Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

Kosovo

Coördinaten42° 35′ NB, 20° 53′ OL
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Republika e Kosovës
Република Косово
Kaart
Basisgegevens
Officiële taalAlbanees,Servisch
HoofdstadPristina
Regerings­vormRepubliek
StaatshoofdVjosa Osmani
Regerings­leiderAlbin Kurti
ReligieIslam 93,4%,
Servisch-orthodox 2,3%,
Rooms-katholiek 1,7%[1]
Oppervlakte10.887 km²[2]
Inwoners1.585.566 (2024)[1]
Bijv. naamwoordKosovaars
Inwoner­aanduidingKosovaar (m./v.)
Kosovaarse (v.)
Overige
VolksliedEuropa
MunteenheidEuro(EUR)
UTC+1 (zomer+2)
Nationale feestdag17 februari
Web |Code |Tel..xk | RKS | 383 (sinds 01-02-2017)
Voorgaande staten
Servië Servië2008
Detailkaart
Kaart van Kosovo
Portaal Portaalpictogram Landen & Volken

Kosovo (Albanees:Kosova,Kosovë;Servisch:Косово,Kosovo), officieel deRepubliek Kosovo (Albanees:Republika e Kosovës; Servisch:Република Косово), is eengedeeltelijk erkend land inZuidoost-Europa. Kosovo grenst aanMontenegro,Albanië,Noord-Macedonië enServië. De hoofdstad van Kosovo isPristina.

Kosovo riep op 17 februari 2008 eeneenzijdige onafhankelijkheid uit vanServië. De etnischAlbanese bevolking, waar Kosovo voor ruim 90% uit bestaat, streefde al enige tijd naar afsplitsing van Servië. Deze onafhankelijkheid wordt door 104 van de 193 leden van deVerenigde Naties erkend, waarvan het land echter geen lid is. Servië erkent deze onafhankelijkheid niet en beschouwt Kosovo als eenautonome provincie onder de naamKosovo i Metohija. Servië verloor het feitelijke gezag over Kosovo al negen jaar eerder toen de regio onderinternationaal bestuur kwam na deKosovo-oorlog in 1999.

Omdat Kosovo onderResolutie 1244 staat en er voorwaarden zijn vastgesteld voor de onafhankelijkheid, verwijst deKosovaarse vlag naar alle zes de dominerende bevolkingsgroepen namelijk deAlbanezen,Serviërs,Bosniakken,Roma,Gorani enTurken. Ook hetofficiële volkslied is tekstloos. Dit omdat Kosovo zich alsmulti-etnische staat dient te presenteren.[3]

Geschiedenis

[bewerken |brontekst bewerken]

Vroege geschiedenis

[bewerken |brontekst bewerken]
ZieGeschiedenis van Kosovo voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het koninkrijk Dardanië (3e eeuw v.Chr.)

Het gebied dat overeenkomt met het huidige Kosovo werd oorspronkelijk bewoond door deIndo-Europese volkerenIllyriërs enThraciërs. In231 v.Chr. ontstond hetkoninkrijk Dardanië, geregeerd door een gemengd Illyrisch-Thracische stam. Na veroveringen gedurende deoudheid door hetRomeinse enByzantijnse Rijk volgden in de7e eeuw van demiddeleeuwenSlavische expansie naar deBalkan. In het jaar836 werd Kosovo onderdeel van hetEerste Bulgaarse Rijk. In de13e eeuw werd het vervolgens geannexeerd door hetmiddeleeuwse Servische koninkrijk. Het bleef sindsdien ook onderdeel van het Servischekeizerrijk, het Moravische Servië en later het despotaat Servië. Onder de Albanese prinsen van deDukagjini-dynastie wist hetvorstendom Dukagjini zich uit te breiden vanuit Noord-Albanië naar grote delen van het westen van Kosovo; andere delen van het gebied werden geregeerd door deBranković-dynastie. Aan het einde van de14e eeuw verloor het Moravische Servië de regio naSlag op het Merelveld aan hetOttomaanse Rijk. De Ottomanen zouden het gebied na de gewonnen veldslag, en hierna het grootste gedeelte van de Balkan, vijf eeuwen lang bezetten en deislam introduceren op de inheemse bevolking. Met name het merendeel van deAlbanezen en enkeleSlavische volkeren, zoals deBosniakken enGorani, gingen over tot de islam, waar deServiërs grotendeelsoosters-orthodox bleven.

Slag van Kosovo Polje in 1389 door Adam Stefanovic (1870)

Val van het Ottomaanse Rijk

[bewerken |brontekst bewerken]

In 1877 werd Kosovo administratief hervormd; het was daarmeede facto de eerste keer dat het gebied zelfbesturend was. Kosovo, op dat moment eenOttomaanse provincie, viel onder verdeling van deAlbanese vilajets binnen het Ottomaanse Rijk. In 1912 verklaardeAlbanië zich onafhankelijk van het Ottomaanse Rijk. Na het einde van deTweede Balkanoorlog bepaalde deVrede van Londen de landsgrenzen op de Balkan. Hoewel Albanië zijn onafhankelijkheid behield werd tijdens de conferentie besloten dat gebieden met een etnischAlbanese meerderheid, waaronder Kosovo, zouden worden opgedeeld onderServië,Montenegro enGriekenland. Servië kreeg vanaf 1913, na de val van het Ottomaanse Rijk, de heerschappij over Kosovo.

Kosovo als vilajet binnen het Ottomaanse Rijk (1877)

Het zinde Servië niet dat hetCongres van Berlijn aanOostenrijk-Hongarije het recht verleende omBosnië en Herzegovina - waar ook veel Serviërs woonden - te bezetten. Deze kwestie werd in 1914 de aanleiding tot de moord op de Oostenrijkse troonopvolgerFrans Ferdinand teSarajevo. Daarop brak deEerste Wereldoorlog uit.

Situatie na de Eerste Balkanoorlog, 1913

Toen Duitse en Bulgaarse troepen Servië in de winter van 1915-1916 veroverden, leidde dat tot een grote exodus van Servische burgers en het Servische leger uit Kosovo. Honderdduizenden Servische soldaten stierven door honger, extreem weer en Albanese vergeldingsaanvallen, toen ze zich terugtrokken en zich bij de geallieerde Britse en Franse troepen voegden, die waren geland opKorfoe en bijThessaloniki.

Koninkrijk van de Serviërs, Kroaten en Slovenen

[bewerken |brontekst bewerken]

Na deEerste Wereldoorlog smoltenServië,Montenegro,Slovenië,Kroatië,Bosnië en Herzegovina,Noord-Macedonië samen tot de nieuwe staat Joegoslavië: een verzameling van een aantal aan elkaar verwante volkeren onder de naam "Koninkrijk van de Serviërs, Kroaten en Slovenen". De Serviërs speelden vanaf het begin een dominante rol in het nieuwe koninkrijk. Deze rol zorgde op de lange duur voor wrevel met andere bevolkingsgroepen op de Balkan, die veelal sterke verlangens koesterden naar meer vrijheid en zelfstandigheid. Naast politieke, economische en culturele aspecten waren er ook godsdienstige: enerzijds vanuit het christendom de katholieke Kroaten en Slovenen (± 30%) en de orthodoxe Serviërs (± 40%), anderzijds een moslimminderheid (± 15%), vooral in Bosnië, en in Kosovo de Albanezen. In het laatste decennium van hetInterbellum moedigde de overwegend Servische regering de Serviërs aan zich in Kosovo te vestigen.

In april 1941 vielen de troepen vanHitler het verdeelde land binnen. De Duitsers werden door een deel van de Kroaten als bevrijders onthaald. Het Duitsgezinde Kroatische leger'ustaše' vanAnte Pavelić mocht ongestoord zijn haat botvieren op alles wat niet-katholiek en niet-Kroatisch was. Alleen al in het concentratiekampJasenovac hebben 120.000 mensen de dood gevonden. Ongeveer 90% van deze slachtoffers was Serviër. Dit kamp werd totsymbool van de ustaša's genocide op Servische bevolking. Dit zou later de Kroaten een slechte naam bezorgen in het naoorlogse Joegoslavië en mede de nauwe banden tussen Kroaten en Duitsland verklaren. In totaal kwamen ruim één miljoen mensen om tijdens de Tweede Wereldoorlog, hetgeen neerkomt op één op elke 16 inwoners.[4]

De Italianen vanMussolini hadden viaAlbanië ook Kosovo bezet en geannexeerd. Aangezien Albanië sinds de val van de Albanese koningZog een personele unie met Italië en Abessinië vormde, betekende iedere uitbreiding van Albanië een uitbreiding van Italië. Dit land had dus alle belang bij een Albanese dominantie, en trachtte dit derhalve te bewerkstelligen door Albanezen aan te moedigen zich in het gebied te vestigen en Serviërs te verjagen. In die periode kwamen meer dan 10.000 Serviërs om door de militiesBalli Kombëtar,SS Skanderbeg enVulnetari.

Vanaf 1943 werd het gebied door de Duitsers bezet, die zich op hun beurt snel moesten terugtrekken.

Kosovo in Socialistisch Joegoslavië

[bewerken |brontekst bewerken]

In het door de oorlog verscheurde land kwam in 1945Josip Broz Tito met zijn communistische partizanenleger als overwinnaar uit de strijd. Een saillant detail is dat Tito als Kroaat het doel had om de diverse bevolkingsgroepen tot een hechte eenheid te formeren. Hij beloofde vanJoegoslavië een bondsstaat te maken, met gelijke rechten voor alle deelstaten, wat hem voor alle partijen aanvaardbaar maakte. Hij groeide van partizanenleider uit tot een gerespecteerd staatsman. Als president voor het leven voerde Tito eendictatoriaal bewind, dat hem in staat stelde zowel democraten als nationalisten voor tientallen jaren de mond te snoeren. Tijdens de staatshervorming in 1974 werd Kosovo onder de naamSocialistische Autonome Provincie Kosovo een autonome provincie binnen de Socialistische Republiek Servië, (net alsVojvodina). Hiermee kregen Kosovo en Vojvodina feitelijk evenveel zeggenschap binnen Joegoslavië als een deelrepubliek (eigen parlement, regering en rechtbank).

Onder Tito's heerschappij genoten de Albanezen aanvankelijk relatieve vrijheid, maar na repressieve acties in 1974 en 1976 bekleedden Serviërs 75% van de belangrijke (overheids)functies. De Albanezen vormden inmiddels, gesteund door een hoog geboortecijfer, rond de 85% van de bevolking. De Servische minderheid woonde (en woont) hoofdzakelijk vrij geconcentreerd in het noorden, met een aantal verspreide gemeenschappen over de rest van Kosovo.

Tito overleed op 4 mei 1980. Hij ging de geschiedenis in als de communistische leider die de Russische opmars naar het westen een halt wist toe te roepen: hij weekte zijn land los uit hetOostblok, volgde zijn eigen weg en gaf het communisme in Joegoslavië een eigen gezicht. Na de dood van Tito leidden de onderhuidse etnische spanningen echter opnieuw tot gewelddadige confrontaties: zijn levenswerk viel uiteen en bleek geen lange toekomst te hebben.

Op 11 maart 1981 brak in Kosovo een opstand uit onder de Albanese inwoners. Zij eisten dat Kosovo net als alle overige republieken behandeld zou worden met de leusKosova-Republikë (Kosovo Republiek). Na het neerslaan van de opstand, waarbij volgens de Servische autoriteiten 11 doden en 257 ernstig gewonden vielen (Albanese cijfers spreken daarentegen van 1600 doden en ongeveer een gelijk aantal gewonden) werden ongeveer 2000 Albanezen gevangengezet, waaronder een belangrijk deel van de Albanese intelligentsia en Albanese partijkaders.

Een belangrijke aanleiding was het sentiment onder de Albanese bevolking dat zij werd achtergesteld. Uit de volkstelling van 1981 bleek dat van de 1.580.000 inwoners van Kosovo 1.230.000 zich als Albanezen beschouwden. Tegelijk bleek dat de banen in de publieke sector op dat moment voor twee derde deel door Serviërs bezet werden. In 1986 volgde een nieuwe opstand, die uiteindelijk ook zijn uitwerking in andere republieken van Joegoslavië zou hebben (discussie over democratie, solidariseren van politieke oppositie met de partij in sommige republieken, vragen naar de rechtmatigheid van de inzet en rol van het federale leger).

De Servische houding verhardde. Nog in 1953 hadden de Serviërs op het slagveld bijKosovo Polje een gedenkteken opgericht voor de in deze veldslag gesneuvelde Servische soldaten én voor de koppige strijders voor de onafhankelijkheid in de eeuwen daarna. De kwestie Kosovo speelde gedurende het uiteenvallen van Joegoslavië, dat vanaf 1986 in een stroomversnelling kwam toenSlobodan Milošević een prominente plaats ging bezetten, een belangrijke rol. Servische nationalisten zoalsMiodrag Bulatović,Dobrica Ćosić en Slobodan Milošević en deServisch-Orthodoxe Kerk hamerden erop dat Kosovo de bakermat van de Servische beschaving was en dat Kosovo daarom nooit mocht worden prijsgegeven aan de Albanezen.

Joegoslavië valt uiteen

[bewerken |brontekst bewerken]

Het Albanese verzet tegen de Servisch-nationalistische regering van Joegoslavië organiseerde zich onder leiding vanIbrahim Rugova, die in 1991 Kosovo tot eenonafhankelijke staat had uitgeroepen maar alleen werd erkend doorAlbanië, ondergronds. Er ontstond een schaduwsamenleving die onafhankelijk was van de "bovengrondse" door de Serviërs geleide samenleving. De Albanese schaduwsamenleving in Kosovo kende een eigen regering en parlement, eenuniversiteit, scholen, ziekenhuizen en zelfs een systeem vansociale zorg. Dit werd gefinancierd door middel van een eigen belastingstelsel en met behulp van Kosovaren die in het buitenland werkten (de Albanesediaspora).

De Servisch-nationalistische koers van de regering van Milošević zorgde ervoor dat in andere deelstaten van Joegoslavië de steun voor onafhankelijkheid groeide. Milošević reageerde met verdere repressie. De onafhankelijkheidsverklaringen van achtereenvolgens Slovenië, Kroatië, Bosnië en (Noord-)Macedonië leidden tot oorlog en het uiteenvallen van Joegoslavië in de jaren 90. Montenegro splitste zich later af van Servië. Tijdens de oorlogen in de buurlanden was er vanuit de internationale gemeenschap aanvankelijk weinig aandacht voor de onderdrukking van de Albanezen in Kosovo. Binnen Servië was sprake van twee provincies met beperkteautonomie:Vojvodina (met onder meer een belangrijkeHongaarse minderheid) en Kosovo (met een belangrijke Albanese meerderheid).

In 1997 zag Milošević zijn positie bedreigd door de oppositie. De economische misère van de oorlog was verergerd door een internationale boycot. Grootschalige corruptie en misdaad hadden de meeste Serviërs van hem vervreemd. Milošević reageerde opnieuw door het nationalisme aan te wakkeren, ditmaal gericht tegen de Albanezen in Kosovo. Tegelijkertijd radicaliseerde een deel van de Albanese bevolking, dat aanvoerde dat acht jaar van vreedzaam verzet geen enkel resultaat en geen enkele verbetering had opgeleverd. Zij richtten in februari 1996 hetKosovaarse Bevrijdingsleger (UÇK) op, dat brak met hetpacifisme van Rugova en dat de wapens opnam tegen de Serviërs. Er volgden aanslagen op Servische militaire doelen (legerkazernes en politieposten) en op Albanezen die vancollaboratie werden verdacht. Dit was de eerste fase van deKosovo-oorlog.

In februari 1998 antwoorddeBelgrado op de aanvallen van het UÇK met een groot militair offensief om het UÇK uit te schakelen. Servische militaire en paramilitaire eenheden trokken Kosovo binnen. Het Servische offensief richtte zich niet alleen op de uitschakeling van het UÇK; ook de burgerbevolking moest het ontgelden. De Verenigde Staten bestempelden het UÇK aanvankelijk als terroristische organisatie, maar veranderden hun standpunt wegens Milošević' harde optreden. Samen met deNAVO steunden de VS op allerlei manieren (diplomatiek en door wapensmokkel) de strijd van het UÇK. De Serviërs werden beschuldigd vanetnische zuivering en deinternationale gemeenschap greep in. Men probeerde Milošević eerst via diplomatieke wegen tot andere gedachten te brengen.

Verwoesting in Kosovo, 1999

In oktober 1998 werd er een akkoord bereikt, dat echter direct daarna werd geschonden. Er volgde eenKosovo-conferentie in hetFranseRambouillet in februari 1999. Hier ontstond het plan om Kosovo voor een periode van drie jaarzelfbestuur te verlenen, maar geen onafhankelijkheid. De Kosovaren tekenden het plan in maart 1999, op een vervolgconferentie inParijs. Omdat het plan ook een NAVO-troepenmacht in Kosovo inhield bleven de Serviërs weigeren; de bezetting van Servisch grondgebied door buitenlandse troepen achtten ze onaanvaardbaar. Ook na dreiging met NAVO-luchtaanvallen ging Servië niet akkoord.

Eind maart volgden dieluchtaanvallen, waarvoor overigens niet de toestemming van deVN-veiligheidsraad was gevraagd. De doelen van de luchtaanvallen waren zowel militair als civiel: bruggen, spoorlijnen, chemische fabrieken en zelfs een televisiezender in Belgrado werden door NAVO-vliegtuigen gericht bestookt en verwoest. Na 78 dagen van bombardementen op Servische doelen in heel Servië, Montenegro en Kosovo tekende Belgrado deOvereenkomst van Kumanovo, waarmee de terugtrekking van het Servische leger en de Servische politie uit Kosovo een feit werd.

Sinds de oorlogsjaren

[bewerken |brontekst bewerken]

Na het wapengekletter kwam Kosovo onder bestuur van deVerenigde Naties te staan, die daartoe de missieUNMIK (United Nation Interim Administration Mission in Kosovo) oprichtte. Een NAVO-vredesmacht met de naamKFOR (Kosovo Force) werd ingesteld om toezicht te houden op de openbare orde. Veel Albanezen keerden naar hun huizen terug en trachtten hun leven weer op te bouwen. Veel Serviërs vluchtten op hun beurt naar Noord-Kosovo (met name rondMitrovicë), waar de Serviërs nog een meerderheid vormden, en naar het eigenlijke Servië. Het Kosovaarse parlement bouwde in overleg met UNMIK aan wetgeving die op sommige gebieden (met name op het gebied van het strafrecht) de Servische wetgeving volledig heeft vervangen.

Viering teWenen van de onafhankelijkheid van Kosovo

De status van Kosovo was ondertussen de inzet van internationale onderhandelingen, waarbij de partijen recht tegenover elkaar stonden. Het Kosovaarse parlement riep vervolgens op 17 februari 2008, op voorstel van premierHashim Thaçi, eenzijdige de onafhankelijkheid uit. De aanwezigen stemden in een spoedzitting unaniem vóór de onafhankelijkheidsverklaring. Er waren tien afwezigen, inclusief de afgevaardigden van de Serviërs uit Kosovo.

In deze verklaring stond onder meer:[5]

  • Kosovo is gesticht op basis van het plan-Martti Ahtisaari[6] (de VN-gezant die belast was met het vinden van een staatsrechtelijke oplossing)
  • Kosovo is een multi-etnische en democratische staat
  • Kosovo zal zich wijden aan vrede en stabiliteit in de regio
  • Kosovo stemt in met internationaal toezicht en de aanwezigheid van een vredesmacht.

Dit was in feite de tweede onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo. De eerste werd uitgeroepen op7 september 1990, maar werd in die tijd slechts erkend door het buurlandAlbanië.

Deze onafhankelijkheidsverklaring volgde op de verkiezingsoverwinning vanHashim Thaçi in november 2007; hij eiste Kosovaarse onafhankelijkheid. Terwijl men feest vierde in Kosovo, waren er al direct enkele rellen. In de noordelijke stadMitrovicë werd eenhandgranaat gegooid naar een gebouw van de Verenigde Naties (gerechtsgebouw met gevangenis) en een niet-ontplofte handgranaat naar een hotel dat ambtenaren uit de Europese Unie huisvest, evenwel zonder slachtoffers en met beperkte schade.[7]

De voormalige Servische premierVojislav Koštunica noemde het onafhankelijke Kosovo een "onechte" staat, opgericht in overtreding van internationale wetten. Servië weigert verdere samenwerking met Kosovo en wil zijn relaties met landen, die de onafhankelijkheid van Kosovo erkennen, opnieuw beoordelen.

Rusland riep op 17 februari 2008 deVeiligheidsraad van de Verenigde Naties in spoedberaad bijeen om de nieuwe situatie te bespreken. Rusland eiste maatregelen van de VN-missieUNMIK en van de NAVO-troepen om de onafhankelijkheid ongedaan te maken. De secretaris-generaal van de VNBan Ki-moon drukte in een verklaring zijn bezorgdheid uit en vroeg "af te zien van elke actie of verklaring die de vrede in Kosovo en omliggend gebied in gevaar zou kunnen brengen, kan opruien tot geweld of de veiligheid in gevaar kan brengen".[8] De Belgische VN-ambassadeur in de Veiligheidsraad, sprekend voor zes westerse naties (België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Kroatië en de Verenigde Staten), drukte zijn spijt uit dat "de Veiligheidsraad geen overeenstemming kon bereiken hoe het verder moet. Maar deze impasse was reeds maandenlang duidelijk. De gebeurtenissen van vandaag vormen slechts een conclusie van een proces waarin alle mogelijkheden tot een onderhandeld resultaat werden uitgeput."[9]

Ongeveer de helft van deinternationale gemeenschap heeft Kosovo erkend, waaronderBelgië,Nederland en deVerenigde Staten.Afghanistan was het eerste land dat Kosovo officieel erkende als een onafhankelijke staat.[10] De meerderheid van de 28 EU-landen erkent Kosovo. Dit geldt niet voor de EU-landenCyprus,Griekenland,Roemenië,Slowakije enSpanje. Enkele van deze landen kennen een of meerdere opstandige regio's die op hun beurt onafhankelijkheid nastreven. Deze landen willen geen precedent scheppen[11] en hebben aangegeven Kosovo niet te zullen erkennen.[12] Deze onafhankelijkheidsverklaring kan beschouwd worden als een precedent en aldus gevolgen hebben voor de wettelijke positie van een aantal afgescheurde, maar niet-erkende staten, aldus deze landen. DoordatRusland enChina, twee permanente leden van deVN-veiligheidsraad, Kosovo niet wensen te erkennen is een lidmaatschap voor Kosovo van de Verenigde Naties nog niet aan de orde.

Ondanks de Servische tegenstand is Kosovo op 9 december 2014 officieel lid geworden van hetIOC. Dit betekende dat Kosovo met een eigen nationaal team mocht deelnemen aan deOlympische Spelen van 2016 inRio de Janeiro.[13]

Zie ook deInternationale erkenning van de onafhankelijkheid van Kosovo

Geografie

[bewerken |brontekst bewerken]
Foto van de berg Gjeravicë
DeGjeravicë is met 2656 meter de hoogste berg van Kosovo.

Kosovo heeft een oppervlakte van 10.908 km² en telt ruim 1,8 miljoen inwoners. Er zijn tweehoofdvlaktes in Kosovo. Hetbekken vanDukagjin is in het westen van Kosovo gesitueerd en de vlakte van Kosovo beheerst het oostelijke deel.

Een groot deel van de oppervlakte van Kosovo is bergachtig. HetŠargebergte ligt in het zuiden en zuidoosten, op de grens metNoord-Macedonië. Dit is een van de populairste toeristische gebieden en skigebieden van de regio, metBrezovica enPrevalla als de belangrijkste toeristencentra. De hoogste bergen van Kosovo, inclusief de hoogste bergGjeravica (2656 m), liggen in het westen op de grens vanAlbanië enMontenegro. Deze bergen behoren tot deAlbanese Alpen. In het noorden ligt het zuidelijke deel van de bergketenKapaonik. De centraal gelegen gebieden vanDrenica,Carraleva en het oostelijkste deel van Kosovo, bekend alsGollaku, zijn hoofdzakelijk heuvelgebieden.

Er zijn enkele noemenswaardige rivieren en meren in Kosovo. Deze zijn deWitte Drin in het westen, die uitmondt in deAdriatische Zee (met deErenik als de belangrijkste zijrivier), de Sitnica in het midden, de bovenloop van deZuidelijke Morava in het uiterste oosten en deIbar in het noorden. De grootste meren zijn het meer vanUjmani (380 miljoen m³) in het noordwesten, het meer vanRadoniq (113 miljoen m³) in het zuidwesten, het meer vanBatllavë (40 miljoen m³) en het meer vanBadovci in het noordoosten.

Steden

[bewerken |brontekst bewerken]

De grootste stad is de hoofdstadPristina, met eind 2003 een geschat inwoneraantal van 165.844 inwoners. Hier bevindt zich ook deLuchthaven Pristina die de belangrijkste luchthaven van Kosovo is. Andere steden in Kosovo zijn (dd. 31 december 2003):[14]

Kosovo heeft achtendertiggemeenten.

Bestuurlijke indeling

[bewerken |brontekst bewerken]
ZieRegio's van Kosovo en Kosovaarse gemeente voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

Kosovo is ingedeeld in zeven statistische regio's[15] en 38 gemeenten.[16]De gemeente (Albanees:komuna;Servisch:opština/општина) is de primaire bestuurlijke onderverdeling van Kosovo.[17] Het bestuur van elke gemeente is in handen van eengemeenteraad (Albanees:Kuvendi komunal; Servisch:Skupština opštine) die wordt voorgezeten door een burgemeester. De burgemeester (Albanees:Kryetari i komunës; Servisch:Gradonačelnika opštine) wordt rechtstreeks verkozen. Hij stelt een bestuurlijk college (Albanees:Bordi i drejtorëve; Servisch:Odbor direktora;Engels:Board of Directors) aan.[18] De burgemeester en het college zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de beslissingen van de gemeenteraad en voor de financiële huishouding van de gemeente.[19]

De gemeente (Albanees:komuna, Servisch:opština/општина) is de primaire bestuurlijke onderverdeling van Kosovo
De eerste naam is Albanees, de tweede Servisch        * = Nieuwe gemeenten
Kaart met gemeenten Kosovo in 2008

Kaart van de Kosovaarse gemeenten

01.Deçan/Dečani14.Rahovec/Orahovac27.Zveçan/Zvečan
02.Gjakovë/Đakovica15.Pejë/Peć28.Malishevë/Mališevo
03.Gllogovc/Glogovac16.Podujevë/Podujevo29.Novobërdë/Novo Brdo
04.Gjilan/Gnjilane17.Prishtinë/Priština30.Mitrovica e Veriut/Severna Mitrovica
05.Dragash/Dragaš18.Prizren/Prizren31.Mitrovica e Jugut/Južna Mitrovica
06.Istog/Istok19.Skënderaj/Srbica32.Junik/Junik*
07.Kaçanik/Kačanik20.Shtime/Štimlje33.Hani i Elezit/Đeneral Janković*
08.Klinë/Klina21.Shtërpcë/Štrpce34.Mamushë/Mamuša*
09.Fushë Kosovë/Kosovo Polje22.Suharekë/Suva Reka35.Graçanica/Gračanica*
10.Kamenicë/Kamenica23.Ferizaj/Uroševac36.Ranillug/Ranilug*
11.Leposaviq/Leposavić24.Viti/Vitina37.Partesh/Parteš*
12.Lipjan/Lipljan25.Vushtrri/Vučitrn38.Kllokot/Klokot*
13.Obiliq/Obilić26.Zubin Potok/Zubin Potok
Bron:OSCE - Wet nr. 03/L-041:Engels,Albanees,Servisch

Demografie

[bewerken |brontekst bewerken]
Etnische samenstelling van Kosovo (2011)

Kosovo telde in 2024 een bevolking van 1.585.566 inwoners, die hoofdzakelijk bestaat uit etnischeAlbanezen, zij vormen een meerderheid van 91,7% van het land. Naast Albanezen leven er in Kosovo kleinere gemeenschappenServiërs,Bosniakken,Roma,Turken enGorani.

Etnische samenstelling:[1]

Albanese vlaggen in de Kosovaarse hoofdstad Pristina.
Kosovo: veel Servische kerken zijn vernield.

Kosovo heeft de jongste bevolking vanEuropa. Volgens de volkstelling van 2011 bestaat zo'n 28 procent van de bevolking uit kinderen tussen de 0 en 14 jaar oud (zie onderstaand tabel). Meer dan de helft van de bevolking bestaat uit mensen onder de dertig jaar oud.[20] Desalniettemin is Kosovo langzaam aan hetontgroenen envergrijzen: het aantal jongeren is de afgelopen vijftig jaar minder snel toegenomen vergeleken met andere leeftijdscategorieën.

Leeftijdsopbouw van Kosovo in 1961 en 2011
LeeftijdscategorieAantal (1961)Aantal (2011)
0-4 jaar165.881149.735
5-9 jaar131.868160.916
10-14 jaar108.517176.926
15-19 jaar87.286174.932
20-24 jaar83.650161.467
25-29 jaar74.293141.268
30-34 jaar64.160130.542
35-39 jaar43.491124.912
40-44 jaar35.107108.142
45-49 jaar34.33394.988
50-54 jaar36.61980.625
55-59 jaar27.53465.539
60-64 jaar25.58753.048
65 en ouder44.796116.785
Kosovo (totaal)964.0841.739.825

Godsdienst en etniciteit

[bewerken |brontekst bewerken]
Religie in Kosovo (2011)[21]
(geboycot door de Servische bevolking)
ReligieAantal%
Islam (vooralsoennisme)1.663.41295,6%
Christendom64.275
38.438
25.837
3,7%
2,2%
1,5%
Overig1.1880,1%
Onkerkelijk1.2420,1%
Geen antwoord
9.708
0.6%
Totaal1.739.825100%

In Kosovo is als een van de weinige landen van Europa deislam dominant. Andere godsdiensten zijn hetkatholicisme en deServisch-orthodoxe kerk. De verhoudingen tussen moslims en katholieken in Kosovo zijn beter dan die tussen moslims en de Servisch-orthodoxe kerk.

Volgens een schatting van deOVSE uit 2005 is 93% van de bevolkingAlbanees. DeServiërs vormen zo'n 3%, de overige groepen 4%.[22] De meeste Serviërs wonen in het noorden van Kosovo (waar zij de meerderheid vormen) en in enkele kleineenclaves.

De meesteAlbanezen zijnmoslim, evenals deislamitische Slaven (Gorani enBosniakken), deBalkan-Egyptenaren/Ashkali en deTurkse minderheid.

Het aantalkatholieken wordt op 60.000 geschat. Zij zijn vrijwel allemaal Albanezen, aangezien deKroatische minderheid, die merendeels katholiek is, het gebied grotendeels is ontvlucht. De Serviërs zijn overwegendServisch-orthodox. DeAshkali (Roma) hebben aanhangers in elk van de drie geloofsstromingen.

Albanezen definiëren hun etnische samenhorigheid door taal, maar niet door godsdienst. Bij de Slavische bevolkingsgroepen (Serviërs en Bosniakken) dient de godsdienst juist wél als onderscheidend kenmerk tegenover andere etniciteiten.

In Kosovo staat een groot aantal Servische orthodoxe kerken en kloosters. Tientallen kerken zijn vernield tussen de jaren 1998 en 2004. Dit als vergelding op de vernietiging en plundering van vele moskeeën door de Serviërs tijdens de oorlog van 1996-1999.

Talen

[bewerken |brontekst bewerken]

De meeste inwoners in Kosovo sprekenAlbanees (Gegisch dialect). Minderheden sprekenServisch,Bosnisch,Turks enRomani. Sinds de grondwetshervorming in 1974 werd hetAlbanees gebruikt als ambtstaal. Sinds 1999 is in wetten en andere officiële documenten hetEngels maatgevend, naast de Albanese ambtstaal. De officiële taal isAlbanees en in sommige gemeentes ookServisch enTurks.

Economie

[bewerken |brontekst bewerken]

Deeconomie van Kosovo is een van de minst ontwikkelde in Europa. Hetbnp per inwoner bedraagt naar schatting 3565euro.[23] Een belangrijk deel van de economie bestaat echter uit illegale activiteiten, die niet meegenomen worden in dit bnp.

Gedurende de jaren negentig heeft Kosovo te lijden gehad onder het gevoerde economische beleid, de internationale sancties en de conflicten.[24]

De officielee munteenheid van Kosovo is deeuro en is het enige betaalmiddel in het land.

De onduidelijke status van Kosovo belemmert de economie. Het is niet eenvoudig om investeringen en leningen aan te trekken.[25] Ook decorruptie en de invloed van de georganiseerde misdaad vormen serieuze problemen. Het UNMIK-bestuur stelt eennultolerantiebeleid te voeren tegen dergelijke activiteiten.

Toerisme

[bewerken |brontekst bewerken]

Door het imago dat Servië heeft opgelopen tijdens de oorlog in 1999, draait (of draaide) het toerisme in Kosovo op een laag pitje. Het land heeft na de oorlog een grote invloed van toerisme gekend. Steden zoalsPrizren,Pristina enPeja staan bekend om hun natuur en culturele monumenten zoals moskeeën en kerken.

Toch zorgt het gematigd warme klimaat tijdens de zomer en de sneeuwval tijdens de koude winter ervoor dat Kosovo iets te bieden heeft in elk seizoen op het vlak van buitensport. Zo is het mogelijk om te skiën inBrezovica en bergsporten te beoefenen in de Rugova-vallei.

Enkele van de bekendste, natuurlijke trekpleisters in Kosovo zijn deMirusha-watervallen, deRugova-vallei, het grote natuurpark in de buurt van Prizren en de vele meren zoalsBatllavë in het noordoosten van Kosovo. Ook op geschiedkundig en cultureel vlak zijn er bezienswaardigheden te ontdekken in Kosovo. Het klooster van Deçan (in het westen van Kosovo) en diverse kastelen zoals in Prizren,Novobërdë enMitrovica zijn stille getuigen van de Ottomaanse en Romeinse bezettingen.

Gedurende het hele jaar zijn er diverse internationale filmfestivals, zoals "Prishtina FilmFest" en "Prizren Short Film Festival" en andere culturele festivals die internationaal aandacht trekken.

Zie ook

[bewerken |brontekst bewerken]

Externe links

[bewerken |brontekst bewerken]
Mediabestanden
Commons heeft media­bestanden in de categorieKosovo.
Bronnen, noten en/of referenties
  1. abc(sq)Registratie van de bevolking, huishoudens en huisvesting in Kosovo 2024 (vertaald). askapi.rks-gov.net (2024). Geraadpleegd op11 januari 2025.
  2. (en)CIA The World Factbook 2015
  3. (en)Kosovo Parliament Adopts National Anthem - With No Text. seenews.com (11 juni 2008). Geraadpleegd op11 januari 2025.
  4. Bogoljub Kočović: 'Žrtve Drugog svetskog rata u Jugoslaviji', Svjetlost, Sarajevo 1990.
    Vladimir Žerjavić Gubici stanovništva Jugoslavije u Drugom svjetskom ratu, Jugoslovensko Viktimološko društvo, Zagreb, 1989.
  5. Onafhankelijkheidsverklaring
  6. Finse diplomaat die een blauwdruk opstelde van de principes waaraan Kosovo zich moet houden, zoals internationaal toezicht door de EU en de bescherming van minderheden.
  7. NRC Handelsblad[dode link]
  8. De Standaard : Veiligheidsraad eens te meer verdeeld
  9. The Guardian: Albanian celebrations leave Serbs defiant.Gearchiveerd op 15 maart 2013.
  10. Afghanistan Recognises Kosovo Independence, Javno.com, 18 februari 2008
  11. "Kosovo's onafhankelijkheid kwestie van dagen", NU.nl, 24 januari 2008.
  12. Xinhuanet: "Kosovo's proclaimed independence provokes mixed responses from international community"
  13. BalkanInsight,Kosovo Wins Right to Compete in Olympics,09/12/2014 (geraadpleegd op 10/12/2014).Gearchiveerd op 10 juni 2016.
  14. Citypopulation.de: Kosovo (schatting 31 december 2003)
  15. Enti i Statistikës së Kosovës/Zavod za statistiku Kosova (Statistisch Bureau van Kosovo),Statistical Atlas 2008, april 2008.
  16. (en) OSCE Mission in Kosovo,Background Report, Human Rights, Ethnic Relations and Democracy in Kosovo (Summer 2007 - Summer 2008), 8 september 2008.Gearchiveerd op 25 december 2018.
  17. (sq) Officieel publicatieblad van UNMIK,Rregullore Nr. 2007/30, Për ndryshimin e Rregullores së UNMIK-ut nr. 2000/45 mbi Vetëqeverisjen e Komunave të Kosovës, 16 oktober 2007.
  18. (sr)Officieel publicatieblad van UNMIK,Uredba br. 2007/30 O izmenama i dopunama Uredbe UNMIK-a br. 2000/45 o samoupravi opština na Kosovu, 16 oktober 2007.
  19. Nederlands ministerie van Buitenlandse Zaken, Directie Personenverkeer, Migratie- en Vreemdelingenzaken, afdeling Asiel- en Migratiezaken,ambtsbericht Kosovo[dode link], december 2006.
  20. (en)Population born in kosovo by age, sex and municipality of birth 2011. askdata.rks-gov.net. Geraadpleegd op26 april 2023.
  21. title=Kosovo Population and Housing Census 2011 - Final Results: Quality Report
  22. OVSE (2006):Schatting OVSE 2005, informatie van 24 april 2006.
  23. The World Bank, Kosovo Brief 2006 (2006). Gearchiveerd op7 juni 2014.
  24. The World Bank, World Bank Mission in Kosovo (2006/2007). Gearchiveerd op1 november 2019.
  25. BBC News, Brussels offers first Kosovo loan (03/05/05). Gearchiveerd op17 februari 2006.
Vlag van Kosovo
·Overleg sjabloon ·Sjabloon bewerken
Bestuurlijke indeling van Kosovo: gemeenten

Deçan ·Dragash ·Gjakovë ·Ferizaj ·Fushë Kosovë ·Gllogovc ·Gjilan ·Gračanica (Graçanicë) ·Hani i Elezit ·Istog ·Junik ·Kaçanik ·Kamenicë ·Klinë ·Klokot (Kllokot) ·Leposavić (Albanik) ·Lipjan ·Malishevë ·Mamuşa (Mamushë) ·Mitrovicë ·Novobërdë ·Obiliq ·Parteš (Partesh) ·Pejë ·Podujevë ·Pristina (Prishtinë,Priština) ·Prizren ·Rahovec ·Ranilug (Ranillug) ·Skënderaj ·Štrpce (Shtërpcë) ·Shtime ·Suharekë ·Viti ·Vushtrri ·Zubin Potok (Zubin Potok) ·Zvečan (Zveçan)

·Overleg sjabloon ·Sjabloon bewerken
Landen inEuropa

Vlag van Albanië Albanië ·Vlag van Andorra Andorra ·Vlag van Armenië Armenië ·Vlag van Azerbeidzjan Azerbeidzjan ·Vlag van België België ·Vlag van Bosnië en Herzegovina Bosnië en Herzegovina ·Vlag van Bulgarije Bulgarije ·Vlag van Cyprus Cyprus ·Vlag van Denemarken Denemarken ·Vlag van Duitsland Duitsland ·Vlag van Estland Estland ·Vlag van Finland Finland ·Vlag van Frankrijk Frankrijk ·Vlag van Georgië Georgië ·Vlag van Griekenland Griekenland ·Vlag van Hongarije Hongarije ·Vlag van Ierland Ierland ·Vlag van IJsland IJsland ·Vlag van Italië Italië ·Vlag van Kazachstan Kazachstan ·Vlag van Kosovo Kosovo ·Vlag van Kroatië Kroatië ·Vlag van Letland Letland ·Vlag van Liechtenstein Liechtenstein ·Vlag van Litouwen Litouwen ·Vlag van Luxemburg Luxemburg ·Vlag van Malta Malta ·Vlag van Moldavië Moldavië ·Vlag van Monaco Monaco ·Vlag van Montenegro Montenegro ·Vlag van Nederland Nederland ·Vlag van Noord-Macedonië Noord-Macedonië ·Vlag van Noorwegen Noorwegen ·Vlag van Oekraïne Oekraïne ·Vlag van Oostenrijk Oostenrijk ·Vlag van Polen Polen ·Vlag van Portugal Portugal ·Vlag van Roemenië Roemenië ·Vlag van Rusland Rusland ·Vlag van San Marino San Marino ·Vlag van Servië Servië ·Vlag van Slovenië Slovenië ·Vlag van Slowakije Slowakije ·Vlag van Spanje Spanje ·Vlag van Tsjechië Tsjechië ·Vlag van Turkije Turkije ·Vlag van Heilige Stoel Vaticaanstad ·Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk ·Vlag van Wit-Rusland Wit-Rusland ·Vlag van Zweden Zweden ·Vlag van Zwitserland Zwitserland

Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Kosovo&oldid=68822238"
Categorieën:
Verborgen categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp