel van de christenen in Libanon al decennialang af. Sinds deIrakoorlog enSyrische Burgeroorlog is het aantal christenen echter weer enigszins toegenomen, omdat christelijke vluchtelingen naar Libanon trekken. Zie ook:Christendom in het Midden-Oosten.
De bevolking van Libanon staat in deArabische wereld bekend om haar handelsgeest en is hoog opgeleid. In het gehele Midden-Oosten zijn hoog opgeleide Libanezen te vinden die alsexpat werken. De dienstensector is veruit de grootste economische activiteit, met als belangrijke sectoren dehandel, definanciële dienstverlening entoerisme. Deindustrie is relatief bescheiden en droeg in 2017 minder dan 15% bij aan hetbruto binnenlands product (BBP).[29] In 2009 werkte bijna 40% van de beroepsbevolking in delandbouw, de bijdrage aan het BBP was minder dan 4% in 2017.[29] DeLibanese wijnbouw is ook in het Westen beroemd.
Voor het uitbreken van de burgeroorlog had het land een bloeiende economie. De burgeroorlog, buitenlandse invallen en oorlogen in de regio hebben hun sporen hierop achtergelaten; de economie kreeg telkens een flinke tik. In 1991 was er sprake van een fors economisch herstel en dit bleef tot 1998 het geval. De economische groei bleef daarna zweven op een laag niveau, maar steeg wederom aanzienlijk in de jaren 2008 tot en met 2011. Nadien bleef de groei relatief stabiel, maar op een bescheiden niveau. De staat kampt met een structureel tekort, al decennia zijn de uitgaven hoger dan de inkomsten. De brutostaatsschuld ligt op een hoog niveau. De rentekosten zijn hoog en ongeveer een derde van de staatsuitgaven zijn hieraan gerelateerd.[30] Ondanks de oorlogen en het geweld tussen Israël en Libanon bestond er nog wel economische uitwisseling voornamelijk tijdens de Israëlische bezetting. Het was niet vreemd dat mensen uit Libanon in Israël een baan zochten voor hun inkomen. Dit is tot op een zeker punt sociaal geaccepteerd, zeker in Zuid-Libanon.[31] Het land kampt ook met een groot tekort op delopende rekening. De internationale concurrentiepositie staat onder druk, maar ook de conflicten in eigen land en in de regio werken niet mee.[30] Het toerisme is een belangrijke bron van buitenlandse inkomsten. De werkloosheid in 2019 werd geschat op 20% en onder jongeren zelfs 30%.[30] Er wonen ongeveer 1,5 miljoen Syrische vluchtelingen in het land, equivalent aan een vijfde van de totale bevolking.
In 2020 is de economische situatie dramatisch verslechterd, de inflatie is sterk gestegen naar 85% en de economie is met 25% gekrompen waardoor het inkomen per hoofd van de bevolking fors is gedaald.
Het huidige Libanese grondgebied was, gedurende duizenden jaren de thuisbasis van een groot aantal beschavingen en culturen. Het werd oorspronkelijk bewoond door de Feniciërs, veroverd en bezet door de Assyriërs, de Perzen, de Grieken, de Romeinen, de Arabieren, de Kruisvaarders, de Ottomaanse Turken en in de recente geschiedenis door de Fransen. De Libanese cultuur is door de millennia heen beïnvloed geweest door deze verschillende volkeren. De bevolking van Libanon, samengesteld uit verschillende etnische en religieuze groeperingen, heeft bijgedragen tot de specifieke literatuur en de verschillende muzikale stijlen die onder meer in de festivals tot uitdrukking komen. De Libanese keuken heeft eveneens deze multiculturele invloed ondergaan.
In vergelijking met het merendeel van de inwoners van Zuidwest-Azië is de Libanese bevolking goed opgeleid. Sedert 2003 is 87,4% van de bevolking geletterd[11]. De Libanese samenleving is modern en vergelijkbaar met bepaalde culturen van het Europese Middellandse Zeegebied. Het land maakt deel uit van deArabische wereld en heeft altijd opengestaan voor modernisering onder Europese en vooral Franse invloed. Libanon wordt vaak beschouwd als de toegangspoort van Europa naar West-Azië maar ook in Azië als de poort naar de westerse wereld.
De officiële taal is Arabisch. Daarnaast isFrans de belangrijkste taal. Ongeveer 45% van de mensen spreekt ook Frans en 30%Engels. LibaneseArmeniërs hebbenArmeens als hun moedertaal. Libanese Koerden hebben Koerdisch als hun moedertaal.
De belangrijkste en in elk geval de bekendste Libanese schrijver isGibran Khalil Gibran (1883-1931) die naar deVS emigreerde. In zijn vroeger woonhuis inBchareh bevindt zich thans het 'Khalil Gibran museum' waar ook schilderijen van zijn hand worden tentoongesteld.
Libanon geldt naastEgypte als een van de belangrijkste centra van de moderne Arabische muziekwereld. Beroemde zangeressen uit Libanon zijn onder andereFairuz,Nancy Ajram,Sabah enHaifa Wehbe.
Vanuit Libanon werken verschillende tv-stations die in de hele Arabische wereld persatelliet te ontvangen zijn. Bekend is onder meerNew TV, dat ook een Arabische versie vanIdols uitzendt. Libanon kent verschillende kranten in het Arabisch, Engels en Frans.
Bekende gerechten uit de Libanese keuken zijntaboulé,hoummous enfalafel en de knoflooksaustoum, die samen met demezze worden opgediend. Bepaalde Libanese gerechten zijn bekend ondervegetariërs enveganisten vanwege het gebruik van plantaardige eiwitbronnen zoals kikkererwten.
Keukens van omliggende landen, zoals deTurkse keuken, zijn beïnvloed door de Libanese keuken. Een voorbeeld hiervan is het gerechtlahmacun, wat een samentrekking is van tweeArabische woorden voorvlees endeeg.
's Zomers trekt het land vele welgestelde toeristen uit deArabische wereld die er in de bergen koelte zoeken en van het leven genieten in het mondaine Beiroet. Beiroet heeft ook een beroemdnachtleven. 's Winters wordt er geskied in de bergen.
De slag om Libanon, tweedelige Nederlandse documentaire; programmamakerDanny Ghosen (1978) vluchtte op 15-jarige leeftijd naar Nederland. Hij spreekt met inwoners over de burgeroorlog en de gevolgen daarvan en over de huidige problemen.
De kinderen van Libanon, Nederlandse documentaire.[34] In deze documentaire komen Libanese jongeren aan het woord.