Lectines zijn een groep van complexeproteïnes ofglycoproteïnes, die aan specifieke koolhydraatstructuren (oligosachariden) binden en daardoor in staat zijn, zich specifiek aancellen in het bijzonder aancelmembranen te binden en van daar uit biochemische reacties te initiëren. Ze hebben echter geen enzymatische activiteit.
Lectines kunnen verschillende stofwisselingsprocessen beïnvloeden, zoals deceldeling, deribosomale eiwitsynthese, deagglutinatie van cellen (vandaar de oude benaming „hemagglutinine“;Lectine komt van het Latijnselegere „lezen“, „uitkiezen“) en hetimmuunsysteem.
Lectines komen vooral in het plantenrijk voor, maar kunnen ook van dierlijke of bacteriële oorsprong zijn. Zo bevat bijvoorbeeld een bacteriëlepilus lectines.
Het bekendst zijn de lectines van plantaardige oorsprong, bijvoorbeeld hetfytohemagglutinine uit rauwebonen, dat door koken vernietigd wordt. Andere lectines zijn meer hitteresistent, maar vaak ook niet toxisch, bijvoorbeeld lectines uit deaardappel. Hetmaag-darmstelsel van de mens wordt regelmatig aan lectines blootgesteld. Niettemin kunnen lectines maar zelden intact de bloedbaan bereiken. De meeste lectines worden tijdens de voedselbereiding of in het maag-darmkanaal afgebroken. Lectines in peulvruchten worden na 10[1] minuten koken onschadelijk gemaakt.
Ook hettoxischericine uitbonen van dewonderbomen is een lectine.
Lectines bevinden zich meestal aan de buitenste membraanoppervlakken en hebben een complexe structuur.
Lectines hebben een functie in de communicatie en interactie tussen cellen. Daarbij hebben lectines meerdere bindingsplaatsen voor specifieke suikers. Deze som van zwakke interacties resulteert in een specifieke, stabiele interactie die op ieder ogenblik kan worden onderbroken. Verschillende types lectines bevorderen cel-interactie.
Lectines spelen ook een rol in hetcomplementsysteem.
Calnexine is een voorbeeld van een lectine dat door binding met specifieke koolhydraten kan helpen bij de eiwitopvouwing.Een gelijkaardig eiwit iscalreticuline.
Een voorbeeld isselectine. Selectines, die zich bevinden opendotheelcellen (die voorkomen inbloedvaten enlymfeknopen), kunnen suikerresidu's binden die zich bevinden op cellen van het immuunsysteem of op bloedplaatjes om zo die cellen naar plaatsen van eenontsteking te leiden.
De rol van lectines inplanten is nog onduidelijk.
Het werkingsmechanisme van lectines lijkt op dat van een bestrijdingsmiddel. Zo isricine een krachtige remmer van de ribosomale proteïnenbiosynthese. Vanwege hun toxiciteit vinden sommige lectines toepassing alsbestrijdingsmiddel tegeninsecten. Door de agglutinerende eigenschappen kan het ook tot vorming van stolsels komen, die debloedbaan kunnen verstoppen.
Hemagglutinine, eeninfluenza-eiwit kan aan glycoproteïnen binden, bijvoorbeeld aansiaalzuur.
Ook de binding tussen gp120 (glycoproteïne) en de CD4-receptor bijhiv-infectie (aids) komt tot stand door de binding tussen een eiwit (CD4-receptor) en koolhydraten.
Het feit dat lectines specifiek aan sommige sachariden binden maakt ze heel bruikbaar in het laboratoriumonderzoek. Lectines uit planten worden vaak gebruikt als affiniteitsreagentia om specifieke glycoproteïnen uit een monster te zuiveren. Lectines worden ook gebruikt als marker om glycoproteïnen op het celoppervlak waar te nemen.[2]