In defonetiek is eenlabiovelaar hetzij een echtevelaar met een secundaire articulatie van de lippen, hetzij een soortapproximant die wordt gevormd door eencoarticulatie van hetzachte verhemelte en de gerondelippen.
Veruit de meest voorkomende labiovelaar is destemhebbendeapproximant /w/. Daarnaast kent een aantal talen - met name inWest- enCentraal-Afrika - labiovelare medeklinkers. Over het algemeen zijn ditplosieven ofnasalen, zoals [kʷ, ɡʷ, xʷ, ŋʷ]. Daarnaast hebben hetJapans en mogelijk sommigeNoord-Irokese talen een echte labio-velare approximant, dat wil zeggen een die met volledig geronde lippen wordt gearticuleerd. In hetInternationaal Fonetisch Alfabet wordt deze klank diakritisch weergegeven.
Het Internationaal Fonetisch Alfabet onderscheidt drie labiovelare medeklinkers met een apart symbool: