Kaart van door Koerden bewoonde gebieden, 1992 (The General Libraries, University of Texas, Austin)Koerdische vrouwen aan de oever van deKaspische Zee begin 20e eeuwKoerdischtapijt
DeKoerden (Koerdisch: کوردKurd) zijn eenvolk verspreid over verschillende landen, met ruim 45,6[7] miljoen[8] mensen die voornamelijk in hetMidden-Oosten wonen. Begin 2017 verblijven naar schatting anderhalf miljoen Koerden inEuropa.[7] Ze stammen af van verschillende etnische groepen, waaronder deMeden, deGuti en de Carduchi.[9]
De Koerden zijn in de meerderheid in de autonome regio vanIraaks-Koerdistan en zijn een belangrijke minderheid in de buurlandenTurkije,Syrië enIran, waar de Koerdische nationalistische bewegingen blijven vechten voor meer vrijheden.
De herkomst van de Koerden is niet geheel duidelijk. Volgens de Koerdische professor Mehrdad M.R. Izady zijn de Koerden de afstammelingen van de volkeren die zich in de loop van duizenden jaren vestigden in de geografischelandstreek dieKoerdistan heet.[9] Hun taal, hetKoerdisch, waarvan meerdere varianten endialecten bestaan, is net als hetPerzisch eenIndo-Iraanse taal. De Indo-Iraanse talen vormen, net als deGermaanse talen, waartoe hetNederlands behoort, een subgroep binnen deIndo-Europese talen.
De Koerden wonen in Turkije, Syrië,Irak (Koerdische Autonome Regio), Iran,Armenië en in de vroegereSovjet-Unie. Er is ook een Koerdischediaspora, die vooral in Noord-Amerika en Europa woont.[10] De Koerden vormen een van de volkeren die een eigen taal en cultuur hebben, maar geen eigen staat. In Irak hebben de Koerden, na de val van het regime vanSaddam Hoessein, verregaandeautonomie verworven.
Aan het begin van de20e eeuw, toen hetOttomaanse Rijk werd opgedeeld, was in hetVerdrag van Sèvres (1920) autonomie voor de Koerden voorzien, met de mogelijkheid tot onafhankelijkheid na enkele jaren. Hiervan is niets terechtgekomen, omdat het verdrag nooitgeratificeerd is door hetTurkse parlement. Door de opstand van Turkse patriotten onder leiding vanAtatürk is het verdrag nooit rechtsgeldig geworden. DeVrede van Lausanne in 1923, die de grenzen van het moderne Turkije vastlegde, repte met geen woord over de Koerden.
De meeste Koerden zijn religieus. Circa 90% ismoslim en ook zijn veel Koerdenjezidi's. Een zeer klein deel, circa 0,03%, ischristelijk en er bestaat zelfs een kleinejoodse minderheid. Van deze laatste groep is sinds de onafhankelijkheid vanIsraël een deel naar dit land geëmigreerd.
Het streven te komen tot een Koerdische staat, Koerdistan, wordt door diverse landen in de regio gezien als bedreiging van de integriteit van hun grondgebied en hun stabiliteit.
Schatting van het aandeel Koerden per statistische regio (2010)De resultaten van deHDP op provinciaal en gemeentelijk niveau tijdens deTurkse algemene verkiezingen van 2015Koerdische vrouwen vierenNoroez inIstanboel (2006)
Koerden (inclusiefZaza) vormen ongeveer 15% tot 20% van de Turkse bevolking (12 tot 16 miljoen personen). Ze wonen hoofdzakelijk in het oosten en zuidoosten van Turkije, maar er zijn ook significante Koerdische gemeenschappen in grote steden in het westen van het land, waaronderIstanboel (c. 15%) enIzmir. InCentraal-Anatolië wonen ongeveer 2 miljoenCentraal-Anatolische Koerden. Veel Koerden uit Turkije zijn geëmigreerd naar andere landen zoals landen inWest-Europa. In landen alsNederland,België,Duitsland,Zwitserland enOostenrijk woont een grote Turkse minderheid. Een deel van deze afstammelingen vangastarbeiders zijn echter geen etnische Turken maar Koerden.[11]
De Koerden vormen een belangrijke minderheid in de Republiek Turkije. Vroeger, ten tijde van hetOttomaanse Rijk, konden volkeren zoals de Koerden volgens hun eigen cultuur leven, zolang ze het centrale gezag maar respecteerden. In het moderne Turkije van presidentAtatürk veranderde dit. De Turkse regering erkende het bestaan van een apart Koerdisch volk niet.
Na de Turkse nederlaag in deEerste Wereldoorlog werd in 1920 deVrede van Sèvres getekend tussen deGeallieerden en hetOttomaanse Rijk. Krachtens dit verdrag zou Turkije veel territorium verliezen en er zou onder andere een lokaalautonoom[Koerdistan ontstaan, met uitzicht op onafhankelijkheid indien aan bepaalde voorwaarden zou worden voldaan. Het aan de Turken opgelegde verdrag werd echter nooit bekrachtigd door hetTurkse parlement. Turkse patriotten onder leiding van Atatürk vonden het verdrag echter onaanvaardbaar. Er werd eenonafhankelijkheidsoorlog gevoerd (1919-1923) die door Turkije werd gewonnen.
In het nieuwe vredesverdrag, deVrede van Lausanne, was geen sprake meer van een Koerdistan. Vanaf 1924 wasAtatürk het nieuwe staatshoofd en volgens hem paste een aparte Koerdischeidentiteit niet binnen zijn ideaal van een "Turksenatiestaat", waarbinnen volgens Atatürk alleen "Turken" woonden. Het woord "Turk" is in deTurkse grondwet als volgt gedefinieerd: iedereen die in Turkije woont wordt Turk genoemd. De discussie die dit tot gevolg heeft is of het woord "Turk" een nationaliteit is of aan een etnische afkomst refereert. Atatürk en zijn opvolgers waren voorstander vanTurks-nationalisme om hiermee de nieuwe staat te versterken. Hierbij werden minderheden, zoals Koerden en ookArmeniërs, cultureel onderdrukt en gedwongen zich teassimileren met de Turkse meerderheid.
In de beginjaren van de staat Turkije vond een serie opstanden onder sommige Koerden plaats. De eerste opstand was de Kocgiri opstand vanalevitische Koerden, die een onafhankelijk Koerdistan tot doel hadden. Deze opstand werd neergeslagen door Turkije. De tweede opstand stond onder leiding vansjeik Said, een soennitische Koerdische geestelijke. Ook deze opstand werd onderdrukt en sjeik Said werd gearresteerd en opgehangen. Bij de derde opstand, in 1927, riepen de Koerden in het noordoosten van het land deRepubliek Ararat uit. Zij werden in 1930 op bloedige wijze verslagen door hetTurkse leger. Eind van de jaren '30 brak in de stadTunceli deopstand van Dersim uit en ook deze opstand werd wederom onderdrukt. Hierna besloten de Koerden voorlopig geen nieuwe opstanden meer te ondernemen en deze situatie duurde een tijdlang voort. Bij sommige Koerden bleef het onafhankelijkheidsstreven echter leven en na 40 jaar werd de Koerdische partijPKK opgericht, die openlijk de Koerdische onafhankelijkheid met geweld begon na te streven.
In devolkstellingen tot 1965 werden de etnische minderheden van Turkije geregistreerd. In dejaren dertig enveertig werden de Koerden daarbij als "Bergturken" (dağlı) geregistreerd. Sommige Turkse taalkundigen probeerden - met officiële steun van de Turkse overheid - zelfs aan te tonen dat het Koerdisch een dialect zou zijn van het Turks.[12] In dejaren tachtig werd een nieuweufemisme bedacht voor de Koerden; ze werden sindsdien geregistreerd als "Oostelijke Turken" (doğulu). Een aantal medewerkers van de SIS (Turks Bureau voor de Statistiek) die het bij de volkstelling van 1985 mogelijk wilden maken aan burgers in de volkstellingslijsten aan te geven dat ze als tweede taal Koerdisch spraken, werden hiervoor door de staat aangeklaagd. De Turksegrondwet kent naast een artikel tegen discriminatie op basis van taal ook een aantal artikelen die het openbaar gebruik van talen die zijn "verboden bij wet" verbieden.[13] Deze wetten zijn in de praktijk niet ingezet in rechtszaken, maar werden tot 1991 wel ingezet bij de argumentatie voor het arresteren van Koerdische burgers.
De Koerden hebben in Turkije wel de hoogste posities kunnen bereiken, zoalspresident,premier, vicepremier of legerleider. In 1983 werdTurgut Özal premier van Turkije. Hij was gedeeltelijk van Koerdische komaf en was tussen 1989 en 1993 president van het land.[14] Onder zijn bewind verbeterde de situatie zich enigszins en mocht bijvoorbeeld het woord 'Koerden' weer gebruikt worden. Wel bleef de situatie met betrekking tot de taaldiscriminatie ook onder zijn bewind bestaan. Koerdische gevangenen werden bijvoorbeeld in dejaren negentig nog steeds gedwongen om Turks te gebruiken in hun gesprekken met hun advocaten en bezoekende familieleden; zelfs al spraken ze de taal niet.[15]
Er zijn ook Koerden die streven naar een onafhankelijke staat zoals de KoerdischeafscheidingsbewegingPKK en andere afscheidingsbewegingen. De PKK, die opgericht werd in 1978, voert in Turkije sinds 1984 een gewapende strijd voor Koerdische onafhankelijkheid. De strijd die de Koerdische PKK sindsdien heeft geleverd, heeft al vele levens gekost, aan beide kanten. Tussen 1984 en 1999 stierven bij de gevechten tussen het Turkse leger en de PKK ruim dertigduizend mensen en werden door het Turkse leger meer dan drieduizend dorpen van de kaart geveegd.[16] De PKK is als eenterroristische groepering aangeduid in de Verenigde Staten en Turkije.[17] Ook deEuropese Unie kwalificeerde de PKK in 2002 als zodanig.[18] In april 2008 werd de Europese Unie echter door het Europese Gerechtshof in eerste aanleg gelast deze beslissing ongedaan te maken - niet omdat de organisatie van karakter was veranderd maar omdat er procedurefouten waren gemaakt. In januari 2009 werd de PKK weer opgenomen op de terreurlijst van de Europese Unie. In Nederland komt de PKK nog steeds voor op de door deNationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) samengestelde lijst van terroristische organisaties.
Nog steeds is het Koerdische gebied erg achtergesteld. Het percentageanalfabeten is bijvoorbeeld drie keer hoger dan in het westen van Turkije, het inkomensniveau is een stuk lager en de zuigelingensterfte is er hoger. In de grondwet wordt tot op heden geen melding gemaakt van Koerden, net zomin dat geldt voor alle andere minderheidsgroepen. Het gebruik van deKoerdische taal bij officiële gelegenheden is verboden en tot 1991 was het zelfs helemaal verboden Koerdisch te spreken. Vooral onder druk van Europese mensenrechtenorganisaties en het Turkse verlangen om het lidmaatschap van de Europese Unie te verwerven wordt de minderheden in Turkije toch langzaam meer vrijheden toegestaan. Sinds 25 december 2008 (testfase) wordt er in het Koerdisch uitgezonden. Per 1 januari 2009 officieel viaTRT Şeş ofwel TRT6.[19] Vanaf 10 januari 2015 heet de televisiezenderTRT Kurdî.[20] Per 21 maart 2015 is er ook een televisiezender gericht op kinderen; Zarok TV. Er wordt inKurmanci,Zazaki enSoranî uitgezonden.[21] In 2009 stelde deAKP-regering dat de Koerdische kwestie langs democratische weg opgelost zal worden. Een staatsuniversiteit in Zuid-Turkije, waar veel Koerden wonen, heeft een postdoctorale opleiding opgezet, waar in het Koerdisch, Perzisch, Arabisch en Aramees wordt lesgegeven.[22] Onder de regimes van premierRecep Tayyip Erdoğan werden er betrekkelijk goede relaties ontwikkeld met deKoerdische Autonome Regio in Irak.
In 1970 werd in Irak officieel een autonome regio voor de Iraakse Koerden ingesteld, met een eigen parlement. In werkelijkheid was er geen enkele autonomie: het bestuur werd tot deGolfoorlog van 1990-1991 geheel beheerst door getrouwen van Saddam Hoessein.
In de jaren tachtig van de 20e eeuw werden opstandige Koerden door het bewind van Saddam Hoessein met harde hand aangepakt. Vanwegegifgasaanvallen op de burgerbevolking werd het plaatsjeHalabja hier symbool van.
NaOperatie Provide Comfort (1991) viel een deel van het door Koerden bewoonde gebied buiten de invloedssfeer van de regering inBagdad. Na gewelddadigheden tussen regeringstroepen en opstandelingen werd een ongemakkelijke machtsbalans ingesteld; Bagdad trok zijn troepen terug maar legde een blokkade om het gebied. Onder bescherming vanOperatie Provide Comfort II konden deKoerdische Democratische Partij en dePUK hun machtsbasis uitbouwen. In 1994 en 1996 trokken zij tegen elkaar ten strijde, voornamelijk uit economische motieven. Het einde van het onderlinge geweld werd in 1998 door hetAkkoord van Washington bezegeld.
Tijdens deIrakoorlog van 2003 vochten de KoerdischePeshmerga met demultinationale troepenmacht in Irak tegen het regime van Saddam Hoessein. Na de oorlog werd de Koerdische Autonome Regio ingesteld. Op nationaal niveau werden de Koerden vertegenwoordigd in het parlement.Jalal Talabani werd in 2005 de eerste Koerdische president van Irak.
Een Koerdische vrouw en een kind uitBisaran,Oost-KoerdistanEen Koerdische vrouw melkt een schaap inNoord-KhorasanVerdeling van de Koerdische bevolking in Iran op basis van provincies
In Iran wonen ongeveer 7,98 miljoen Koerden[2], voor het grootste deel in het noordwesten van het land.
In de chaos die op deEerste Wereldoorlog volgde, grepen Koerdische stammen de kans autonoom te worden. De strijd kende een hoogtepunt toen in 1926 een Perzische prins (sjehzade) uit de afgezetteKadjar-Dynastie vanuit Irak een opstand ontketende in Iraans Koerdistan. Daaraan kwam een einde in 1926-1927 toen de nieuwe sterke man van Iran,Reza Pahlavi, met een modern nationaal leger de tribale strijdkrachten bedwong. De Koerdischenomaden werden gedwongen zich blijvend te vestigen in dorpen in een centraal deel van Iran.
In 1942 richtte een groep Koerden inMahabad deKomalaye Jiani Kurdistan ("Comité voor de Wedergeboorte van Koerdistan") op, met als voorman de religieuze leiderQazi Mohammed. De invloed van dit comité breidde zich (ondergronds) snel uit. In 1945 ging het op in een Koerdische Democratische Partij. Op 22 januari 1946 werd Qazi Mohammed in Mahabad tot president van deRepubliek Mahabad uitgeroepen. Hij eiste van de centrale regering inTeheran vergaande regionale autonomie. De Iraanse premier Qavam verklaarde dat dit alleen kon gebeuren na vrije verkiezingen onder leiding van Iraanse troepen. Onder dat voorwendsel trokken in december 1946 Iraanse troepen Koerdistan binnen. Qazi Mohammed werd ter dood veroordeeld en opgehangen. Koerdistan bleef verdeeld over vier Iraanse provincies.
In 1961 brak in buurland Irak een opstand uit onder de Koerden, onder leiding van moellahMustafa Barzani. De Iraanse regering wist Barzani zover te krijgen zijn Iraanse bondgenoten tot rust te manen in ruil voor Irans steun aan het Koerdische verzet in Irak. Eind jaren zestig leefde echter in Iran de weerstand weer op tegen het regime. De KDPI kwam onder leiding van radicalen, die op congressen in 1971 en 1973 besloten tot gewapend verzet met Koerdische autonomie als doel. Na de val van het sjah-regime in 1979 kon de KDPI openlijk als partij functioneren. Inmiddels was de Islamitische Revolutie in volle gang. Veel Koerden, van wie de meerderheidsoennieten zijn, verzetten zich tegen deze totalitaire sjiitische beweging, waarop de KDPI opnieuw werd verboden. In april 1980 kondigde de Iraanse regering een economische blokkade van de Koerdische gebieden af.
Toen in september 1980 de Iraans-Iraakse oorlog uitbrak, legerde Iran troepen in Koerdistan. De Koerden verzetten zich en het lukte de KDPI in de bergen enkele 'bevrijde zones' in te stellen. Bagdad steunde de Iraanse Koerdische rebellen en de KDPI kon haar centrale hoofdkwartier dicht bij de grens in Irak vestigen. Teheran steunde daarentegen de Iraakse KDP. Het kwam verscheidene malen tot bloedige conflicten tussen deze aanvankelijk zo met elkaar verbonden groepen. Na de dood van Khomeini zocht KDPI-leider Ghassemlou contact met Teheran. Via bemiddeling van de Weense universitaire docent en Koerd dr. Rasoul kwam het tot een gesprek tussen Ghassemlou en twee Iraanse diplomaten. Tijdens deze ontmoeting op 13 juli 1989 werden Ghassemlou, een medewerker en bemiddelaar Rasoul doodgeschoten. In 1992 werd in Berlijn de opvolger van Ghassemlou tijdens een soortgelijke ontmoeting vermoord. De Iraanse regering ontkende elke betrokkenheid bij de aanslagen, die vrijwel zeker door de Iraanse geheime dienst werden uitgevoerd. Sindsdien is de KDPI verzwakt.
Op dit moment is vooral dePartij voor een vrij leven in Koerdistan (PJAK), de overkoepelende partij van de PKK, actief. Net als de PKK strijdt de PJAK vooral in de bergen.
De Koerden vormen de grootste etnische minderheid in Syrië. Zij vormen circa tien procent van de bevolking en leven voornamelijk in het noordoosten van het land. De meesten van hen zijnsoennitischemoslims, er zijn ookjezidische Koerden in Syrië. Een heel klein aantal van hen zijnchristenen enalevieten.
De Sovjetvolkstelling van 1926 registreerde bijna 100.000 etnische Koerden in deSovjet-Unie; deze Koerden leefden nagenoeg uitsluitend in deTranskaukasische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek. In 1920 werden twee Koerdische bewoonde gebieden, Jewanshir (hoofdstadKalbajar) en Oost-Zangazur (hoofdstadLachin), gecombineerd om van 1923 tot 1929 de "Koerdische Okroeg" (of "Rood Koerdistan") te vormen. In de Koerdische Okroeg vormden de 37.200 etnische Koerden ruim 70% van de in totaal 51.400 inwoners. In 1937, tijdens hetstalinisme, werden tienduizenden etnische Koerden in en rondomNachitsjevan (tegenwoordig: gebied tussenArmenië enAzerbeidzjan) het slachtoffer van geweld en gedwongen deportaties naar onder andereTurkmenistan,Kazachstan enKirgizië. In 1944 vond een tweede gedwongen deportatie van de overgebleven Koerden - dit keer uit wat nuGeorgië is - plaats. Tienduizenden Koerden kwamen tijdens deze gedwongen deportaties - die veelal plaatsvonden in erbarmelijke omstandigheden in treinwagons - om het leven door infecties, honger en geweld.
In veel landen, zoals Nederland en België, wonen Koerdische vluchtelingen. Het aantal Koerdische Irakese vluchtelingen alleen al wordt geschat op 22.800.[30] In Nederland leven momenteel ongeveer 70.000 Koerden. Duitsland heeft de grootste Koerdische gemeenschap in Europa; er wonen ongeveer een half miljoen Koerden. Ook in deVerenigde Staten wonen veel Koerden; vooral de stadNashville heeft een grote Koerdische gemeenschap. Daarnaast vestigden veel Koerden zich inFrankrijk,Griekenland, Oostenrijk,Rusland,Verenigd Koninkrijk enZweden.
↑In werkelijkheid betreft het eenIndo-Europese taal, die verwant is aan hetPerzisch. Als Indo-Europese taal is het Koerdisch zelfs meer verwant aan het Nederlands dan aan het Turks.
↑Wet nr. 2932, die tussen 1980 en 1991 gold, verbood zelfs het gebruik van de taal thuis.