Lepelblad | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Cochlearia pyrenaica | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||
Cochlearia L. (1753) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op![]() | |||||||||||||||
Lepelblad op![]() | |||||||||||||||
|
Lepelblad (Cochlearia) is eengeslacht van circa dertig soortenéén-,twee- enmeerjarige planten uit dekruisbloemenfamilie. Dit in Europa inheemse plantengeslacht komt op het hele noordelijk halfrond in het wild voor. Hoewel nu een vrijwel vergetenkeukenkruid, werd lepelblad in vroegere tijden gewaardeerd om zijn smaak en hoogvitamine C-gehalte. Het was een veelgebruikt kruid omscheurbuik tegen te gaan en in de volksgeneeskunde werden aan de verschillende soorten binnen dit geslacht heilzame werkingen toegedicht. De smaak is kruidig en licht scherp, enigszins vergelijkbaar met waterkers of mosterd. Met nameEcht lepelblad,Engels lepelblad enDeens lepelblad werden in de Lage Landen voor deze doeleinden gebruikt.
Door hun hoge zouttolerantie worden deze kruidachtige planten opvallend veel aangetroffen in kuststreken, op bergtoppen en langskwelders of zoute steppen. Hier hebben zij minder concurrentie van andere planten. De snelle verspreiding van Lepelblad in sommige streken wordt mogelijk gestimuleerd door het grootschalig gebruik van zout om gladheid tegen te gaan.
Zo'n dertig soorten worden algemeen binnen het geslacht Lepelblad erkend. Over enkele soorten bestaat discussie. Zo werd onder meermierikswortel (Armoracia rusticana, synoniem:Cochlearia armoracia) veelal tot het geslacht Lepelblad gerekend en nu doorgaans anders ingedeeld.