In de Zweedse geschiedschrijving wordt dit tijdperk doorgaans in vieren verdeeld:
1521-1611:äldre vasatiden (Oude Wasatijd). Deze loopt van de onafhankelijkheidsoorlog tot de dood van koningKarel IX, de jongste zoon van Gustaaf I.
1611-1721:stormaktstiden (Grootmachttijd). Deze loopt vanaf de troonsbestijging vanGustaaf II die tijdens deDertigjarige Oorlog van Zweden een grootmacht maakte, tot aan de zware nederlaag tegenRusland in deGrote Noordse Oorlog.
1718-1772:frihetstiden (Vrijheidstijd). Deze loopt van de dood van koningKarel XII tot de staatsgreep van koningGustaaf III die deabsolute monarchie poogde te herstellen.
1772-1809:gustavianska tiden (Gustavische tijd). Deze omvat de absolutistische regeringen van Gustaaf III enGustaaf IV en eindigt met het verlies vanFinland aan Rusland.
De jaren 1809-1815 gelden als overgangsperiode van Zweden-Finland naar Zweden-Noorwegen.
Het Zweedse Rijk met de jaartallen van verwerving en verlies
Gustaaf I en zijn nageslacht van hetHuis Wasa regeerden vier generaties over Zweden tot 1654 (Christina I van Zweden). Zij maakten een begin aan de opbouw van het koninkrijk als grootmacht. HetLutheranisme werd in 1529 de staatsgodsdienst. In 1561 verwierf Zweden als eersteEstland, in 1581 gevolgd door een groot deel van Finland, dat al eeuwen onder Zweedse invloed stond. Het jaar daarop werd ook het eilandDagö (Hiiumaa) ingelijfd, en ten slotte werdIngermanland onderworpen, waarmee Zweden nu de gehele kust van deFinse golf beheerste. In 1587 werdSigismund Wasa koning-grootvorst vanPolen-Litouwen en in 1592 van Zweden, maar in 1599 werd hij alweer gedwongen afstand van de Zweedse troon te doen ten gunste van zijn oomKarel Wasa.
Begin 18e eeuw geraakte Zweden in oorlog met het Tsaardom Rusland en diens bondgenoten; deze zou bekend komen te staan als deGrote Noordse Oorlog. Na aanvankelijk de overhand te hebben, leden de Zweden verderop in de strijd verpletterende nederlagen; in 1721 moest het koninkrijk bij deVrede van Nystad al zijn oostelijke bezittingen afstaan aan Rusland. Zweden verloor de heerschappij over de Oostzee grotendeels, maar bleef desondanks een grootmacht en behield hoog aanzien in Europa.
Zweden deed mee aan deDerde Coalitieoorlog tegenFrankrijk, maar toen het weigerde zich in 1809 aan te sluiten bij het Frans-Russische bondgenootschap, leidde dit tot deFinse Oorlog die Zweden verloor. Finland enÅland gingen over naar hetKeizerrijk Rusland.
In denapoleontische oorlogen streed Zweden uiteindelijk aan de zijde van de coalitie tegen Frankrijk. Door gedane verdiensten kreeg het bij deVrede van Kiel in 1814Noorwegen als beloning, ten nadele vanDenemarken dat Fransgezind geweest was. Het nieuwe opgerichte land heette officieel deVerenigde Koninkrijken van Zweden en Noorwegen. Een poging van de Noren om zich onafhankelijk te verklaren werd in 1815 met geweld onderdrukt.